Winkels en bedrijvigheid op Ameland van vroeger tot nu

Er is al veel geschreven over de geschiedenis van ons eiland. Gelukkig maar want alles wat een keer is opgeschreven, gedrukt en misschien ook uitgegeven, blijft bewaard. Als werkgroep “Eilander geschiedenis” hebben we geprobeerd als eerste opdracht een overzicht te krijgen van het winkelbestand op ons eiland in de periode vanaf ca. 1930 en de tijd daarna.

Situatie rond 1810

Rond 1810 zijn er 10 bakkers op het eiland, 16 timmerlieden, 5 schoenmakers en 43 winkeliers. Het overzicht is echter niet compleet omdat van Ballum en Buren naar we aannemen niet voldoende gegevens beschikbaar zijn geweest.

In het gemeenteverslag van 1854 vinden we wel een overzicht van het aantal bedrijven:

Timmerlieden                         24

Schoenmakers                       6

Ververs                                   8

Kuipers                                   4

Wagenmakers                        1

Strohoedenmakers                 1

Kleedermakers                       1

Bakkers                                  12

Slagers                                   5

Bijgevoegd is dat over het algemeen bij deze ambachten het boerenbedrijf, winkelhandel of enig ander bedrijf wordt uitgeoefend, omdat de ambachten geen of onvoldoende middel van bestaan opleveren. Het aantal boerenbedrijven bedraagt

Alle bedrijven werken zonder knechten zodat je kunt zien dat het een karig bestaan was.

Zo was het ook met de talrijke winkeltjes die van alles verkochten. Zij werden meest door weduwen gehouden. De omzet zal niet hoog zijn geweest. Manufacturen kocht men veel in het najaar als het vee verkocht was. Daarmee kwamen ook “reizigers” langs de deur. Deze werden gestuurd vanuit winkels in Dokkum en Leeuwarden.  Niet alleen had de man de manufacturen bij zich maar ook het laatste nieuws. De meesten kwamen veelal jaren achtereen en waren bekenden van de families. De slechte bereikbaarheid van de vaste wal was de reden dat men zelf geen inkopen kon doen.

Ontwikkeling vanaf 1880

Vanaf 1880 zien we dat het aantal inwoners van Ameland jaarlijks daalt. Economisch ging het slecht op het eiland. We zien veel jonge mensen het eiland verlaten om vooral in Amsterdam  omgeving hun heil te zoeken.  Maar ook Rotterdam en omgeving zijn in trek. Zeelieden vestigen  zich in deze gebieden met hun gezin en zoeken ook vaak later werk in de havens van de beide steden. Ook een beroep in dienst van de rijksoverheid is dikwijls in trek bij de voormalige eilanders.

Dr. D.A. Brouwer geeft in haar sociaal-geografische studie  “Ameland” aan dat in de periode na 1880 de migratie erg hoog is. Veel jonge mensen vertrekken en ouderen komen na een werkbaar leven elders dikwijls weer terug. Dit verklaart ook het lage geboortecijfer en het hoge sterftecijfer in deze periode.

Het geboorteoverschot is niet meer in staat het verlies aan inwoners door migratie aan te vullen.

Zo zien we het aantal inwoners dalen van 2354 in 1880 naar slechts 1929 in het jaar 1930.  Na 1930 gaat het inwoneraantal weer licht stijgen. Vermeld wordt ook dat immigratie vanuit Friesland vooral winkeliers betrof!

In het gemeenteverslag van 1868 staat vermeld dat de klein- en winkelhandel nog steeds kwijnende is en geen middel van bestaan oplevert. De oorzaak hiervan is vooral dat het eiland bijna het gehele jaar door kooplieden met allerlei waren wordt bezocht.

Behalve de zuivelfabriekjes  waren er geen fabrieken op het eiland, de twee kalkbranderijen werden in 1857 afgebroken en ook de dorpsmolens werkten bijna zonder  personeel. Zo ontbrak feitelijk een echt arbeidersbestand.  Ambacht en winkel konden alleen als een bijverdienste worden beschouwd. Een volledig gezin moest er echter een boerderijtje bij hebben.

Einde visserij op Ameland in 1897 en daarna varen op Nederlandse en Duitse loggers

De visserij beperkte zich vrijwel geheel tot Hollum. De visserijvloot bestond rond 1815 nog uit 14 schepen waarvan  alle schippers in Hollum woonden. In 1889 was de vloot gekrompen tot 7 schepen en in 1897 werd de laatste snik verkocht.  Dat betekende ook het einde van deze werkgelegenheid. Op een snik waren toch nog altijd 4 tot 7 man werkzaam.

Maar aan het eind van de negentiende eeuw begon de trek naar de haringloggers. Dit was seizoensarbeid voor de eigenaren van de (te) kleine boerenbedrijfjes en jongens vanaf 12 jaar. Omstreeks Pinkster trokken zo’n honderd mannen en jongens naar Vlaardingen en/of Emden,  waarvan een derde van Buren kwam.

In de “Jeugdherinneringen” van Jan Visser kunnen we lezen dat ook hij als jongen een tocht meemaakte op een Vlaardinger logger. Daarna koos hij echter direct voor de koopvaardij.

Later ging de Amelanders ook varen voor reders uit Emden.  Al heel jong, op 11 of 12-jarige leeftijd giingen ze al mee naar Vlaardingen of Emden. Bekend is dat eilanders later zelfs nog een klein pensioentje vanuit Duitsland ontvingen. In het boek van Jan Visser zien we dat de jongens in het gezin, terwijl ze nog op school waren, erop uit werden gestuurd om te venten. Zijn grootmoeder Trijntje Roep had een winkeltje en de kleinkinderen venten met koek, kaak en korstjes. Korstjes waren koekjes van een cent. Ook venten de kinderen met vis, garnalen en bokking.

Als de zoute haring minder aftrek vindt wordt de vis gerookt en als bokking verkocht. Maar de familie had ook enkele akkers bouwland waarop aardappelen en rogge werd verbouwd. Dat moest dan bewerkt worden met behulp van boeren die over het materiaal en een paard beschikten. Voor deze burenhulp werd als tegenprestatie hulp verleend aan de boeren bij het poten van aardappelen, hooien, roggeoogsten en rooien. Daarnaast werd er geschoffeld en gewied.

Van de haringloggers kregen de bemanningsleden een vaatje haring mee naar huis. En ook die haring kon weer worden uitgevent zodat er weer wat geld binnenkwam.

Ontwikkelingen 20e eeuw

Met de Eerste Wereldoorlog kwam ook een einde aan de trek naar de loggers in Vlaardingen en werden de inkomsten uit deze visserij node gemist. Veel mannen en jongens waren zo ongeveer vanaf Pinkster een half jaar op zee.

Omdat het boerenbedrijf onvoldoende bestaansmogelijkheden bood werden de eilanders gedwongen andere middelen van bestaan te zoeken. Deze werden na 1918 vooral gevonden in de koopvaardij. Dit was voor veel eilanders de reden om het eiland te verlaten.

Dat het aantal winkeltjes en de neringdoenden desondanks talrijk was zal zeker ook zijn ontstaan uit armoede, zodat alles werd aangegrepen om een paar centen bij te verdienen.

Dat de opkomst van het toerisme ook aanleiding was tot uitbreiding van het winkelbestand blijkt wel uit het feit dat vooral aan de Strandweg van Nes maar ook aan de Badweg te Hollum nieuwe winkeltjes verrezen. Het centrum van Hollum lag rond de Driesprong met de Burenlaan en Westerlaan als hoofdroute. Via de Westerlaan die aansloot op de Badweg ging je naar het badstrand van Hollum. Daar aan het einde van de Badweg stonden ook diverse houten zomerhuisjes en winkeltjes. Tijdens de Duitse bezetting zijn tal van deze gebouwtjes afgebroken. Hetzelfde gebeurde ook aan de Strandweg in Nes. In Hollum betekende het uiteindelijk een verplaatsing van “centrum” van de zuidkant naar de noordkant  van het dorp. Ook de forse duinafslag speelde hierbij een rol waardoor het badstrand richting vuurtoren werd verplaatst. Vanaf de jaren 50 ontwikkelden zich bovendien tal van  nieuwe recreatievormen aan de noordzijde van het dorp. Dit alles  leidde ook tot het verplaatsen van winkels naar  de noodkant van het dorp. Ook bood het opkomend toerisme nieuwe mogelijkheden door de vraag naar producten die door de eilanders als “luxe” werden beschouwd.

Maar nog even terug naar de jaren dertig. Nieuwe transportmogelijkheden brachten ook nieuwe mogelijkheden met zich mee, terwijl het boerenbedrijf door de aanleg van de dijken in 1915 (west) en 1930 (oost)  en de diverse ruilverkavelingen zorgden voor verdere ontwikkeling en modernisering van het boerenbedrijf.

In 1930 geeft de volkstelling het volgende overzicht:

Hoofden van gezinnen           Hollum         Ballum         Nes     Buren           Ameland

Landbouwers                          55                    39               25           47                    166

Zeelieden                                30                      1                      7          3                      41

Vissers en schippers                4                      1                      3        -                          8

Ambtenaren enz.                    18                      1                    13          1                      33

Winkeliers, ambachts-

lieden, pensions                     30                      7                    40          1                      78

Werknemers in dienst            24                      4                    16          4                      48

Zonder beroep                        72                    15                    32          1                    120

Totaal                                     233                  68                    136      57                    494

Het aantal boerenbedrijven bedraagt in 1885 al 219 en in 1933 nog steeds 222. De verdeling van de Marken, de aanleg van de zeedijk en  de ruilverkavelingen hebben bijna geen invloed gehad op het aantal bedrijven omdat ook de oude buitendijkse gronden nu beter benut konden worden. De meeste bedrijven beschikken in 1930 over 5 tot 10 ha land waarop 5 tot 10 koeien worden gehouden. Er is echter dan nog steeds sprake van een gemengde bedrijfsvoering waarbij ook akkerbouw op de hogere zandgronden plaatsvindt.

De oorlogstijd

Met de Duitse bezetting veranderde er veel op het eiland. Grote delen van het eiland, zoals strand en duinen waren “Sperrgebiet” en niet toegankelijk voor de eilanders. Veel mannen vonden werk bij de aanleg van de “Atlantic Wall” waarvan ook Ameland deel uitmaakte. Met wat medewerking van de NSB burgemeester Bakker en het eilander gemeentebestuur lukte het te voorkomen dat eilander mannen en jongens te werk werden gesteld in Duitsland. Vooral voor de mannen (ca 84) die tijdens de oorlog op de koopvaardij voeren waren het zware tijden. Restanten van de verdedingswerken die gebouwd werden zijn nog op het eiland te zien. Zo is er sinds kort een heus bunkermuseum op het eiland. Hier wordt een beeld gegeven van de bezettingsperiode.  Distributie moest voorkomen dat de schaarse middelen niet eerlijk werden verdeeld. Met een bonnenstelsel konden diverse producten worden gekocht. Echte honger heeft er op het eiland niet geheerst. En dikwijls werden familieleden of vrienden die o.a. in Amsterdam of omgeving woonden verrast met een voedselpakket vanaf het eiland.

De winkelbel rinkelt niet meer

Je kunt tegenwoordig bijna alles in een supermarkt kopen. Dat was vroeger heel anders. De kruidenierswinkel verkocht geen vleeswaren of brood e.d. Dus moest je altijd verschillende winkels bezoeken om de de boodschappen in huis te halen.

Nu was dat halen niet altijd noodzakelijk. Immers de melkboer kwam iedere dag langs. Melk en pap werd nog los verkocht. Dat betekende dat je met een pan of emmertje naar de melkkar ging om daar de melk of de pap op te halen.  De venter van de bakker kwam langs met een broodkar zodat je beslist niet iedere dag naar de bakker hoefde. Ze wisten uit ervaring wel zo’n beetje wat de vraag was. Maar ook kwamen kruideniers wekelijks langs om de boodschappen op te nemen die dan de volgende dag werden bezorgd.

Met “Sunneklaas” kwamen ook de bakkers langs met een mand waarin speculaaspoppen, taaipoppen en/of banketletters zaten. Je kon deze dan van te voren bestellen bij de bakker.

Het was wel zo dat met het boodschappen halen dikwijls rekening werd gehouden met de kerkelijke richting van de ondernemer.  Was de kruidenier of bakker van Nederlands Hervormde huize, Gereformeerd of Doopsgezind dan kon hij of zij in ieder geval rekenen op klandizie van klanten die bij dezelfde kerk hoorden.

Daardoor kwam het ook dat de boodschappen ook nog verdeeld werden over verschillende winkeliers.  Er werd zo gewinkeld dat bij iedereen wat werd gekocht al had misschien iedereen ook wel zijn of haar voorkeur.

De meeste winkeltjes waren klein van omvang en het assortiment dikwijls beperkt. Stapte je ergens binnen dan ging de winkelbel en wist de winkelier dat er klandizie was. Op “de pof” werd ook wel gekocht. De gehaalde producten werden dan 1 keer in de week, of op het moment dat men weer voldoende geld had, betaald.

De grotere zaken hadden al één of meer toonbanken. Veel producten moesten nog worden afgewogen, zoals suiker, meel e.d. Later werd er al meer in verpakking aangeboden en werden de gevraagde boodschappen door de winkelier gepakt en op de toonbank geplaatst. Zelf je boodschappen pakken, zoals nu iedereen heel gewoon vindt was er niet bij. Ook bij de slager en groenteboer werd alles afgewogen en op gewicht afgerekend.

De steenkool voor de kachel werd gebracht zoals dat later ook met de olie gebeurde.

De beurtschippers speelden tot de jaren zestig een belangrijke rol in het transport van goederen van en naar het eiland. Gevaren werd er naar Amsterdam, Leeuwarden en Harlingen. Met de uitbreiding van de veerdienst en het transport per auto kwam er een einde aan de beurtvaart.

Kleine winkeltjes hielden op te bestaan, andere samengevoegd. De dorpen hebben nu 1 of 2 supermarkten, soms nog een slager of een bakker. Door de groei van het toerisme en een toenemende welvaart ontstonden andere behoeften. Waardoor er weer nieuwe winkels bijkwamen om aan die veranderde vraag te kunnen voldoen.

Met de winkelbel is niet alleen het geluid, maar is er veel meer verdwenen. En juist datgene wat  allemaal is verdwenen  willen we opschrijven zodat het niet wordt vergeten. Daarom proberen we u een beeld te geven van de tijd vanaf 1930 toen er nog volop winkeltjes waren en ook allerlei bedrijvigheid in de dorpen.

Stuur uw aanvullingen, correcties en foto's via dit formulier!

Heeft u een tip, aanvulling, correctie of foto('s)? Vul dan dit formulier in en klik op 'verzenden'. Wij nemen z.s.m. contact met u op. Met uw hulp maken we dit overzicht volledig. Mailen kan ook via info@amelanderhistorie.nl

Winkels en bedrijven in Nes, Ameland

Jan Metz en Door Former - Schilderswaren - Torenstraat/van Heeckerenstraat

Jan Foppes Metz (1900-1968) was getrouwd met Theodora Catharina Petronella Former (1905-1991).

Teuntje Radema - Smid - Klompen - Vermaningspad

Teuntje Radema was afkomstig van Harlingen. Zij was dienstmeisje in Amsterdam toen zij Bote Smid (1871–1938) van Ameland ontmoette. Aanvankelijk hebben ze in Ransdorp bij Amsterdam gewoond  waar ook hun kinderen werden geboren. Omstreeks 1919 is het gezin naar Ameland verhuisd. In 1922 wordt Bote Smid als winkelier vermeld in een huwelijksakte van een van zijn kinderen. Hij staat van 1921 tot 1928 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.  Bote overlijdt in 1938. Teuntje Radema, geboren in 1870, overleed in 1944. Bekend is nog dat zij klompen verkocht. Eerst vanuit de woning aan het Vermaningspad en later vanuit de boerderij aan de Molenweg.

 

Eeltje Hofker en Hiltje Scheltema - Poelier/Pension - Van Heeckerenstraat

Eeltje Hofker (1896-1959) trouwde in 1921 met Hiltje Scheltema (1898-1951). Als zijn beroep staat vermeld “logementhouder”. Zijn ouders Johannes Hofker en Johanna Batera Bakker hadden ook al een pensionbedrijf dat Eeltje en Hiltje hebben voortgezet. Eeltje en Hiltje worden niet oud. Hiltje overlijdt al in 1951 slechts 53 jaar oud en Eeltje overlijdt in 1959  en wordt dus slechts 10 jaar ouder dan zijn vrouw.

Piet en Hendrik Mosterman - Timmerschuur - Burgemeester Waldaweg

Overgrootvader Andries Mosterman bestierde een boerderij, maar verrichtte her en der op kleine schaal ook timmerwerkzaamheden. Zoon Piet Mosterman zette het bedrijf voort. De bouw van de ‘witte huisjes’ bij de vuurtoren in Hollum was voor grootvader Piet Mosterman een logistiek moeilijke klus. Maar er moest brood op de plank komen. Dus ging hij op maandag in alle vroegte te voet vanuit Nes naar het meest westelijke puntje van het eiland om zaterdag rond het middaguur weer thuis te komen. Maanden achtereen. Het zou het begin zijn van een voortdurend groeiende onderneming. Het was vader Henk, die als eerste het roer omgooide, het vee aan de kant deed (‘kamelen’ – zoals hij zijn koeien noemde – melken was niet z’n ding) en zich volledig op het  timmerbedrijf concentreerde. In 1996 werd de boerderij in hartje Nes verlaten en een gloednieuwe accommodatie aan de rondweg in gebruik genomen. Ondertussen is het bedrijf, dat in 2008 door zoon Pieter Mosterman voortgezet.

Postkantoor in Nes Ameland

In 1848 was het distributiekantoor gevestigd in de woning van C. Colmer, die ook postschipper was.  Van 1851 tot 1871 ten huize van K. Kolmer, brievengaarder, huis nr. 125 in Nes

Van 1871 tot 1900 ten huize van C.J. Molenaar, ook brievengaarder en van 1901 tot 1927 ten huize van J. Posthumus, brievengaarder/kantoorhouder  huisnr. 24 aan de Rixt van Doniaweg.  Vanaf 1927 werd het kantoor gevestigd in de woning van de kantoorhouders W. Doele en W.T. de Jong aan het Kerkplein.  Het pand werd in 1957 aangekocht door de gemeente en verbouwd. In 1982 volgde nog een verbouwing tot een modern hulppostkantoor.

Het telegraafkantoor was vanaf 1884 gevestigd in het oude gemeentehuis. Dat in 1900 werd vervangen door nieuwbouw. In 1918 ging het hulptelegraaf- en telefoonkantoor naar het hulppostkantoor van J. Posthumus.

Boterfabriek en elektriciteitscentrale - Marten Janszenweg

Op de plek van de huidige winkel van Kiewiet werd in 1896 de eerste boterfabriek op Ameland opgericht.  Van oorsprong was het gebouw timmerwerkplaats annex boerderij van de familie de Weert. Jan Jans Mosterman, geboren 1868 te Buren,  werd in 1896 deels eigenaar van het pand en startte met de productie van boter. In 1911 kocht Foppe de Jong de fabriek van Mosterman. In 1935 werd de fabriek stilgelegd. De boeren leverden daarna hun melk aan de fabriek in Hollum en in Buren.

In 1918 werd werd de “Coöperatieve Vereeniging voor Electrische verlichting te Nes” opgericht. Deze vereniging ging echter al vrij snel failliet. Foppe de Jong nam in 1927 de zaak in eigen beheer onder  de NV Stoomzuivelfabriek, Graanmalerij en Electrische Centrale te Nes. In 1943 heeft de NV de centrale verkocht aan het P.E.B. in Friesland. In 1953 werd een nieuwe centrale gebouwd aan de Ballumerweg.

 

Winkels en bedrijven in Buren, Ameland

Gerben de Jong en Catharina Boelens - Kerkelijke artikelen - Willibrordusstraat

Gerben de Jong, geboren in 1879 was getrouwd met Catharina Boelens, in de volksmond Tjette Trien (1874-1961) . Zij was een dochter van Jan Boelens (molenaar) en Tjitke Oekes Metz (molenaarsche).

Anne de Jong en Catharina Metz - Kruidenierswaren, zuivel, klompen - Strandweg

Anne de Jong (1908-1998) en Trien (Catharina) Metz (1909-2008) hadden een winkel aan het begin van de Strandweg in Buren.

 

Pieter Kooiker en Catharina Kiewied - Kleding - Kooiweg

Pieter Kooiker ( 1911-2002) en Catharina Kiewied (1913-1984) verkochten kleding vanuit hun woning aan de Kooiweg. Je kon er ‘s avonds na 7 uur passen in de bedstede.

Antonius Oud en Annelies de Haan - Kruidenier/groente/fruit - Hoofdweg

Toon (Antonius) Oud en Annelies de Haan hadden aan de Hoofdweg een kruidenierszaak, groente en fruit die onder de merknaam VeGe uitgroeide tot een kleine supermarkt. Zijn ouders Klaas (Nicolaas) Oud (1892-1964) en Catharina Molenaar (1897-1956) trouwden in 1932. Zij zijn in de “legeweech” van het pand begonnen met een winkel.

Piet Brouwer en Margaretha Molenaar - Bakkerij - Hoofdweg

Petrus Jacobus (Piet)  Brouwer (1899-1984) was getrouwd met Margaretha Antonia Molenaar ( 1904-1994). Ze hadden een bakkerij aan de Hoofdweg.

Gerardus Metz en Trien Boelens - Kruidenierswaren - Willibrordusstraat

Gerardus Metz (1872-1958) was gehuwd met Trijntje Boelens (1872-1940). Zij hadden een kruidenierswinkel aan de Willibrordusstraat.

Barend Molenaar en Aafke Postma - Fietsen e.d., smederij - Willibrordusstraat

Barend Molenaar (1903-1975) zoon van Willem Molenaar en Catharina Kooy, was getrouwd met Aafke Postma (1921-2009) . In de volksmond werden ze “Baaike en Aaf” genoemd. Barend had een smederij en repareerde fietsen e.d.

 

Theo Metz en Martha Brouwer - Fietsen/gas/machinist melkfabriek - Fabrieksweg

Theodorus Metz  (1919-1972) was gehuwd met Martha Brouwer (1926-2009). Hij is ook machinist geweest van de melkfabriek in Buren die tot 1943 heeft gefunctioneerd. Zijn zoon Paul heeft later op deze plek een smederij gehad.

Barend Beijaard en Coba Tieman - Brood, koek, banket, brandstof - Tiemen Boelensweg

Barend Beijaard (1896–1989) was getrouwd met Jacoba (Coba) Tieman (1896-1989). Ze hadden een bakkerij aan de Tiemen Boelensweg.  De moeder van Barend liep nog met de  “Bôllekörf” en ventte zo het brood uit.

 

Jacobus Johannes Oud en Regina Brouwer - Timmerwinkel - Strandweg

Jaap Oud geboren in 1905 en overleden in 1983 trouwde in 1935 met Regina Brouwer (1911-1992). Jaap begon in 1942 een timmerbedrijf aan de Strandweg. Zij zoon Y.H. Oud nam het bedrijf in 1969 over en vestigde een nieuw bedrijf aan de Nieuweweg. Het groeide uit tot het huidige aannemersbedrijf “Bouwbedrijf J.J. Oud” waar nu kleinzoon Johnny Oud de leiding heeft.

Pieter Boelens (“Kuup”) - Kuiperij en doodkisten - Tiemen Boelensweg

Piet Boelens  (1875 - 1952) werd “Kuup genoemd”. Hij had een boerderijtje en een maakte tonnen , “kupen” (lage wastobbes) en doodskisten. Hij trouwde in 1897 met Johanna Metz, geboren in 1873 en overleden in 1902. Het gezin telde twee dochters, Catharina en Gerbentje, en een zoon Petrus die in 1920 overleed.  Daarna trouwde hij, in 1914,  met  de in 1882 geboren Martje Oud. Zij overleed in 1919. Piet trouwde daarna nog een keer in 1921 en nu met Jacoba Former geboren in 1889 en overleden in 1936.

In dit laatste huwelijk werden opnieuw  drie kinderen geboren: Petronella (Nel), Petrus (Piet) en Antje.  Merkwaardig overleden zij alle drie in 2006.

Petrus (Piet) Boelens , zoon van “Kuup”, werd geboren in  1922 en overleed  in 2006 was getrouwd met Thecla Kiewiet  werd in de volksmons “Piet kuup” genoemd.  Bekend is o.a. ook “Kuupers Tiemon”, Tiemon Boelens, directeur van de boterfabriek in Buren.

Hij woonde in het boerderijtje van zijn vader en was boer en vrachtrijder. Hij werkte ook bij Theo Kiewiet. De beide vrouwen waren zussen(Thecla en Marie).

“Metke” Paulus Brouwer en Ida Oud - Herberg en slijterij - Esther Meindertsweg

Paulus P. Brouwer  (Metke Paulus ) geboren in 1888 en overleden in 1968 en zijn echtgenote Ida Oud (1889 -1945) waren een bekend kasteleinsechtpaar in Buren. De naam “Metke” komen in de stamboom tegen als de naam van zijn betovergrootmoeder Metke Paulus ( 1752 – 1838) die getrouwd was met Geert Pieters Brouwer (1748 – 1809) . Het zou kunnen dat  deze Metke na het overlijden van haar man een cafeetje is begonnen.

Zoon “Dorus” (Theodorus) Brouwer zou later het bedrijf voortzetten in het bekende Hotel “de Klok” in Buren. Dit werd gevestigd in de voormalige openbare lagere school in Buren.

Emma Oud - medische producten - Hoofdweg

Meer info is welkom via info@amelanderhistorie.nl

A. Fluitsma/ A.Hengst - Slagerij - Pastoor Scholtenweg

Aloysius Fluitsma (1888-1965) was getrouwd met Anna Maria Oud (1887-1945). Het bedrijf werd later overgenomen door Anne Hengst (1912-1984) die getrouwd was met Gerda de Haan (1913-2003).

Ruurd Beekema en Duifje Metz - Slagerij - Pastoor Scholtenweg

Ruurd Beekema (1912-1978) was getrouwd met Duifje Metz (1913-1996). Ze hebben hier jarenlang een slagerij gehad. Ruurd werd geboren in Ruigahuizen als zoon van Ijme Beekema en Stijntje Molenaar.

Paulus Brouwer en Antje Boelens - Veevoer - Hoofdweg

Paulus  Brouwer (1884-1972), zoon van Jan Douwes Brouwer en Hiltje Dirks Metz was getrouwd met Antje Boelens (1887-1956). Hij verkocht veevoeders.

 

Jacob Molenaar en Catharina Jacqout- Herberg/café

Jacob Molenaar (1862-1938) was getrouwd met Catharina Jacquot (1878-1956). Catharina was een dochter van Francois Jacqout (1844-1882) schoenmaker te Nes en gehuwd  in 1874 met Jansje (Johanna) Oud. Francois is daarvoor gehuwd geweest met Antje Jippes Beijaard. Deze Antje werd geboren in 1935 en woonde in Ballum. Zij trouwde op 26 juni 1869 met Francois. Antje overleed op 17 juli 1870 bij de geboorte van haar eerste kind, een dochter Anna Maria. Francois overleed in 1882 op 38-jarige leeftijd.

Francois zijn ouders zijn Christiaan Francois Jacquot  (ook schoenmaker) en Catharina Bekkers afkomstig van Dokkum. Zij vestigen zich op Ameland. In Dokkum woonden ook de ouders van Christaan, te weten Francois Jacqout, geboren in Moulinville  (frankrijk) werkzaam als schoenmaker en gehuwd met Maria Wüst.

Waarschijnlijk heeft Catharina het cafe na de dood van haar man voortgezet. Ze stond bekend als Jans Katriene Molenaar.  De naam Jans is afkomstig van haar moeder Jansje, Catharina werd Katriene en Miolenaar was de achternaam van haar man.         

Post in Buren

In 1893 werd er in Buren een zogenaamd Rijksdepôt gevestigd bij J.Hzn. Mosterman tevens herbergier op de hoek van de Koiweg en de Strandweg. Het ging alleen om de verkoop van postzegels, brioefkaarten en postformulieren. De winst bestond slechts op 1% op de inbkoop bij het kantoor in Nes. Rijk zou je er niet van worden.  Ook werd bij hem aan huis een brievenbus geplaatst. De brievengaarder C.J. Molenaar van Nes moest de bus lichten wanneer hij de bestelling in Buren uitvoerde. In 1901 kwam het depôt bij hulpbesteller D. Brouwer die in 1923 werd opgevolgd door zijn zoon J. Brouwer. Als het eiland geisoleerd was in de winter kwamen er daarna grote hoeveelheden post. De brieven en pakketten lagen dan in de woonkamer van Brouwer en er werd bekend gemaakt dat men de post bij hem kon afhalen. Buren had geen hulptelefoonkantoor en in 1940 slechts 1 abonne te weten Tames Oud Tzn (1888-1977) hoofd van de openabre school. Meester Oud kon gratis gebruik maken van de telefoon onder voorwaarde dat de bewoners van Buren van de telefoon gebruik mochten maken. Gesprekken werden genoteerd en de onkosten betaald. Ook moest hij telefonische berichten aan anderen doorgeven. Dit werd vaak door zijn dochterv gedaan. In 1942 gebeurde dat 301 keer ofwel ca 6 keer in een week. In 1960 volgde de automatisering van het telefoonnet.

Coöperatieve Stoomzuivelfabriek - Fabrieksweg

In 1911 is in Buren een vereniging Coöp. Stoomzuivelfabriek opgericht. Er werd echter tot 1928 gewerkt met een handkrachtfabriek. In 1927 werd besloten een stoomkrachtfabriek  te bouwen. Enkele jaren later werd het oude fabriekje afgebroken en vervangen door een nieuwe fabriek. Er werd alleen boter gemaakt. Wanneer tijdens de oorlog de aanvoer van melk daalt besluit de Duitse bezetting in 1943 dat de fabriek wordt gesloten  en alle melk van het eiland in Hollum moet worden verwerkt. Op 21 november 1946 wordt de verenging opgeheven. Het gebouw “ ’t fabriek” is later omgebouwd tot woning. (Zie “Zuivelindustrie” van P. Heslinga).

Winkels en bedrijven in Ballum, Ameland

Willem Kersjes Nobel en Risje Former - Bakker - Camminghastraat

Willem Kersjes Nobel  ( 1865-1944) was getrouwd met Risje Former(1870-1964). Ze trouwden in 1897. Willem was als bakker werkzaam in de bakkerij van zijn vader Kersje Willems Nobel (1837-1889). Kersje had naast de bakkerij ook een boerderij en vanaf 1888 was hij rijksdepôthouder voor de post. Na het overlijden van Kersje heeft Willem in 1902 in een nieuw pand met boerderij aan de Nesserweg, het post- en borenwerk voortgezet. Wanneer hij trouwt in 1897 is hij nog bakker, maar bij de geboorte van zijn zoon Kersje in 1906 wordt landbouwer vermeld als beroep.

 

Hendrik Pieters Nobel en Bertha Bakker - Bakkerij - Gerrit Kosterweg

Hendrik Nobel (1860-1945) is een zoon van  Pieter Hendriks Nobel en Aafke IJnzen de Boer.

In 1892 wanneer hij trouwt met Bertha (Berttien) Cornelia Bakker (1865-1943) is hij bakker of broodbakker van beroep. In 1892 wordt ook hun eerste dochter geboren Aafke.  Zij overlijdt ongehuwd in 1962. Van de zeven kinderen die hierna worden geboren blijft alleen Augusta, geboren in 1898 in leven. Augusta trouwt met Johannes Brouwer en overlijdt in 1981. De overige zes kinderen worden levenloos geboren of overlijden binnen 2 jaar.

Voor zover is na te gaan heeft Hendrik zijn werkzaamheden in de bakkerij al beeindigd in 1894 want dan wordt als beroep landbouwer vermeld.

 

Andries Nobel en Gelsina Bakker - Bakkerij - Gerrit Kosterweg

Andries Pieters Nobel (1876-1952), broer van Henrik Nobel is ook bakker. Vermoedelijk hebben ze eerst samengewerkt in de bakkerij. Andries is  in 1916 getrouwd met Gelsina Anna Maria Bakker geboren in Amsterdam. (1883-1965). Andries is dan 39 jaar en Gelsina 32 jaar oud. Het echtpaar krijgt op Ameland twee kinderen, Aafke in 1917 en Pieter in 1920. Ze worden helaas maar enkele maanden oud. Andries en Gelsina vertrekken daarna naar Terschelling. Andries overlijdt daar in 1952 en Gelsina in 1965.

Aaltje J. de Boer - Kruidenierswaren /postkantoor - Camminghastraat

Aaltje de Boer had een kruidenierswinkel op de hoek Camminghastraat/Nesserweg. In de winkel was ook het postkantoor gevestigd. Dit was van 1954 tot 1966.  De winkel is daarna overgenomen door Bouke Bloksma.        

Lourens Nobel en Trijntje van der Meij - Bakkerij - Camminghastraat

Lourens Nobel was in 1906 getrouwd met Trijntje van der Meij. Behalve de bakkerij hadden ze ook een boerenbedrijfje. Hun zoon Leendert heeft de bakkerij voortgezet. Hij stond o.a. bekend om zijn lekkere tulbandcakes die met Kerstmis werden gebakken. Ook toen de bakkerij was gestopt bakte hij speciaal voor kerst nog deze tulbanden. In het pand aan de Camminghastraat zit nog de complete bakkerij met oven en de bekende kerfstokken.

 

Marten Jongsma en Tietje Klip - Kruidenier - Camminghastraat

Marten Jongsma was geboren in Roden. Als hij met Tietje Klip trouwt in juli 1905 zijn ze beiden 27 jaar. Marten is dan zeeman. Zijn ouders zijn Eelke Jongsma, van beroep schipper, en Geesje de Vries . In 1930 als hun zoon Barend trouwt hebben ze een winkel in Ballum.

Gerben de Vries en Betje Nobel - Kruidenier - Camminghastraat

Gerben de Vries trouwt in 1912 met Elisabeth Nobel. Hij is dan beheerder van een zuivelfabriek. Dat zal vermoedelijk van de coöp. Roomboterfabriek “de Goede Verwachting”zijn geweest, welke in 1904 werd gebouwd maar al in 1925 werd het fabriekje gesloten en ging de melk naar de nieuwe fabriek in Hollum.

Benjamin Manje en Betje Nagtegaal - Kruidenier/taxi - Strandweg

Behalve een kruidenierswinkel hadden Bemen en Betje ook een taxibedrijf. Ze waren beiden geboren in 1914 en trouwen in 1941. De zaak is voortgezet door zoon Barend en nu kleinzoon Benjamin Manje die op deze plek een Spar winkel heeft.

Barend Willem Nobel en Popke IJpenga - Slijterij/café/klompen - Gerrit Kosterweg

Barend Willem Nobel is ook geboren in 1914. Hij was getrouwd met Popke IJpenga geboren in 1991. Zij overleden beiden in 1996. Zijn vader was Willem Barend Nobel (1875-1954) getrouwd met Antje Klip (1880-1931). Barend Willem zijn zoon werd weer Willem Barend .  Deze zette de zaak voort en heeft het café uitgebreid met een hotelfunctie. Ook hier is het nu kleinzoon Barend Willem die Hotel Nobel exploiteert. De kruidenlikeur “Nobel”, welke ontstaan zou zijn door een gebrek aan drank en het mixen van restanten, is een nationaal bekend drankje geworden.

 

Klaas Willems Nobel - elektrische graanmaalderij - Gerrit Kosterweg

Rond 1936 was door Klaas Willems Nobel een elektrische maalinrichting in gebruik genomen. Het pand stond op de hoek Gerrit Kosterweg en Baron Rengersweg. De maalderij van Nobel heeft tot 1960 stand gehouden.

 

Piet en Hanne Visser - winkel - Gerrit Kosterweg

Pieter Tjeerd Visser (1877-1960) is  in 1905 getrouwd met Johanna Christina Matthiesen (1881–1977). In de volksmond werden ze Piet en Hanne genoemd.

Jan van Tuinen en Jantje de Vries

Jan van Tuinen  (1896–1915) en Jantje Gerben de Vries (1849-1922) hadden herberg aan de Camminghastraat. Jan van Tuinen zijn beroep volgens de burgerlijke stand is kastelein.

Jan van Tuinen (1896 – 1915) en Aagje Nobel? - Herberg - Camminghastraat

Jan van Tuinen is “beheerder eener zuivelfabriek” als hij in 1910  trouwt met Aagje Nobel. Hij is een zoon van meester van Tuinen.

Cornelis Nobel en Jetske Klip - bouwbedrijf - Camminghastraat

Cornelis Nobel geboren in 1892 had in Ballum een bouwbedrijf. Hij was getrouwd met Jetske Klip.  Nobel overleed in 1972. Zijn in 1897 geboren vrouw overleed in 1995.

 

Tjerk Joosten en Pietje de Vries - levensmiddelen - Gerrit Kosterweg

Tjerk Joosten was getrouwd met Pietje de Vries. Tjerk geboren in 1854 is zeeman en overlijdt in 1892 te Marseille.  Vermoedelijk is Pietje daarna een winkeltje begonnen. Zij was geboren in 1855 en overlijdt in 1935.

Coöperatieve roomboterfabriek “de Goede Verwachting” te Ballum

Rond 1896 waren er 46 boerenbedrijven in Ballum. De meeste bedrijfjes (41) hebben minder dan 5 koeien. Met 7 koeien verkreeg je ca 40 liter melk per dag waarvan 1 kg boter kon worden gekarnd. Ook in Ballum groeide de belangstelling voor het oprichten van een boterfabriek zoals ook in de andere dorpen het geval was.  In 1904 werd aan de coöperatie een bouwverguinning verleend voor de bouw van een fabriek. Dit gebeurde op een perceel dat thans is gelegen aan de Gerrit Kosterweg.  Aannemer was de bekende Foppe de Jong uit Nes die de fabriek bouwde voor f 1.250,00.

Jan Ailjens van Tuinen (1876 – 1928) en getrouwd met Aagje Nobel (1883 – 1969)  was de eerste beheerder, Tjeerd Ruijgh (1894 – 1969) beheerder-machinist en Andries A. Kolmer medewerker. In 1925 werd de nieuwe fabriek in Hollum in gebruik genomen en kwam aan de zuivelindustrie in Ballum een einde.  Tjeerd Ruijgh en Andries Kolmer kwamen in dienst bij de nieuwe coöperatie. De nieuwe  coöperatie Stoomzuivelfabriek “Ameland” telde 154 leden die met elkaar 700 koeien in nbezit hadden. Ook 18 boeren uit Nes konden als lid worden ingeschreven.

Fabriek Flessenhulzen

Er is nog een klein fabriekje in Ballum geweest waar flessehulzen werden gemaakt. Het fabriekje was gevestigd in een schuur achter de woning van Doeke Visser op de hoek Gerrit Kosterweg  van Camminghastraat. De hulzen werden gemaakt van roggesrto dat ruimschoots voorhanden was op het eiland. Eigenaar was Pieter Huisman. De dure vervoerskosten zorgden uiteindelijk voor sluiting van het fabriekje.

Post in Ballum

Ballum had in 1872 al een brievenbus en in 1988 werd Kersje Willems Nobel (1837-1889) rijksdepôthouder voor postzegels, briefkaartenen formulieren. Nobel was getrouwd met Klaaske Sparrius en nhad ook een bakkerij en beorderijtje. Later ging hij ook voor rekening van brievengaarder C.J. Molenaar te Nes de postbestelling doen.  In 1889 overlijdt Kersje en neemt zijn zoon Willem het post- en boerenwerk over en zoon Lourens de bakkerij.

Willem trouwt met Risje Former. In 1902 komt het kantoor in een nieuw pand aan de Nesserweg waar gelijktijdig een telefoonkantoor wordt gevestigd. Willem deed de boerderij en Risje bestelde de post en beheerde de teklefoon.

Hun beide kinderen , dochter Klaaske (1899-1954) en zoon Kersje (1906-1976) namen de werkzaamheden later over. Zo bediende Klaaske de telefoon en kreeg vanaf 1925 het poststation te beheren.  Na het overlijden van Klaaske in 1954 ging het poststaion naar de winkel van Mej. A. de Boer. In 1959 verkocht zij de winkel en nam zij dit mee naar haar nieuwe woning aan de Nesserweg. In 1966 verhuisde het kantoor naar Camminghastraat 19 onder beheer van Antje van Seventer-Nobel. Het station werd in 1975 opgeheven waarna de postkantoorhouder van Hollum tot 1989 dagelijks een uur zitting hield in het gemeentehuis te Ballum.

Winkels en bedrijven in Hollum, Ameland

Piet(er) de Boer en Janke Boonstra - Bakkerij - Johan Bakkerstraat

Pieter Lieuwe de Boer (1920-1999) was getrouwd met Janke Boonstra (1924-1999). In de volksmond Piet en Jannie genoemd. In het pand is de voormalige oven nog steeds aanwezig. De bakkerij verhuisde later naar de bakkerij van Gerrit Barf aan de J.W. Burgerstraat nr. 8. De oude bakkerij aan de Johan Bakkerstraat is nu in gebruik als woning. Lolke de Vries heeft jarenlang met de broodkar brood gevent en rondgebracht. Hij was eerst in dienst bij bakker Roel de Boer.

 

Simon Bakker en Trijntje Neij - Kruidenier - Badweg/strand

Simon Bakker (1890-1953) was getrouwd met Trijntje Neij (1885-1967) en had aanvankelijk een winkel aan het einde van de Badweg waar ook de zomerhuisjes stonden.  Het bedrijf is later verhuisd naar de Westerlaan  8. Het pand is nu als woning in gebruik.

Jan Engels en Grietje Nobel - Kruidenier en huishoudelijke artikelen - Badweg/strand

Jan Engels (1886-1969)  had ook hier zijn eerste winkel. Later werd zijn winkel gevestigd aan het Zwaneplein nr. 1.  Jan was getrouwd met Grietje Nobel (1891-1957)  Hij hertrouwde later met Haebeltje Heeringa (1898-1971) .Zijn zoon Hendrik (Henk) Engels (1923-2000) getrouwd met Susanne Visser (1920-2003) zette het bedrijf op deze plaats voort eb vestigde hier een Sparwinkel. Jan zette nog een winkel voort in de Burenlaan nr. 27.  Hier was oorspronkelijk een winkel gevestigd van de familie Triemstra. Daar verkocht Jan Engels vervolgens textiel en huishoudelijke artikelen. Ook had hij er een kleine bibliotheek. Later heeft zijn zoon Bertus daar nog een winkel gehad voor woninginrichting en stofferen. Toen Bertus Engels het bedrijf beëindigde heeft eerst R. Tho Bockholt en later Cor de Boer (jr.) hier nog een groente annex levensmiddelenbedrijf gehad. Nu maakt het pand deel uit van een groepsverblijf dat eigendom is van een Duitse organisatie.

Jan de Jong en Sjoukje Wijnberg - Woninginrichting/strandkarverhuur - Badweg 14

Jan de Jong (1912-1998) en Sjoukje Wijnberg hadden aan de Badweg aanvankelijk een kleine schuur van waaruit zij o.a. strandkarren verhuurde. Verder was er een meubelmakerij. Het bedrijf aan de Badweg werd later uitgebreid met een winkel. Woninginrichting en – stoffeerderij waren een belangrijk onderdeel. Later was er ook kleding, babykleding, wol e.d. te koop. Ook de Hooge Stoep heeft nog als kledingzaak dienst gedaan met zoon Jan de Jong en moeder Sjoukje. Hun zoon Cor de Jong nam het bedrijf over. Omstreeks 2010 is het bedrijf beëindigd.

Bram Kossen en Neeke Bakker - Strandpaviljoen - Badweg 36

Bram (Abraham) Kossen (1893-1965) en Neeke Bakker (1894-1990) exploiteerden aan het einde van de Badweg  nr. 36 een strandpaviljoen. Later is dit naar binnen verplaats en werd aan het einde van de Badweg in 1932 een nieuw paviljoen genaamd “de Wijde Blick” gebouwd. Zijn zoon Jan en schoondochter Dolly Woudstra namen dit later over. Vooral de altijd vrolijke en vriendelijke Dolly werd al snel een begrip zodat nog steeds wordt gezegd dat we ”bij  Dolly” naar het strand gaan. Later werd het pand uitgebreid met een pensiongebouw.

Toen het pand werd verkocht in de jaren zeventig werd er door C. Scherjon een discotheek in gevestigd. Aanvankelijk werd de naam “Blauwe Barg” gebruikt, met de naam “West-End” is de discotheek jarenlang en begrip geweest.

In het pensiongebouw heeft Cor de Boer (jr.) nog een tijd een café annex bar geëxploiteerd onder de naam “Lucky Luck”.

Beide panden zijn afgebroken en vervangen door een complex zomerhuizen.

 

Barend de Boer - Cafetaria - Hans Barentszstraat

Barend de Boer is gestart in een bijgebouw ( van de woning J.W. Burgerstraat 4) aan de Hans Barentszstraat met de verkoop van patat e.d. en ijs via een loketverkoop. Later is het bedrijf uitgegroeid tot een restaurant/pension “Het Honk” op het adres J.W. Burgerstraat 4.

 

Pieter Schram en Gertje Bakker- Kruidenierswaren/manufacturen - Cornelis Bruinpad 5 (120)

Pieter Schram geboren in 1863 te Amsterdam was getrouwd met Gertje Bakker. Gertje, een dochter van Dirk Jans Bakker en Neeke Klazen van der Laag werd geboren in 1959  en overleed op 22 januari 1939. Haar man Pieter overleed drie weken eerder op 30 december 1938. Ze hadden op deze plek een kruidenierswinkel. Later is het pand in gebruik genomen als woning bij de smederij van Piet Faber.

 

Piet Faber en Eef van der Geest - Smederij/Installatiebedrijf - Cornelis Bruinpad 2 (119) 5 (120)

Pieter Faber (1887-1964), smid van beroep was in 1918 getrouwd met Sijtske van der Laag. Zijn zoon Piet(er) Faber, geboren in 1920 en overleden in 1994, was  getrouwd met Eva Frederika Wilhelmina van der Geest en zette het bedrijf voort. ”Eef”, zoals ze werd genoemd, werd in 1921 geboren te Rotterdam en overleed in 2013.

Heel wat Hollumer paarden kregen hier hun hoefbeslag.  Later werd ook een installatiebedrijf toegevoegd. De smederij is later overgenomen door zijn zoon Theo en werd gevestigd in het voormalige gebouw van de zuivelfabriek aan de Fabrieksweg. Even verderop aan de Fabrieksweg vinden het installatiebedrijf Faber-Wijnberg, waar zoon Piet mede-eigenaar is geweest.

 

Anja Faber – de Jong

Showroom, wasserette, winkel, tegenover de woning van  Piet en Eef Faber aan het Cornelis Bruinpad heeft een aantal jaren een klein winkelpand gestaan van waaruit o.a. kleding werd verkocht. Het heette : “Sidendaske”  (Koekoeksbloem)  Anja de Jong getrouwd met de volgende generatie Piet Faber  had hier haar kledingwinkel. Het pand is later gesloopt.

Jan Tromp en Grietje Visser - Kruidenierswaren/manufacturen - Burenlaan 37 (58)

Hier hadden Jan Foppe Tromp (1866-1926) en Grietje Visser (1873-1964) aanvankelijk een kruidenierswinkel annex textielwaren. Wanneer ze trouwen in 1902 wordt als zijn beroep arbeider vermeld. Nadat de winkel verdween werd vanachter het pand door zijn vrouw Griet nog petroleum verkocht.  Daarna heeft het installatiebedrijf “Pekabe” het als opslagplaats gebruikt. Nu is het pand gerestaureerd en doet weer dienst als woning.

Het installatiebedrijf  “Pekabe” werd samengevoegd met Faber’s installatiebedrijf dat eerst verhuisde naar Oranjeweg 5 maar nu gevestigd is aan de Fabrieksweg waar nu de fa. Faber-Wijnberg is ontstaan.

Jan de Boer en Rinske Roep - Huishoudelijke artikelen/elektronica/garage - Burenlaan 35

Jan Douwe de Boer (1905-1986) was getrouwd met Rinske Roep (1907-1993) en in dit pand was een winkel gevestigd waar huishoudelijke artikelen, souvenirs en elektronica werd verkocht. Het pand werd ook bewoond door de familie de Boer die behalve de winkel ook een garage annex benzinepomp exploiteerde. Zowel winkel, garage en pompen zijn verdwenen. Oorspronkelijk is het bedrijf van Jan de Boer begonnen aan de Zuiderlaan 5.   Zoon Douwe heeft aanvankelijk nog het garagebedrijf gehad. Het bedrijf groeide verder ook nog uit tot een installatiebedrijf dat via het pand Burenlaan 37, verhuisd is naar de Fabrieksweg.

De verkoop van huishoudelijke artikelen, souvenirs en elektronica werd verplaats naar een nieuw winkelpand aan de Oranjeweg 10 waar dochter Afie samen met haar man Piet Schuringa zeker 40 jaar de “Galerie Uniek” exploiteerde. In het pand is nu vishandel Metz gevestigd.

 

Thys Triemstra en Grietje Nobel - Fournituren - Burenlaan 27

Thys Triemstra ( 1911-2001) wordt geboren in Augustinusga. Hij is een zoon van Wieger triemstra en Hylkje Jongeling. Vader is arbeider en het is een groot gezin. Thys is de jongste van 8 kinderen. Merkwaardig is dat de eerste negen jaar van zijn leven doorbrengt op de boerderij van een broer en schoonzus van zijn vader Hepke Wietzes Triemstra en Roelina Poelstra. In dit gezin is in 1903 een dochter geboren en zij is het enige kind. Thys wordt in 1911 in het bevolkingsregister ingeschreven als een zoon van dit echtpaar tot hij in 1920 terug gaat naar zijn eigen gezin.

Hij trouwt op 3 oktober 1940 met Grietje Nobel (1915-2001) dochter van Klaas Nobel en Afie de Boer.  Thys en Grietje vertrekken later naar  Suawoude waar ze ook liggen begraven.

Jan Engels en Grietje Nobel - Manufacturen/ bibliotheek - Burenlaan 27

Jan Engels verhuisde met zijn winkel aan het einde van de Badweg naar het pand Burenlaan 27. Hij verkocht stoffen en andere manufacturen. Zijn zoon Klaas-Jan Engels heeft de winkel nog enige tijd voortgezet. Jan Engels trouwde na het overlijden van Grietje met Heabeltje Heeringa.(Zie hiervoor)

Pieter Smit en Aaltje de Boer - Kruidenierswaren en groente - Burenlaan 15

In dit pand woonden Piet en Aaltje en hadden daar een kleine kruidenierswinkel en verkochten daar ook groente. Pieter Smit was in 1904 geboren in Wierum .Hij trouwde in 1937 met Aaltje de Boer (1900-1977). In de volksmond werd hij “Piet van alle dagen” genoemd. De reden van deze toevoeging was dat hij vrijwel dagelijks bij zijn klanten langs ging om te vragen of men nog iets nodig had. Het bedrijfje is gestopt toen Piet overleed in 1965.  Het pand is nu een woning.

Vivo van Piet en Aaltje Smit aan de Burenlaan in Hollum

Willem Visser en Rinske Bakker - Schoenmakerij - Burenlaan

Willem Visser (1861-1935) , zoon van Job Tjeerds Visser en Yetske Willems de Boer,  was getrouwd in 1890 met Rinske Bakker.  Rinske was een dochter van Kornelis Doekes Bakker, bakker van beroep, en Aagje Gerrits Brouwer. Als Willem op 30 maart 1935 te Leeuwarden overlijdt is hij nog steeds schoenmaker. Rinske overlijdt op 27 oktober 1942 te Hollum. Buurman en winkelier Pieter Smit doet aangiofte van het overlijden.     

Joh. Feenstra en Grietje Woudstra - Kleermakerij - Burenlaan 5 (24)

Johannes Wieberens Feenstra (1865-1941) was getrouwd met Grietje Woudstra (1865-1953). Johannes was geboren in St. Jacobi Parochie en Grietje in Ternaard.

 

Piet(er) van der Laag en Aafke Ruijgh - Petroleum - Burenlaan 13 (30)

Piet van der Laag (1899-1982)  was getrouwd met Aafke Ruijgh (1901-1995) kennen we o.a. als walbaas bij de reddingboot en dorpsomroeper. Ook verkocht hij, zoals veel anderen, petroleum. Minder bekend is misschien dat hij als kapper dienst deed. Het pand is altijd ook als woning in gebruik geweest. Dochter Pietje heeft hier gewoond en bezorgde de medicijnen in Hollum.

 

Haye Dijkstra en Sybrigje Smit - Groente en fruit - Burenlaan

Haye Dijkstra is afkomstig van Oosterend in de toenmalige gemeente Hennaarderadeel waar hij in 1903 werd geboren. Hij trouwde met Sybrigje Smit, geboren in Wierum in 1906. Het echtpaar is later verhuisd naar Amsterdam. Haye overleed in 1969 en Sybrigje in 1975. Het echtpaar ligt in Hollum begraven. 

Op de plek waar nu het terras van café “de Welvaart” is stond een pand van waaruit kruidenierswaren werden verkocht.       

Paulus Lublink en Rigtje van der Weide - Bakkerij - Burenlaan 8

Paulus Lublink (1903-1972) getrouwde met Rigtje van der Weide (1904-1990) neemt de bakkerij over van zijn tante Antje Bakker die getrouwd was met Ellert Quarre. Antje haar vader Cornelis Doekes Bakker en grootvader Doeke Cornelis Bakker hadden ook in dit pand een bakkerij. Zeker is in ieder geval dat zo rond 1840/1850 een bakkerij in dit pand was gevestigd. Zo rond 1960 is het bedrijf beëindigd. Het wordt en werd gebruikt als woning en vakantiewoning.

 

Jacob Brouwer en Pietje Bakker - Drukwerk e.d. - Burenlaan 20

Jacob Brouwer ( 1888-1971) was getrouwd met Pietje Bakker (1893-1994) en had hier zijn kantoor dat hij vooral gebruikte voor zijn ambt als gemeenteontvanger. Maar je ook bij hem terecht voor drukwerk, zoals naamkaartjes e.d.

 

Cornelis Lublink en Jetske de Boer - Bouwbedrijf - Burenlaan 21

Achter de woning Burenlaan 21 staat de loods waar het bouwbedrijf van Cor Lublink was gevestigd. Op deze plek is nu het bouwbedrijf van Pieter Smit gevestigd. Cornelis Lublink (1904-1981) was getrouwd met Jetske de Boer (1906-1992)

Gerrit Bakker en Getje Dokter - Kruidenierswaren/manufacturen - Burenlaan 28 later nr. 34

In dit pand begonnen Gerrit Bakker (1911-1988) en Getje Dokter (1913-2000) hun winkeltje. Gerrit had ook een boerderij maar zijn vee stond elders in het dorp. Getje verkocht niet alleen kruidenierswaren, kledingstoffen en manufacturen maar had ook een opleiding als coupeuse gevolgd en naaide ook kleding. Ze hebben later van woning geruild met Dirk Jongsma die hier een viswinkel begon.           De familie Bakker verhuisde naar het pand Burenlaan 34 waar Jongsma eerst zijn winkel had gevestigd.  In dit pand kon ook het vee een plek krijgen in de schuur achter de woning.

Kees Talma en Truida Woudstra namen de viswinkel over en vestigden in het pand ook een cafetaria. Vervolgens heeft Jacob van Dijk nog een souvenir/cadeauwinkel in het pand gehad. Nu is het als woning in gebruik.

Bauke Baukema en Wilhelmina Brik - Bakkerij/Pension - Burenlaan 30

Bauke Baukema (1896-1961) en Wilhelmina Brik (1904-1989) hebben het pand  in 1929 gekocht van Hendrik Visser en Tiete Jongsma. In het pand werd een bakkerij en een pension gevestigd.

In 1961 is Baukema gestopt met de bakkerij. Hij overleed kort daarna, waarna zijn vrouw en jongste dochter verhuisden naar Harlingen. Sindsdien is het pand als woning, pension en bed en breakfast in gebruik.

Dirk Jongsma en Jetje Ruijgh - Vishandel - Burenlaan 34 later nr. 28.

In het pand had Dirk Jongsma (1893-1976) met Jetske Ruijgh (1900-1984) een viswinkeltje. Hij verkocht ook door hem zelf gevangen vis. Na de ruil met de familie Bakker heeft hij dit voortgezet in Burenlaan 28. Het pand is nu als woning in gebruik. De achter de woning staande boerenschuur is afgebroken.

 

Johan van der Meij - Schoenmakerij - Burenlaan 40

Johan van der Meij heeft in dit pand een schoenmakerij en schoenwinkeltje gehad. Het pand is nu als woning in gebruik. Johan was een zoon van Gooi van der Meij. Beiden waren geboren in Ballum . Ze trouwden in 1914 en gingen in Hollum wonen waar Gooi kustlichtwachter was.  Johan was ongehuwd  en woonde bij zijn ouders in. Johan zijn zuster Trijntje van der Meij woonde met haar man Bertus Bakker in het achterhuis.

Annie Wijnberg en Sietske Wijnberg - Petroleum - Burenlaan 36

Bij de woning die min of meer  gelegen is achter het pand Burenlaan 40 had Annie Wijnberg  jarenlang haar petroleumhandel.      Annie (1916-1993) en Sietske (1905-1996) hebben hier altijd samen gewoond.

Jan IJnsen en Tietje de Vries - Verf/behang/schilder - Burenlaan 48

Jan IJnsen (1916-1990) had een schildersbedrijf en had een werkplaats annex winkel bij de woning. Hij was getrouwd met Tietje de Vries (1912-1998). Het bedrijf is later overgenomen door zoon Douwe IJnsen. Op dit moment is het niet meer in bedrijf.

Anne Bruin en Pietje van der Wal - Beurtvaart - Burenlaan 39

De familie Bruin, Cor en Anne Bruin, Gooi Visser en Hans Bruin hebben jaren een beurtvaart gehad. Aanvankelijk op Harlingen en Amsterdam en later  vanaf Leeuwarden en Harlingen.  Als je wat met “de schippers “ had verzonden of laten komen dan kwam later Cor Bruin met de rekening aan de deur.

Aan de Zuiderlaan stond de kolenschuur van waaruit de brandstof werd rondgebracht. Dit werd vaak door Piet Barf gedaan.

Cor Bruin (1899-1988)  en Hiltje Visser (1963-1976)

Anne Bruin (1903-1993) en Pietje van der Wal (1912-1982)

Hans Bruin (1922-2004) en Trijntje Alida Postmus (1922-1975)

Gooi Visser                             en Aagje van der Laag

 

Jan Nagtegaal - Petroleum - J.W. Burgerstraat

Jan Nagtegaal  (1905 – 1971)was  een zoon van Barend Nagtegaal en Janke Barf. Hij waseen broer van o.a. Hannes, Ida, Grietje, Arend, Gerrit en Betje Nagtegaal. Hij is overleden in Haren (Groningen).

Sjouke Visser en Hieke Bakker - Installatiebedrijf/Huishoudelijke artikelen - J.W. Burgerstraat 2

Sjouke Visser (1909-1969)  en Hieke Bakker (1909-1995) hadden  hier een installatiebedrijf, fietsen/motoren werkplaats en een winkel in huishoudelijke artikelen. Ook was er een benzinepomp. Zijn vrouw Hieke bestierde de winkel. Het bedrijf is later voortgezet door zoon Gerrit Visser en zijn vrouw Greetje Rinsema.

De winkel is nu in gebruik bij de familie Boersma als “de Snuusterij” , een cadeau- en kledingwinkel.  Het installatiebedrijf  bevindt zich aan de  J. de Vriesstraat. Dochter Tjippie Visser heeft dit met haar man Ben Bunicich voortgezet.  Het garagebedrijf en de benzinepomp vinden we terug aan de Oranjeweg waar kleinzoon Steven Visser nu dit bedrijf heeft.

 

Tjeerd Wijnberg en Jacobina Dekker - Bakkerij - J.W. Burgerstraat 2

Tjeerd Wijnberg (1885-1956) en Jacobina Dekker (1873-1952)  zijn getrouwd op26 mei 1910.  Tjeerd is dan zeeman van beroep. Ze hebben korte periode een bakkerij gehad in dit pand. Ze stonden bekend als “Tjeerd en Biene”.

Annet Hamer - Cadeauwinkel - J.W. Burgerstraat 1

Annet Hamer – “Tierlantijn”- Souvenirs en cadeau winkel, het pand is nu in gebruik als woning.

Hannes Timmerman - Schoenmakerij - Yme Dunenweg

Hannes Timmerman, geboren in 1866 en overleden in 1940 was een zoon van Jan Hansen Timmerman en Rimkje Eeuwes de Vries.

Aan een zandpad wat nu de Yme Dunenweg is woonde Hannes Timmerman die doofstom was en daarom in de volksmond “: Stomme Hannes”werd genoemd.  Hij repareerde hier schoenen.  Hij kon maar twee woorden spreken en dat was : “Amerika ver”. Bhij had dit waarschijnlijk meegenomen uit de tijd dat hij zeeman was geweest.

 

Grietje de Boer-Brouwer - Kruidenierswaren - Herenweg 3

Grietje Brouwer ( 1873-1962) was getrouwd met Hendrik Willem de Boer (1873-1928).  Hendrik overleed in 1928 op 54-jarige leeftijd.  Zoals meer weduwen begon Grietje een winkeltje in de gang ( legewân) van haar huisje aan de Herenweg. Ze verkocht vooral kruidenierswaren. Ze stond in de volksmond bekend als “winkelke Griet”. Zij is 87 jaar geworden en overleed in 1962. Gelukkig kon zij nog van een AOW-uitkering genieten waardoor ze met het winkeltje kon stoppen.

Kees de Boer en Getje Dirks Borsch - Smederij - Herenweg

 

Aan de zuidkant van de Herenweg stond vroeger de smederij van Kees (Cornelis Barends) de Boer. Na een brand waarbij het pand verloren ging is het bedrijf niet meer opgestart. Er zijn rond 1930 een aantal woningen gebouwd. In het boekje “Ameland in oude ansichten” kunnen we zijn schuur met daarachter de smederij zien (foto 69). Ook zijn vader Barend Hansen de Boer was “grofsmid”.

Kees (Cornelis) de Boer (1861-1925) trouwde in 1886 met Getje Dirks Borsch (1863-1901). Op 3 april 1901 wordt hun 9e kind geboren. Het is een dochter die Getje wordt genoemd. Het meisje overlijdt na 4 dagen op 7 april en haar moeder Getje overlijdt weer 4 dagen later op 11 april 1901.

Kees (Cornelis) de Boer hertrouwt in 1909 met de weduwe van Johannes Bakker (1865-1905). Zij heet Trijntje Sparrius, geboren in 1881 en in 1902 getrouwd met deze Johannes Bakker. Het echtpaar krijgt in 1903 een tweeling, twee jongens Botte en Gribbert die 3 dagen later overlijden. In 1905 wordt hun dochter Aafke geboren  die later trouwt met Willem Jans IJnsen. Kees de Boer en Trijntje Sparrius  krijgen samen nog 11 kinderen. 

 

Gerrit Dokter en Sietske Neij - Slagerij - O.P. Lapstraat 2

Behalve een boerderij hadden Gerrit Dokter (1901-1983) en Sietske Neij (1901-1983) ook een slagerij, waar ook werd geslacht, aan de O.P. Lapstraat. Het bedrijf is later overgenomen door zijn zoon Gerrit Dokter (1929-2003) en Jette (Henriette Cornelia) Jongsma( 1930-2005). Het bedrijf  werd toen verplaatst naar het pand Westerlaan 9. Daar werd het bedrijf uitgebreid met een cafetaria. Dit leidde tot sluiting van de slagerij en zo werd hier het cafetariabedrijf voortgezet tot het midden van de zestiger jaren. Daarna werd het bedrijf overgedaan aan Coos Scherjon en werd hier het restaurant “Het Zeepaardje” door Scherjon gevestigd.

Vroeger stond naast de boerderij/slagerij van Gerrit Dokter aan de O.P. Lapstraat de draai- en zweefmolen tijdens de kermis. Gerrit en Jette verhuisden later terug naar het ouderlijk huis aan de O.P. Lapstraat. Daar had Jette nog jarenlang haar ijsloket. Nu zit hier de cafetaria “de Fretpot” van de familie Akkerman.

Hannes de Jong en Janke de Boer - Kolen en fouragehandel - O.P. Lapstraat 10

Hannes de Jong (1908-1983) en Janke de Boer (1920-1996) hadden in de schuur achter het woonhuis een kolenhandel en fouragebedrijf. Na uitbreiding van het fouragebedrijf werd de voormalige boerderij aan de O.P. Lapstraat 7 gebruikt voor de opslag van steenkool.  Hannes had als een van de eersten een vrachtwagen waar hij de kolen mee rond bracht. Zijn zuster Griet de Jong deed de administratie. Nu woont kleinzoon Geert de Jong hier.

 

A. Faber- de Jong - Antiek/Curiosa - O.P. Lapstraat 7

Nadat het gebruik als kolenschuur was beëindigd heeft op deze plek ook nog een tijdje het VVV Kantoor gezeten en ook heeft Anja Faber-de Jong hier nog een tijdje een winkel gehad van waaruit ze antiek en curiosa verkocht. Het pand is nu als woning in gebruik.

Hendrik IJnsen en Grietje van der Zee - Melk en zuivelhandel - O.P. Lapstraat

Hendrik IJnsen (1905-2000) ventte vanuit dit pand met zijn melkhandel met paard en wagen. Dagelijks trok het door het dorp waar hij met een bel zijn klanten kenbaar maakte dat “de melkboer” er was. Er was ook verkoop aan huis dat zijn vrouw Grietje van der Zee verzorgde(1910-1990). Hendrik was één van de 18 kinderen van Jan IJnsen en Trijntje de Boer. Van deze 18 zijn er 6 op zeer jonge leeftijd overleden. Zijn zoon Jan IJnsen heeft eerst nog met zijn vader samengewerkt en later alleen de melkhandel voortgezet. Daarna ventte hij met een SRV-wagen (zuivel- en kruideniersproducten) door het dorp en de recreatiegebieden. Dit werd later nog voortgezet door Lou Riemersma en Jaap Boersma.

Trijntje Bakker - Kruidenierswinkel - Noorderweg 5

Trijntje, geboren in 1904, woonde in haar ouderlijk huis. Haar ouders waren Douwe Bakker en Trijntje Timmerman.  Er waren 5 kinderen: Jan, Rimkje, Pietje, Trijntje en Piet. Haar vader is in 1918 overleden, 57 jaar oud. Door het vroege overlijden van haar man  begon de moeder van Trijntje een winkeltje in de gang van haar woning.  De verdiensten in die tijd bedroegen één tot anderhalve gulden.   In 1934 overleed haar Moeder Trijntje ook nog maar 62 jaar oud. De drie dochters bleven met broer Piet en Jan in de woning en hielden ook het winkeltje aan. De beide broers  waren zeeman en alleen dus thuis als hun schip binnen was. Piet is ook nog ter walvisvaart geweest met de “Willem Barentsz”.

Zus Rimkje overleed in 1942, 45 jaar oud. Ze was handwerkjuf op school en heeft veel gebreid en gewerkt bij en voor anderen. Omdat broer Piet trouwde in 1946 en naar Amsterdam verhuisde bleven Trijntje en haar gehandicapte zus Pietje (geboren met een ongelukkige hand en een klompvoet) achter in het huisje. Toen ook Pietje in 1957 overleed bleef Trijntje alleen achter. Rond 1960 is ze met het winkeltje gestopt. Wel heeft ze vanaf 1957 medicijnen rondgebracht voor dokter Straatsma, vandaar de bijnaam “Trijntje medicijntje”.

In 1965 is ze verhuisd naar de Stelp waar ze in 1991 is overleden op de leeftijd van 87 jaar!

Harmen Wijnberg en Janke Barf - Petroleumhandel - Oosterlaan (oud nr 185)

In een huisje dat tegen de muur van de begraafplaats was gebouwd had Harmen Wijnberg een petroleumhandel. Harmen Wijnberg geboren in 1854 was visser van beroep. Hij trouwde in 1878 met Janke Barf. Zij was geboren in 1845 en overleed in 1920. Harmen is overleden in 1927. Het huisje is afgebroken.

Roel de Boer en Trijntje Visser - Bakkerij - Oosterlaan (oud nr. 220)

In het pand Oosterlaan had Roel de Boer (1888-1948) een bakkerij. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn Roel en zijn knecht Lolke de Vries opgepakt vanwege belediging van de Duitsers. Gelukkig is dat goed afgelopen. Roel de Boer was afkomstig uit Drachten. Hij trouwde in 1914 met Trijntje Visser (1891-1951). Op dat moment is zijn beroep al bakker. Roel de Boer is in 1948 overleden. De bakkerij is daarna afgebroken. Deze stond aan de westzijde van de Oosterlaan naast het pand van het museum Sorgdrager.

Cornelis (Kees) Manje - Fotografie, huishoudelijke art. e.d. - Westerlaan 18 / Visgerei, klein huishoudelijk goed Oosterlaan 21

Kees Manje (1873-1963), zoals hij werd genoemd, was de eerste fotograaf in Hollum. Naast fotografie verkocht hij vanuit de winkel huishoudelijke artikelen en kleine boerenbenodigdheden.

Toen Kees Manje zijn winkel aan de Westerlaan had verlaten heeft hij met zijn huishoudster gewoond in dit pand in de Oosterlaan. Vanuit de woning verkocht hij nog visbenodigheden en kleine huishoudelijke artikelen. Toen de familie van der Laag de winkel aan de Westerlaan in 1956 verliet en naar Drachten verhuisde is Kees Manje teruggekeerd naar dit pand. Omdat hij geen elektrisch licht e.d. wilde gebruiken is alles wat met elektriciteit te maken had uit de woning verwijderd. Na zijn overlijden in 1963 werd alles opnieuw geïnstalleerd door zijn zuster Catharina Manje

Kees Manje, zoals hij werd genoemd, was de eerste fotograaf in Hollum. Naast fotografie verkocht hij vanuit de winkel huishoudelijke artikelen en kleine boerenbenodigdheden.

 

Het winkeltje van Cees Manje in Hollum

Sjoerd Lublink en Trijntje Edes - Smederij - Oosterlaan 1

In het pand op de hoek Oosterlaan/Burenlaan heeft Sjoerd Lublink een smederij gehad. Het bedrijf is beëindigd doordat het gezin naar België is vetrokken. Sjoerd Lublink, geboren in 1905, is later met zijn vrouw Trijntje Edes teruggekeerd naar het eiland en woonde in de Oosterlaan. Hij overleed in 1982, zijn vrouw in 2003.

 

Gerlof Visser - Zeilmakerij - Zuiderlaan 2

Gelf (Gerlof) Visser (1916-1994) heeft, na jaren in of nabij  Amsterdam te hebben gewoond, bij zijn terugkeer naar het eiland zijn machines voor de zeilmakerij meegenomen naar het eiland en geplaatst in de schuur achter het pand Zuiderlaan 2.  Van daaruit heeft nog een aantal jaren activiteiten ondernomen zoals reparatiewerk aan zeilen van zeilschepen en surfplanken.

Thomas Postma - Schildersbedrijf - Oranjeweg 5 (147)

Thomas Postma is 40 jaar wanneer hij in 1914 trouwt met de 33-jarige Sjoukje Visser.  Hij is huisschilder van beroep en dan afkomstig uit Barradeel. Hij heeft vanuit het pand Oranjeweg 5 een schildersbedrijf uitgeoefend. Thomas is in 1874 geboren te Reitsum  in de gemeente Westdongeradeel. In 1934 overlijdt Thomas Postma.

In 1959 wordt het pand  door de enige dochter Trijntje verkocht aan Piet Wijnberg die hier een schoenmakerij begon.

Piet Wijnberg en Antje Barf - schoenmakerij - Oranjeweg 5

Piet Wijnberg (1914-1996) was getrouwd met Antje Barf (1913-2000). Na het vak aan de vaste wal te hebben geleerd begon Piet Wijnberg (1914-1996) in 1959 een schoenmakerij in het pand Oranjeweg 5. De winkel kreeg de naam  “de Rode Laars” zoals ook de schoenmakerij heette waarbij hij in Amsterdam had gewerkt. Piet Wijnberg is gestopt met het bedrijf toen hij bij de PTT postbode is geworden.

Klaas Harmen Wijnberg - Installatiebedrijf - Oranjeweg 5

Vanuit de Burenlaan is het installatiebedrijf “PeKaBe”  verplaatst naar de Oranjeweg. In een grote loods achter de woning was de opslag gevestigd. Ook is een aantal jaren door hun dochter Anja een kapsalon in gebruik geweest.  Het bedrijf maakt nu deel uit van het installatiebedrijf “Faber-Wijnberg”aan de Fabrieksweg.

 

Harmen Barf en Sjoukje de Boer - Melkrijder/landbouw- en boerenkleingoed - Oranjeweg 8

Hier heeft Harmen Barf (1881-1960) dit bedrijf gehad met daarnaast een klein boerenbedrijf. Hij was getrouwd met Sjoukje de Boer (1881-1858). Zijn zoon Arie (Arend Harmen)) Barf is daarna jarenlang melkrijder in Hollum geweest.  Hij was gehuwd met  Alida H. Algra. Arie deed dit werk met paard en wagen.  Daarnaast had hij een klein boerenbedrijf.

 

Piet Schuringa en Afie de Boer - Galerie “Uniek” - Oranjeweg 10

Piet en Afie Schuringa-de Boer  bouwden een nieuw winkelpand met woning op deze plek aan de Oranjeweg. Ze verkochten elektronica, huish.art.,sierraden,  fotoartikelen, souvenirs etc. Het was min of meer een voortzetting van de winkel die Jan de Boer en zijn vrouw Rinske Roep aan de Burenlaan hadden. In het pand zit nu de viswinkel met restaurant van de fam. Metz.

 

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>