Kardinaal De Jong

IJzeren Jan van Ameland

Johannes de Jong, geboren in Nes op Ameland, heette eigenlijk Jan. Hij was Jan van Jan de Bakker en hij werd kerkhistoricus, aartsbisschop, kardinaal en metropoliet en bovenal een erudiete man. Door zijn optreden tijdens de Duitse bezetting werd De Jong een icoon van waarachtige grootheid en een bron van inspiratie. Hij veroordeelde openlijk de NSB en wilde in 1940 de Ariërverklaring afwijzen. Dat laatste kreeg hij niet meteen voor elkaar: in 1942 kwam het protest tegen de Jodenvervolging. Het verzet was openlijk en daardoor effectief. Non possumus non loqui was zijn parool: Wij mogen niet meer zwijgen. De Jong werd binnen en buiten de kerk op handen gedragen.

Door Jeanet de Jong

Jan van Jan de bakker
Johannes (Jan) de Jong werd kardinaal de Jong en hij speelde een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. Hij werd op 10 september 1885 op Ameland geboren en kreeg de naam Jan, genoemd naar zijn vader en grootvader. Als bisschop werd hij naar Rooms gebruik Johannes genoemd en zo kreeg hij dezelfde naam als zijn broer, die al sinds zijn geboorte de naam Johannes droeg, naar de grootvader van moederszijde. Jan overleed vlak voor zijn zeventigste verjaardag op 8 september 1955. Hij was de zoon van roggebroodbakker Jan de Jong uit Nes en dus was hij Jan van Jan de bakker. Zijn familie is nog altijd de roggebroodbakker van het eiland. Jan was de oudste van acht kinderen van Jan de Jong en Trijntje Mosterman.

Jan Pastoor
Zijn klasgenootjes noemden hem Jan Pastoor. Hij had een goed stel hersens en bezocht na zijn school op het eiland de priesteropleiding. In 1908 werd hij tot priester gewijd en daarna mocht hij naar Rome voor verdere studie aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana. Hij promoveerde in 1910 in de wijsbegeerte en in 1911 in de godgeleerdheid. Daarna keerde hij terug naar Nederland en werd kapelaan in Amersfoort. Jan de Jong was bevriend met Tames Oud, de kunstenaar van Ameland. Door zijn neven en nichten werd hij heeroom Jan genoemd.

Professor, schrijver en kerkgeschiedenis
Na zijn studie en promotie werd hij conrector van het klooster van de Zusters van O.L. Vrouw in Amersfoort en in 1914 werd hij hoogleraar Kerkgeschiedenis aan het grootseminarie Rijsenburg. Hij schreef in die tijd het Handboek der Kerkgeschiedenis, zijn standaardwerk in twee, later vier, delen dat tussen 1929 en 1931 verscheen. Die delen werden verplichte kost voor priesters in opleiding in Nederland en Vlaams België.

Ameland en het bisschopshuis aan de Reeweg
Jan hield van Rome, maar meer nog hield hij van zijn eiland. Hij bezocht Ameland en zijn familie regelmatig. Hij kwam bijvoorbeeld graag bij zijn tantes die in Nes achter hun huis een groentetuin en boomgaard hadden. Daar liep hij dan door de tuin en zat hij onder de fruitbomen op een bankje en anders wandelde hij wel door het bos, de duinen en over het strand. In 1936 werd hij aartsbisschop en voor zijn wapenschild koos hij toen de maan en de balken van het Amelander wapen.

Aartsbisschop De Jong van bisdom Utrecht
De Jong werd in 1936 aartsbisschop van het bisdom Utrecht (en van Rhusium in Thracië) en tevens metropoliet, kerkvader die aan het hoofd staat van een kerkprovincie. De kerkprovincie van aartsbisschop De Jong was Utrecht, die heel katholiek Nederland met z’n verschillende bisdommen, beslaat.

Aartsbisschop in oorlogstijd
In de Tweede Wereldoorlog werd De Jongs onverzettelijke houding een steun voor velen en een bron van inspiratie. Al in mei 1936 schreef de aartsbisschop dat medewerking verlenen aan de NSB niet werd gewaardeerd. Katholieken die dat deden werden uitgesloten van de sacramenten. Er mochten bijvoorbeeld geen NSB-advertenties in de rooms-katholieke kranten worden opgenomen. Ook na de Duitse inval liet hij weten dat de maatregelen tegen de NSB en nationaalsocialistische mantelorganisaties van kracht bleven. Hij liet daarover op 3 augustus 1941 zelfs een brief voorlezen in de kerken, tot woede van de Duitsers. De Jong wilde ook tegen de Jodenvervolging protesteren maar daarvoor kreeg hij de handen van de Nederlandse bisschoppen niet op elkaar. Het verzet tegen de bezetter stimuleerde wel een interkerkelijke samenwerking. Er werd een protesttelegram opgesteld tegen vervolging van Joodse medeburgers, die in juli 1942 in katholieke en protestantse kerken werd voorgelezen. Dat was Seyss-Inquart tegen het zere been en het resulteerde in arrestaties van 245 Joodse katholieken.

Yad Vashem

Op 1 februari 2022 kreeg kardinaal de Jong postuum de Yad Vashem toegekend, een onderscheiding voor niet-Joden die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben verzet tegen de vervolging en daarbij zelf risico liepen. Op 19 september 2022 kreeg de familie de oorkonde en medaille uitgereikt uit handen van de Israëlische ambassadeur in Nederland Modi Ephraim. De oorkonde en medaille gingen mee naar Ameland.


Het wapen van Kardinaal de JongKardinaal de Jong
Op 18 februari 1946 werd aartsbisschop De Jong door Paus Pius XII tot kardinaal gecreëerd in de San Clemente, zijn titelkerk. Die kerk in Rome is gewijd aan Paus Clemens I, dezelfde Clemens waar de Clemenskerk op Ameland naar genoemd is. In die kerk in Nes had de jonge priester zijn eerste mis opgedragen. Jan de Jong kon zelf niet naar Rome komen om de kardinaalsmuts in ontvangst te nemen, hij was destijds te zwak. Hij ging een paar jaar later, in 1951, en kwam toen met de rode muts thuis. De Jong was de eerste kardinaal van aartsbisdom Utrecht sinds de reformatie.

Ridder Grootkruis
In 1946 ontving kardinaal De Jong ook een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Utrecht en in 1948 verleende de Katholieke Universiteit Leuven hem eenzelfde eer. Jan de Jong werd onderscheiden als Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Huis met de paarse ruitjes
Jan de Jong ging in 1951 met emeritaat. Hij had in 1942 een hersenbloeding gekregen en verzwakte. Zijn gezondheid ging achteruit en hij verhuisde naar het klooster van O.L. Vrouw in Amersfoort, het huis met de paarse ruitjes. Daar leefde hij nog een paar jaar in alle rust, verzorgd door de zusters van het klooster. Aan de Zuidsingel in Amersfoort is nog altijd het wapenschild van de kardinaal te zien, met daarin de balken en de maan uit het Amelander wapen. Zijn wapenspreuk, Dominus mihi adjutor, staat eronder. Het is een spreuk uit Psalm 118:7 en betekent De Heer is mijn helper.

Zijn laatste publieke optreden was in 1953, toen hij de verzamelde gelovigen tijdens een manifestatie ter ere van Honderd jaar Kromstaf in de Utrechtse Galgenwaard middels een bandopname opriep de eenheid te bewaren. De aanwezigen waren diep ontroerd en riepen herhaalde malen ''Lang leve de Kardinaal!'' Hij stierf op 8 september 1955 in Amersfoort. Hij rust op de Begraafplaats St. Barbara in Utrecht.

Kardinaal de Jongscholen en Kardinaal de Jongstraten
Er zijn scholen naar de kardinaal genoemd en straten, lanen en pleinen. In Nes op Ameland is een Kardinaal de Jongweg en staat een Kardinaal de Jongschool. Aan de Kardinaal de Jongweg staat een bronzen standbeeld van de kardinaal, gemaakt door Frans Ram. Het werd in 1982 onthuld.

Het boek van Henk van Osch
Er zijn verschillende boeken over kardinaal de Jong verschenen. In het Ameland Boeken blog treft u ze aan. Tik bij ZOEKEN Kardinaal de Jong in.
Henk van Osch schreef een biografie over Jan de Jong, die in maart 2016 uitkwam. Het is een boek over een spraakmakende kerkvader, over de jongen van Ameland die onhandig en verlegen was en die erudiet en van grote betekenis werd. Geen groot spreker, maar wel een groot denker. Al voor de oorlog bleek hij de ideale man om te getuigen over goed en kwaad. Hij keerde zich tegen het nationaalsocialisme en sprak zich scherp uit tegen de naziterreur. Hij liet brieven voorlezen in de kerken om de gelovigen aan te bevelen het goede te doen. Daarmee droeg hij bij aan een hechtere Nederlandse identiteit waarbij tegenstellingen tussen de katholieke en de protestantse kerken werden verkleind. De Jong werd een icoon van waarachtige grootheid en een bron van inspiratie.

Van Osch beschrijft De Jong als een vrome, nederige man met een ijzeren geheugen. De grote Amelander was innemend, maar zonder elegantie. En hij was volgens Van Osch een held. “Als een held iemand is die zich heldhaftig heeft gedragen, ook al was het met grote tegenzin, dan was Jan de Jong beslist een held.”

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>