Amelander archiefschatten 6: Vier Dokkumer visdieven veroordeeld (1731)

Veel mensen denken dat archieven stoffig en saai zijn. Dat vooroordeel klopt niet. In archieven worden unieke historische documenten bewaard die vaak spannende, verdrietige of vrolijke verhalen vertellen. Historicus en archivaris Vincent Robijn reist voor De Amelander Nederlandse en buitenlandse archieven af op zoek naar Amelander archiefschatten. Deze keer kwam hij terug uit het Nationaal Archief met een strafdossier uit 1731 over vier Dokkumer visdieven.

Door Vincent Robijn

Voor onderzoek naar de geschiedenis van Ameland is het archief van de Nassause Domeinraad dat bij het Nationaal Archief in Den Haag bewaard wordt, een echte goudmijn. Vanaf 1704 was Ameland persoonlijk bezit van de familie Oranje-Nassau en daarmee werd het eiland uiteindelijk onderdeel van de zogeheten 'Nassause Domeinen'. Wie wil weten hoe Ameland in de achttiende- en negentiende eeuw werd bestuurd, hoe het grondbezit verdeeld was en wat er dagelijks allemaal op en rond het eiland gebeurde, kan niet om dit archief heen.

Onder inventarisnummer 1865 bevindt zich in het archief van de Nassause Domeinraad een strafdossier dat gaat over de diefstal van vis op Ameland in 1731 door vier inwoners van Dokkum. Op het eerste gezicht lijkt deze zaak weinig opzienbarend, maar als we de stukken in dit dossier lezen blijkt dat zij een interessant inkijkje geven in hoe de Amelander gemeenschap ver voor de invoering van de moderne rechtspraak omging met kleine misdrijven en vergrijpen.

Muzikanten

Op zaterdag 12 mei 1731 reisden Antonie Bergsma (45 jaar) en diens echtgenote Janke Pieters (36 jaar) samen met Haije Uilkes (die volgens zijn verklaring in het dossier niet zeker wist of hij 33 of 34 jaar oud was) en echtgenote Cornelia Hendriks (26 jaar) vanuit hun woonplaats Dokkum naar Ameland. Het viertal wilde daar op de kermis muziek maken met de viool en 'klepperbeenen' [wellicht een soort castagnetten] en 'eenig poppegoed' verkopen. De keuze om naar Ameland te reizen om muziek te maken, lag niet direct voor de hand. Antonie Bergsma was namelijk in het dagelijks leven stoelwinder en Haije Uilkes werkte in Dokkum als knecht bij een wolkammer. Over het in het openbaar spelen op de viool liet Haije dan ook in zijn verklaring optekenen: 'hetwelk hij anders noijt hadde gedaen, gelijk hij ook maer seer weijnig speelen konde.' Niettemin reisden de Dokkumers als muzikanten naar Ameland en namen in Nes hun intrek in de herberg van Lijsbet Engels, door de Amelanders 'Smotske' genoemd. In de nacht van zondag op maandag stelde Antonie zijn medereizigers voor een nachtelijke wandeling te maken en te 'zien of sij niet hier of daer een droog scholletje konden vinden'. Op Haije's vraag of daar geen 'swarigheit' van zou komen, antwoordde Antonie dat zij alleen schollen zouden meenemen die reeds van de drooglijn gevallen waren.

Schollen

Even buiten Nes vonden de Dokkumers achter een dijkje een drooglijn ('hang') met enkele tientallen schollen. De vrouwen bleven aan de binnenzijde van de dijk staan, terwijl de mannen aan de andere kant schollen gingen 'rapen' en hun buit over de dijk gooiden. In zijn latere verklaring beweerde Haije dat alleen Antonie schollen van de lijn had gehaald en dat het er minder dan twintig moesten zijn geweest. Cornelia was inmiddels zo angstig geworden dat zij de schollen die zij in haar schort had verzameld in het open veld liet vallen. Op dat moment kwamen er enkele jonge jongens langs die Cornelia en Janke beetpakten en in onvervalst Amelands toeriepen: 'vrouwmensch dou heste scholl stolen'. Uiteindelijk wisten beide vrouwen zich van de jongens te ontworstelen en de herberg van Smotske terug te vinden, waar zich even later Antonie en Haije ook meldden. Toen de Dokkumers de volgende ochtend om acht uur met de boot naar Holwerd wilden vertrekken, werden zij van boord gehaald door twee gerechtsdienaren en als gevangenen overgebracht naar het slot in Ballum.

Getuigenissen

In het strafdossier dat bij het Nationaal Archief bewaard wordt, bevinden zich diverse stukken over deze kleine dievengeschiedenis. Het gaat onder meer om de getuigenissen van de verdachten, die door Nicolaas Arnoldi als rentmeester van Ameland op 16 mei zijn opgetekend. Deze geven een eenduidig beeld van de zaak: het nachtelijke plan om een paar droge schollen te 'nemen' was afkomstig van Antonie Bergsma. Haije Uilkes en zijn vrouw Cornelia lieten zich meeslepen. Antonie erkende tegenover Arnoldi dat hij de aanstichter van het misdrijf was en dat hij waarschijnlijk teveel had gedronken. De volgende ochtend was hij 'daarmeede verlegen geweest' en had hij berouw. Bij de verklaringen van de vier verdachten is een document gevoegd waarin negen inwoners van Dokkum verklaren dat Haije Uilkes 'een persoon geweest is van borgerlijk [burgerlijk/deugdzaam], ja eerlijk leven en wandel' en dat hij zijn meester Jan Jansen Kraen als knecht altijd trouw en eerlijk gediend had.

Aanhef van het vonnis van stadhouder Willem IV

Aanhef van het vonnis van stadhouder Willem IV

Advies

Interessanter dan de verklaringen van de verdachten is het schriftelijke advies dat Nicolaas Arnoldi aan de Friese stadhouder Willem IV – de toenmalige Heer van Ameland - uitbracht omtrent de vorm en de zwaarte van de straffen. Arnoldi concludeert dat Antonie en Janke de 'opstellers en auteurs' van het misdrijf zijn en dat Haije en Cornelia door de daders tot medeplichtigheid zijn aangezet en dus minder straf verdienen. Vervolgens komt Arnoldi met een opmerkelijk genuanceerd advies. Hij stelt dat dit misdrijf volgens het heersende keizerlijk recht bestraft zou moeten worden met geseling (lijfstraf) en verbanning. In dit geval achtte de Amelander rentmeester deze straffen echter te zwaar. Volgens Arnoldi is het stelen van gedroogde schollen 'niet een vuile en swaare maar een ligte dieverij'. Hoewel vis die in de open lucht hangt te drogen aan de 'publieke trouwe en veiligheid moet [kunnen] worden overgelaten' is het stelen ervan minder erg dan het stelen van goederen. Immers, het stelen van voedsel gebeurt soms uit honger en nood; hoewel daar in dit geval geen sprake van is. Verder pleit Arnoldi ervoor deze zaak niet al te zwaar te bestraffen omdat op Ameland en andere eilanden 'het neemen van een enkel scholletje veeltijds gebeurt'. Arnoldi verzoekt de stadhouder af te zien van de geseling van de veroordeelden 'omdat het op Ameland van ouds de gewoonte is geweest dieverij niet met geeseling maar met de kaak [schandpaal], het hondegat of banissement [verbanning] te straffen'. Volgens de rentmeester kan men zich op Ameland niet heugen dat een veroordeling tot geseling ooit daadwerkelijk is uitgevoerd en door de Heer van Ameland niet is omgezet in een andere strafvorm. Klaarblijkelijk gold er in die tijd een milder strafregime op het eiland dan aan de wal. Bovendien hebben oudere Amelanders hem verteld dat vele jaren geleden enkele vrouwen die schollen hadden gestolen in het openbaar aan de schandpaal waren gebonden met schollen om hun nek. Arnoldi pleit ervoor dat ook bij deze veroordeelden te doen en hen daarna van het eiland te verbannen.

Vonnis

Reeds op 26 mei, een week na het advies van Arnoldi, kwam stadhouder Willem IV met zijn vonnis in deze zaak. Haije Uilkes werd veroordeeld tot drie dagen opsluiting op water en brood in het 'hondegat' in het slot in Ballum en werd daarna voor twee jaar verbannen van het eiland. Antonie Bergsma werd een uur lang vastgebonden aan de schandpaal in Ballum met schollen om zijn nek om 'publijk ten toon te staan' en zo een afschrikkend voorbeeld voor anderen te vormen. Hij moest daarna binnen 48 uur het eiland verlaten en werd voor vijf jaar verbannen. Over de beide echtgenotes wordt in het vonnis niets vermeld. Of de Dokkumers zich ooit nog op het eiland hebben durven wagen, is onbekend.

Dit artikel is afkomstig uit een eerdere uitgave van magazine De Amelander en is met toestemming van de redactie geplaatst. © De Amelander

Nieuwsbrief Amelander historie

Het beste van Amelander historie in je mailbox? Meld je aan voor de maandelijkse nieuwsbrief
 
 
 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>