Vliegtuigcrashes op Ameland tijdens de Tweede Wereldoorlog (3)
01-10-2013 22:47
Een Avro Manchester maakte een geslaagde noodlanding op Ameland
In de nacht van 7 op 8 september 1941 voerde de R.A.F. een nachtelijke aanval uit op Berlijn. Eén van de toestellen die deel nam aan de aanval was de Manchester L7380 EM-W van het 207e Squadron. Het toestel was om 22.00 uur opgestegen van haar basis Waddington. Het eerste deel van de vlucht verliep normaal, maar toen het vliegtuig het vaste land bereikte, sloeg het noodlot toe. Onverwacht werd het toestel beschoten door een Duitse nachtjager. Het toestel werd in de vleugel geraakt. De staart-schutter Sgt. Miller heeft nog op de nachtjager geschoten en was in de veronderstelling dat hij de nachtjager had geraakt. Na het opnemen van de schade werd duidelijk dat het vliegtuig zijn doel niet meer kon halen. De achterste brandstoftank was lek geschoten. Besloten werd een alternatief doel aan te vallen. Ze zouden de bommen laten vallen op Wilhelmshaven, maar de lekke benzinetank verloor zoveel brandstof dat Wilhelmshaven niet haalbaar was, daarom besloten ze de bommen op het Duitse waddeneiland Wangerooge te laten vallen. Nadat zij de bommen hadden afgeworpen begonnen zij aan de lange weg terug. Plotseling begon een rood lampje te branden op het instrumentenpaneel. Eén van de motoren liep warm. Om brand te voorkomen liet Mike Lewis het toestel stijl naar beneden duiken. Toen zij door de wolken braken zagen zij dat ze boven zee vlogen, hierop draaide Mike Lewis het toestel richting zuiden, in de richting van land, om dan via de kust in westelijke richting te vliegen. Ze vlogen van eiland naar eiland, maar door de problemen met de motor verloor het toestel snel hoogte. Bij het volgende eiland kon Mike het toestel niet meer in de lucht houden, en besloot een noodlanding te maken. Mike maakte een geslaagde noodlanding in de zee voor het strand van Ameland. Meteen na de noodlanding stroomde het water naar binnen. Het was ongeveer 01.15 uur toen Mike en zijn bemanning op het toestel klommen, van af daar konden zij het strand zien. Na in het toestel alle belangrijke instrumenten met bijlen te hebben vernield, en belangrijke papieren te hebben verbrand, gingen zij naar het strand. Op het strand aangekomen gingen zij in zuidelijke richting. Zonder dat zij het wisten staken zij het eiland dwars over en aangekomen bij het wad gingen ze in westelijke richting. Na verloop van tijd zagen zij een boot tegen de duin aan liggen. Met man een macht probeerden zij de boot in het water te duwen. Maar er was geen beweging in de boot te krijgen. Na inspectie van de boot vonden zij wat overlevings-pakketten, het was niet veel maar smaakte goed. (De boot die zij vonden bleek de reddingboot te zijn die zuidwest van Hollum op het strand lag). Half slapend, half wakend wachtten zij het daglicht af. Rond een uur of negen werden zij opgemerkt door een Duitse militair. Na te zijn gearresteerd werden zij afgevoerd naar een militair kamp. Na ondervraging door Duitse officieren werden de vliegeniers overgebracht naar het vaste land, en van daar werden zij vervoerd naar krijgsgevangenkampen in Duitsland. Daar brachten zij de rest van de oorlog door in krijgsgevangenschap. In 1942 keerde Sam Powel terug in Engeland door een ontsteking aan zijn oor.
De Manchester L7380 EM-W enkele dagen voor de noodlanding op Ameland.
De piloot van de Manchester was F/Lt Mike Lewis D.F.C. De rest van de bemanning bestond uit:
Sgt S. Powell, 2e piloot/schutter;
Sgt D. Kingston, telegrafist/schutter;
Sgt R. Macleod, navigator;
Sgt C. Hall, telegrafist/schutter;
Sgt E. Miller, schutter.
Van links naar rechts: Sgt. C.S.F. Powell, F/Lt W.J. Lewis, D.F.C. en Sgt. C.F. Hall
De Manchester op het strand van Ameland. Het vliegtuig is gedeeltelijk gesloopt door de Duitsers.
Met dank aan Gerlof Molenaar