Kippenhouderij op Ameland, en hoe het verder ging

In de agrarische geschiedenis zie je dat er van oudsher kippen gehouden werden. Al stelde dat niet altijd veel voor. Toch was het houden van kippen vaak een waardevolle aanvulling op het verder karige bestaan op het eiland. Al was het alleen maar om  de noodzakelijke behoefte aan de voedzame eiwitten die de kippen opleveren. Mijn oma Gerbentje de Jong-Kooiker vertelde wel het verhaal over haar oom Sjapes Dirk (Kooiker). In zijn huishouding was het zo'n grote armoede  dat zijn vrouw Duifje 's morgens eerst stond te wachten tot de kippen hun eieren hadden gelegd alvorens ze deze eieren, in het winkeltje van Willem Dieters aan de Strandweg in Buren,  kon ruilen voor wat suiker. Dat speelde zo rond 1895.

De hoeder, boer en strandjutter Sjapes Dirk (1859-1942) op zijn erf waar de kippen omscharrelen. 1938.

De 85-jarige oud-Buremer Gerben de Jong vertelde me over de 12 kippen die ze thuis hadden. Zijn broer Antoon kon de kippen hypnotiseren en stil laten zitten op hun stokken.  Hij was het ook die de kippen slachtte als ze van de leg waren. Even de bijl erbij en de kop op de paal en klaar. Oude Bep plukte de veren en "sînsde de hin" met een vlam van de petroleumlamp. Als ze mosselen van het wad hadden gehaald, werden de schelpen altijd stuk geslagen en gingen in het kippenhok. Moeder was in die tijd vrijwel jaarlijks zwanger en had dus ook al die tijd borstvoeding te geven. Voor haar waren er veel eieren nodig om op kracht te blijven. De eieren werden geklopt, er werd wat koffie en suiker bij gedaan voor de smaak en dat dronk ze op.

loslopende kippen op Ameland

Omstreeks 1850 werden er 1000 kippen en 100 eenden geteld. In 1956 toen de landbouw door verkaveling en landbouwcursussen een nieuw elan kreeg waren er 5300 stuks pluimvee.

In 1922 werd de ABTB opgericht. De Aartsdiocesanen Boeren en Tuinders Bond was een katholieke landbouworganisatie zoals er ook een Christelijke( CBTB ) en een Algemene ( Friese Maatschappij van Landbouw) was.  De ABTB richtte een speciale pluimvee afdeling op waarvoor al snel 22 leden zich aanmeldden. Het eerste verzameladres voor de eieren, waar ze ook gestempeld werden, was bij P.D. Molenaar.

Aantal Hoenders in 1947                   1953    
Hollum                         114                       85
Ballum                            17                       39           
Nes                                586                    822 plus 650 kuikens
Buren                            131                    144
Er waren in 1947 toen drie personen die een behoorlijke hoenderstapel hadden van een paar 100 stuks. Verder had iedere boer enige kippen op de boerderij maar nergens meer dan 25 stuks.  Aldus Cyp de Jong in zijn Boerenstand op Ameland (1948).

Het aantal kippen in 1955 was 2750. Vooral in het zomerseizoen konden er veel meer eieren worden verkocht dan de productie voor de veeverbetering bedroeg. Voor vooral kleine bedrijven was uitbreiding in de kippen wel aantrekkelijk. De Streekverbeteringscommissie heeft ter bevordering van de kippenhouderij een viertal kippenhokken geplaatst met een premie van het Streekplan. Het is vooral het Oosteind van het eiland waar de pluimveehouderij is uitgebreid en zo waren op 1 mei 1962 in totaal 7050 kippen op Ameland.
Uit mei-telling overzichten blijkt dat landelijk gezien 1959 zijn hoogtepunt had. Het aantal kippen was in 1964 met 25% gedaald. De opbrengstprijs lag toen op f 9,22 per 100 eieren terwijl de kostprijs lag op 12,1 cent. Per bedrijf lagen de resultaten zeer verschillend wat vooral te maken had met het vakmanschap van de boer. Gemiddeld werd er in Nederland 1650 kippen per bedrijf gehouden. De eierconsumptie lag op 225 per persoon per jaar.

Kippenhouderij op Ameland, en hoe het verder ging

De Hinnehokken van Jan Bloem

Aan wat nu het Bramerpad is, naast de Paasduin en tegenover de Kardinaal de Jongschool, had Jan Bloem zijn kippenhokken. Deze gebouwen waren gemaakt door Hendrik Mosterman, vader van o.a. Andre Mosterman, en opa van Froukje, Carla en Aukje. Jan Bloem haalde elke dag een emmer vol eieren bij zijn kippen op. De laatste jaren gebruikte Jan Bloem de "hinnehokken" in de wintermaanden voor de opslag van tenthuisjes. Zo rond 1970 kocht mijn vader de kippenhokken van Jan Bloem. Hij betaalde daar 5000,- gulden voor.  Hij heeft echter daar nooit kippen gehouden.  

Hinnehokken gebruikt als kalverenhokken bij Nes Ameland

Ongeveer 1970. Er lopen nog wat hobbykippen. De hokken werden gebruikt als kalverenhok. De jonge kalveren lopen er voor. Die kalves binne fan Johán fan Japik.

Enkele jaren later verkocht hij de hôkkeböel aan Piet Fluitsma voor 7000,- gulden. Die kon dat geld echter niet vrijmaken en daarom werd hij geholpen door Antje van Klare (Spoelstra). Die had net de Hônnedunen verkocht aan de gemeente waar korte tijd later de openbare Lagere School op werd gebouwd. Piet Fluitsma en Antje van Klare waren altijd groot met elkaar. Na Piet en Hanneke Fluitsma gingen deze hokken over naar hun stief-zoon Gerlof Brouwer. Die hield hier schapen en aan de achterkant een paar varkens. Toen begin jaren het recreatiegebied de Vleijen is aangelegd, kocht de gemeente dit terrein. Nu ligt er een duin van afgegraven zand op.

Paula Jansen vertelt:

Ik heb van 1990 tot zeker 1999 bij "tante Hanneke" hotel Molenzicht gewerkt. En als ik deze verhalen van de kippenhokken voorbij zie komen doet me dat terug denken aan die tijd. Zij had daar een aantal vriezers staan, waar zij steeds op haar fietsje heen moest om er wat uit te halen. Deze oude hokken stonden schuin tegenover de Kardinaal de Jong school. Moet je nagaan dat ze steeds tijdens het koken, even naar de vriezer moest,. Ik zie haar nog gaan soms wel 3x per maaltijd. Tassen vol aan het stuur. Wij mochten dat nooit doen. Zij wist precies waar alles lag. Ik heb er een fijne tijd gehad. Die hokken waren toen van haar broer Gerlof, vertelde ze.

De Hinnehokken van Anne en Oeke van Klare

Kippenhokken van Anne SpoelstraKippenhokken van Anne Spoelstra

Antje Metz kwam uit Buren, (familie van Dirk van Sanne). Je had ook nog de broers Oeke van Klare (Spoelstra) en Anne van Klare. Oeke was vrijgezel en Anne was getrouwd met Antje, die hadden geen kinderen. Anne zou een keer de paarden inspannen en stond tussen de paarden in toen ze plotseling op de loop gingen. Anne kwam onder de wagen terecht en raakte zwaar gehandicapt. Anne zei een keer over zijn broer Oeke:"die wordt 100 jaar, of ze moeten hem voor die tijd doodslaan..."  Oeke, Anne en Antje van klare woonden in het winkeltje tegenover het reddingsstation in Nes waar nu restaurant de Heksenketel staat.

Reddingsstation Nes Ameland

De jongen op de foto is Oeke Spoelstra. Aan de andere kant van de weg hun winkel.

Na Oeke kwam Wolthuis daar met zijn groentewinkel.  Anne ventte vroeger wel met paard en wagen met boodschappen bij de huisjes aan de Strandweg. Later bouwden ze een nieuw huis aan de Duinweg te Nes. Daarachter werd een flink kippenhok gebouwd. Anne Spoelstra had de kippenhokken eerst staan aan de Hiemkesweg, naast de huidige tennisbaan. Omdat de gemeente deze grond graag wilde hebben, heeft hij als compensatie toestemming gekregen om een schuur te bouwen achter zijn woning. Na hen kwamen daar hun neef Henk  Metz met zijn vrouw Jannie Scheltema. Nu woont daar  zoon Peter en vriendin Evelien. Het naastliggend kippenhok werd gekocht door Andries Metz ( dikke Andries was zijn bijnaam.) Ook een neef van Antje van Klare. Het was toen reeds een vakantiewoning.

Daarnaast kwam begin jaren 60 het nieuwe huis van Piet en Cathariena de Jong. Nu wonen daar  Hans en Petrina Kuperus en op de plaats van het kippenhok staat nu een moderne, eigentijds vakantieverblijf.

De kippenhokken van Anne en Oeke van Klare

De kippenhokken van Anne en Oeke van Klare zijn in de loop der jaren getransformeerd in luxe vakantiehuizen. Links hoorde voorheen bij Piet en Catharina de Jong (Piet van  Anna Nieuwenhuis) rechts bij Oeke van Klare, nu woont hierin het gezin van Hendrik Metz, de visboer.

Hendrik Spoelstra x Klara Metz:

  • Catharina x Cor Metz
  • Oeke
  • Anne x Antje Metz

Antje was een zus van Dirk die met Sanne was getrouwd. Antje en Dirk hadden ook nog een broer: Jan de schilder, getrouwd met Door Former.

Catharina en Cor kregen 14 kinderen o.a. Andries, die later de schuur had waar Hendrik de visboer nu woont (die was van Anne en Oeke)

De kippenhokken van Cor Gransbergen

Door Meinte Bonthuis

Cor Gransbergen, grootvader van huidige Cor, was rijksambtenaar en kwam in 1921 naar Ameland. Hij was getrouwd met Jantje van der Veer. Ze kregen 3 kinderen: Cor Ahzwerus, Aaffien en Aaltje. Affien trouwde met Gabe Scheltema en Cor Ahzwerus trouwde op 22 oktober 1927 met Janke Wiersma. Aaltje was lerares aan de industrieschool in Leeuwarden en was vrijgezel.

Cor en Janke kregen 2 kinderen: Cor en Hendrika.

Hendrika trouwde met Jan Nobel en Cor met Hennie Meyer

De overgrootvader van onze Cor Gransbergen heeft ook nog een bakkerij in Delfzijl gehad. Delfzijl was toen een grote haven voor zeilschepen. Uit de brieven uit die tijd is nog te lezen dat het om duizenden scheepsbeschuiten ging. De eieren die ze daar voor gebruikten waren in het voorjaar wel eieren van meeuwen. Ze haalden die van Schiermonniksoog. De bakkerij in Delfzijl was waar nu het kantoor van Wagenborg is.

In de hele lijn van de familie komen bakkers voor en zo was het ook met Cor A. Eerst in Baard en later vestigde hij een bakkerijtje op Ameland aan de noordkant van de huidige bakker Rijpstra (voorheen bakker Algra) eind twintiger jaren. Een bakkerij stookte in die tijd de ovens op met turf en takken.

Vanwege ruimtegebrek kocht hij een stuk land ten noorden van Nes, nu beter bekend als Groenland en plaatste daar een hok voor zijn stookmateriaal. Niet lang daarna kwam er hok bij en begon hij als bijverdienste kippen te houden (800 stuks).

Eeltje Hofker had ook kippen en hokken. Deze stonden op hun land wat het Berouw heette (nu Fostaland). Hij kreeg vlak voor de oorlog een baan aan de wal en wilde graag zijn kippenhokken kwijt. Uiteindelijk heeft Cor A. ze gekregen. Met zijn eigen kippen en had daardoor een leuke bijverdienste aan de eieren. De meesten gingen naar de wal.

In de oorlog was er bijna geen voer te krijgen en verdwenen de kippen langzaam naar de buiken van de Duitsers. Het stuk land in het Berouw wilde hoteleigenaar Walraven Hofker graag gebruiken als groentetuin en zo verdwenen deze hokken. Drie hokken kwamen terecht op Groenland en deze staan er nog steeds.

Henderika en Cor Gransbergen Nes AmelandCor A.Gransbergen met Janke Wiersma met hun twee kinderen Cor en Hendrika en het personeel voor de bakkerij.

Links: Henderika en Cor Gransbergen. Foto rechts: Cor A.Gransbergen met Janke Wiersma met hun twee kinderen Cor en Hendrika en het personeel voor de bakkerij.

Kippenhokken van Gransbergen Nes AmelandKippenhokken van Gransbergen Nes Ameland

Op de vraag hoe de anderen het hadden met hun kippen en voer is gemakkelijk te beantwoorden. Zij hadden bijna allemaal stukjes land met rogge, dus genoeg eten voor de kippen. Cor A. had dit niet. Er is ook wel vismeel gevoerd aan de kippen echter die eieren waren niet geliefd bij de toeristen, volgens Jan Scheltema

Na de oorlog werd de bakkerij verkocht aan Rijpstra en kwamen er weer kippen: barnevelders en witte leghorns en dit heeft tot eind jaren zestig geduurd. Toen kwamen de badgasten in deze hokken terecht. De kippen maakten langzaam plaats voor het toerisme.

Cor vertelde ook nog een leuke anekdote over de eieren:

Cor A. was niet katholiek en verkocht dus ook geen eieren aan katholieken. Pastoor kreeg van de katholieken met Pasen zoveel eieren dat hij er niet tegen kon eten. Hij wilde ze ook niet weer teruggeven, dus via een omweg kwamen ze bij Cor A. terecht, die ze weer verkocht naar de wal.

Jan Blaak bij het kippenhok van Cor Gransbergen in 1947Jantje Blaak in 1947

Over de vraag of er ook ziektes in de kippen hebben gezeten kan Cor ontkennend antwoorden. De meest gevreesde ziekte was snot (waardoor waarschijnlijk bij Theo Metz alle kippen het loodje legden) en Cor A. deed chloor door het water waardoor deze ziekte niet optrad. Op de ondergrond werd bij Cor A. stro gebruikt, dit vermengt met het witte zand leverde na verloop van tijd een vruchtbare grond op daar op Groenland.

Badgasten bij kippenhok Cor GransbergenEen van de bestaande hokken op Groenland.

Foto links: badgasten bij de bungalow. Foto rechts: een van de bestaande hokken op Groenland

Klaas van Jeppe Groenewold had ook kippen. Hij woonde waar nu Heere Schols woont. Klaas zijn kippen dwaalden nog wel eens naar het land van zijn buurman Nico Bosch. Die ergerde zich daaraan en jaagde ze met een stok weer van zijn erf af. De familie Klaas en Willemke Groenewold zagen dat spectakel vanuit hun woonkamer wel gebeuren. Op een zomerse dag had Nico Bosch allemaal hooirookjes op zijn kampje staan. De hinnen fan Klaas fan Jeppe scharrelden ook weer die kant uit. 'S avonds tegen donker ging Klaas met een emmer met "fule eies" naar Nico zijn hooirookjes en maakte er een mooi nest in met daarin de " fule eies". De dag erop zat Nico weer achter de kippen van Klaas aan. Totdat hij het nest met eieren ontdekte. Hij keek schichtig om zich heen of iemand hem zag, de pet ging af en daarin werd voorzichtig de eieren in gelegd. Met de pet vol "fule" eieren ging Nico naar zijn vrouw Aafke. Alles met veel hilariteit gadegeslagen door buurman Groenewold. ( Dit verhaal heb ik van Jeppe)

Verhaal van de stamtafel verteld door Hennie Gransbergen. Geen kippenhouder wel eieren. Kleine Schelte Scheltema woonde waar nu Piet Kuperus woont, de dokter, die kippen had, woonde waar nu het van Heeckeren hostel is. S'morgens glipte kleine Schelte door de schuurdeur naar binnen voerde de kippen en riep dan kiep kiep kiep. Als hij genoeg eieren had geraapt glipte hij weer naar buiten. Daarna deed hij opnieuw met veel kabaal de schuurdeuren weer open en joeg de kippen voor de dokter naar buiten. Dus op deze wijze kon je kippenhouder zonder kippen te hebben.

De kippenhokken van Klaas Oud (Willem van Klaas)

Antoon Oud (Toon van Klaas) vertelt:

In 1956 heeft Klaas Oud zijn kippenhok gebouwd. Tegelijk met Ruud Beekema, Wouter Oud en IJs Metz. De Streekverbeteringscommissie die stimuleerde dat erg. Klaas Oud kreeg geen subsidie. Jan Kiewiet begon later met zijn kippen.

Klaas Oud kon 1500 kippen in zijn schuur houden. Ze kregen die als kuikens aangeleverd. Ze zaten in een kartonnen doos met 6 rijen met elke rij 5 vakken. Elke rij had 250 kuikens.

kippenhokken van Klaas Oud (Willem van Klaas)

De jonge kippen raakten ongeveer na 4 maanden aan de leg. Ze hadden dan al heel wat opfokvoer opgegeten. Als de eierproductie begon, had de jonge kip vaak bloed aan zijn achterste. Andere kippen begonnen daarop te pikken en beschadigden de jonge kip daarop nog meer. Het gebeurde dan wel dat er 's morgens zo 20 doodgepikte kippen in het hok lagen.

Tegen het pikken kregen de kippen een zogenaamd kippebrilletje op. Een stukje ijzerdraad wat werd gestoken door het hoornige gedeelte van de snavel. Later brandde of schroeiden ze wel een puntje van de bovenste snavel. Dan was het pikken ook afgelopen.

De kippen van Klaas Oud, de foto is van kleindochter Ingrid Oud

De kippen van Klaas Oud. De foto is van kleindochter Ingrid Oud

In de nesten werden boekwijtdoppen gebruikt om de kip het ei leggen zo aangenaam mogelijk te maken en om schone eieren te ontvangen. Het voer werd gekocht bij de Aankoopvereniging ABTB. De eierproductie was ongeveer 1100 tot 1200 eieren per dag, de opbrengst zat rond de 6 cent. De afzet was goed, soms werd er zelfs nog 4 kisten met eieren van de wal bijgekocht. Er hing een bordje bij de weg: te koop, aardappelen en eieren.

In het rechtergedeelte hangen gordijnen voor de ramen.

In het rechtergedeelte hangen gordijnen voor de ramen. Dit was het vakantieverblijf voor schoonzoon Douwe Brouwer en dochter Regina Oud die vanuit Amsterdam met hun kinderen hier hun stekje hadden.

De kippenhokken van Theo en Ruud Beekema

Toen Theo Beekema in 1962 de boerderij van zijn vader Ruud overnam deed hij ook meteen de kippentak weg. Hij had er niets mee. Theo had veel meer aardigheid aan het houden van schapen. De vroegere kippenhokken zijn jarenlang voor de helft gebruikt als schapenhok. In het voorjaar werden er de drachtige schapen opgevangen totdat ze hun lammeren kregen. De andere helft daar stond de hele winter jongvee. 16 hokkelingen konden erop een rijtje staan. Aangebonden zoals het toen gebruikelijk was. Aan de achterkant van de dieren was een mestgoot. De kippenhokken stonden in de Noord/Westhoek van hun huiskampje, tegen de Noordwal aan. Ongeveer 400 kippen konden ze er houden. De kuikens kwamen van de wal en de eieren gingen naar de wal.

Johanna Beekema-Oud op de foto bij het kippenhok van haar ouders Wouter en Helena Oud.

Johanna Beekema-Oud op de foto bij het kippenhok van haar ouders Wouter en Helena Oud.

Toen ze begonnen kregen ze een stimuleringspremie van het Streekverbeteringsorgaan. Vader Ruud had er ook een slagerij bij. Het probleem met het houden van  kippen was dat het ontzettend veel ratten aantrok. De ratten kwamen op het kippenvoer af en konden hun holen maken in de opgestapelde kippenmest onder de slaapbomen. Er werd wel rattenvergif gebruikt maar dat hielp niet veel. Voor Theo gaf dat de doorslag om met de kippen te stoppen. Veertig jaar geleden begonnen hij en zijn vrouw Johanna met een kampeerboerderij. De veestalling en het hooivak werden omgebouwd tot modern gastenverblijf. In 1980 bouwde Theo op de Suihoek, aan de Reeweg richting de dijk, een nieuwe ligboxenstal. Zijn zoon Leo woont hier nu met zijn gezin.

Richard Kiewiet herinnert de grote hoeveelheden ratten nog . Wij gingen als kind avonds in donker met een knieplicht door het raam schijnen. Het krioelde dan van de ratten. De kippen zaten op stok avonds Op een zaterdag mochten wij als jongens van de kippenboer Fam Kiewiet/Veltman die ratten vangen. De kippen waren al verkocht daar. De ramen en deuren dicht en de broek bij de sokken in anders schoten de ratten bij de broekspijp in. Dan water in de tientallen gaten gieten en met een schep wachten tot ze eruit vlogen. Groot feest telkens als er weer eentje met een bloedgang eruit sprong . Op het eind van de morgen hadden we een bult van een halve meter hoog aan  ratten gevangen die we in het slootje achter de kippenhokken aan de Noordwal neer legden. (Ook aan de Noordwal tussen de boompjes gingen wij wel te rattenvangen. (Het enige stukje Noordwal dijkje zien we nu nog liggen thv het voelbalveld achter dat bankje aan de noordkant.)

De kippenhokken van Wouter en Lenie Oud (Johan van Wouter)

De kippenhokken van Wouter en Lenie Oud (Johan van Wouter)Wouter Oud

Johan Oud, Johan fan Wouter, woont nu op de plaats waar zijn ouders Wouter en Helena Oud-Brouwer voorheen de boerderij hadden. Wouter Oud was een kleine bescheiden boer met koeien, jongvee en schapen. Een melkmachine heeft hij nooit gehad. Naast zijn boerderij was hij arbeider, zoals zo veel boeren dat toen waren. In de jaren 60 begon hij op wat schrale duingrond aan de Strandweg met een camping. Geleidelijk aan groeide dat via zijn zoon Dirk en later via zijn kleinzoon Floris Oud uit tot camping De Kiekduun en strandpaviljoen Sjoerd in Nes. De oude boerderij is eind jaren 70 afgebroken en in dezelfde stijl staat er nu een dubbele woning. 

In 1956 kocht Wouter een bouwpakket voor een kippenschuur uit Vroomshoop. Samen met de buurman Piet (fan Barends) Kooiker metselden ze de fundering. Ome Jaap (Jaap fan ut nije huus) Oud zette het bouwpakket in elkaar. Er was plaats voor 200 kippen. Het was vooral Jacob Wouters , de zwager van Wouter, die hem stimuleerde om met kippen te beginnen. Jacob had in Nes achter zijn woning ook kippen. Hij noemde dat later Hoenderspark en Jagersveld. Later stond daar Hotel Töben. De kippenhouderij in Buren en omstreken had een soort van bedrijfsbegeleiding door een zekere Koster. Die kwam om de paar weken van de wal en besprak dan zaken als voeding en dierziekten. Alle eieren gingen naar de wal. Theo Metz, die zelf ook kippen hield, was medewerker bij vrachtvervoerder Dirk (van Jippes) Beijaard, en haalde de eieren dan met paard en wagen op. 

Helena Oud-BrouwerWouter Oud van Ameland

Links: Helena Oud-Brouwer

Toen de vader van Helena Oud (Douwe Jan Dirk Brouwer) overleed, kreeg ze een erfenis van 1000,- gulden. Voor dat geld lieten ze een tweede kippenhok erbij bouwen. Hierin konden ook nog eens 100 kippen. Helena had veel aardigheid aan de kippenhouderij. Voor de kippenhokken was een buitenloop met hoog gaas. In de loop van de jaren 60 liepen de verdiensten terug en was het gebeurd met het professioneel houden van kippen. Echter tot op de dag van vandaag scharrelen er kippen op het erf van Johan en Marietje Oud.

Kippenhok Wouter OudSamen met het houden van konijnen en sierduiven is het een hobby gebleven. In het kippenhok wat ooit is gebouwd door Jaap fan ut nije huus, verblijven nu al jaren recreanten. Ze hebben daar een daalders plekje.

 

 

Een kijkje is de oude kippenhokken van Wouter Oud            Een kijkje is de oude kippenhokken van Wouter Oud

Een kijkje is de oude kippenhokken van Wouter Oud            

De Kippenhouderij van Jacob en Catharina Wouters-Brouwer

Zij trouwden op 19 oktober 1939.  Jacob kwam oorspronkelijk uit Bolsward. Hij kwam naar Ameland als bakkersknecht bij bakker Lublink in Hollum. Catharina kwam uit Buren uit de grote familie van Douwe Jan Dirks Brouwer.

Jacob en Catharina WoutersBij hun trouwen bouwden ze een huis aan de Strandweg, gebouwd door broer/zwager Paulus Brouwer.  Ze kregen samen 14 kinderen. Jacob en Catharina hadden een kruidenierswinkeltje. Met de bakfiets ventte hij zijn boodschappen. Later deden zijn kinderen dat ook wel. Als de kinderen er met de bakfiets op uit waren, maakten ze vaak meer omzet dan vader. Wellicht dat de kinderen wat medelijden opwekten en daarom beter verkochten, aldus zoon Tom. Met 14 kinderen aan tafel waren er heel wat monden te voeden. Er waren 6 geiten. Van de geitenmelk vermengd met wat Brinta er doorheen geklopt, werden de jongste baby's gevoed. Dat ging via een Friese Vlag koffiemelk fles met een speen erop. Moeder was heel kundig om van niets, iets te maken. Ze hebben nooit geen honger gehad.
Ze verkochten in de oorlogsjaren ook kerkenboeken, rozenkransen en heiligenbeelden. Als de Duitse bezetter Jacob Wouters aanduiden dan spraken ze over die man van het Jezuswinkeltje. Jacob was een inventieve man en was altijd opzoek naar verdiensten. Zo was hij één van de eersten die met kippen begon. Dat moet zo rond 1955 zijn geweest. Hij kon 500,- gulden lenen van juffrouw Pietje, een vrijgezelle schooljuffrouw. Ze waren beiden actief in de katholieke parochie, vandaar. Met die lening kon Jacob een kippenhok bouwen en de inventaris met kippen aanschaffen. De kippenhokken stonden aan de noordkant van hun huis aan de Strandweg. Aan de Strandweg stond een groot bord met daarop: ‘Hoenderspark en Jagersveld’. Daaronder in keurige letters ‘Jacob Wouters’. Hoewel Jacob één van de eersten was die met kippen begon, prees hij het kippenvak ook aan bij zijn familie. Het kreeg navolging, ook via de Streekverbetering. In de nesten gebruikte hij boekwijtdoppen. De eieren bleven daardoor mooi schoon. Om de luizen te onderdrukken mengde hij de boekwijt doppen met kampferballen.

Op de foto Tom en zijn broer Dick met de hond Horsa. Achter is te zien Pension Wouters en daar voor het kippenhok waar in het linker deel de familie in de zomermaanden verbleef.

Op de foto Tom en zijn broer Dick met de hond Horsa. Achter is te zien Pension Wouters en daar voor het kippenhok waar in het linker deel de familie in de zomermaanden verbleef. Rechts zaten nog kippen.

Op een gegeven moment kwam Jacob tot de conclusie dat er te veel in dezelfde vijver zaten te vissen. De prijs werd minder door te veel concurrentie. De laatste keer had hij kuikens gekocht van het ras Sussex. Na 3 maanden van opfokken bleken het allemaal haantjes te zijn. Hij heeft zich op een nette manier beklaagd bij de leverancier en kreeg een vergoeding voor de geleden schade. Wat moest hij nu met de hanen. Hij slachtte ze zelf en verkocht de kippenborsten als filet en verdiende daarmee beter dan aan de eieren. Echter hij hield niet van slachten en zijn kinderen nog minder. Daarmee was het kippenbedrijf over.

Jacob Wouters plukt de hanen voor de slacht. Links op de achtergrond het huis van de Zusters Dominicatessen aan de overkant van de Strandweg. Rechts het hinnehok.

Jacob Wouters plukt de hanen voor de slacht. Links op de achtergrond het huis van de Zusters Dominicatessen aan de overkant van de Strandweg. Rechts het hinnehok.

Ook bij Jacob Wouters’ Hoenderpark en Jagersveld waren ratten een groot probleem. Ze doodden de kuikens en daarmee de toekomst van de onderneming. Gerrit van Os was destijds de rattenvanger. Hij hield er onorthodoxe methoden op na. Hij ving de ratten met een klem. Als de ratten nog leefden deed hij ze in een groot marmeladeblik waarin hij gaten had geslagen. Hij liet vervolgens die ratten zo hard schreeuwen dat de hele rattenfamilie vluchtte. Ze waren dan een maand van de ratten af. Jacob was niet blij met deze dieronvriendelijke rattenbestrijding. Gerrit had daarop een andere methode bedacht. De ratten hadden hun eigen looppad. Je zag dat ze langs het stro onder de pannen hun eigen routes hadden. Van Os liet ze langs stroomdraden lopen waarmee ze geëlektrocuteerd werden. De Partij van de Dieren bestond nog niet.

Toen de meeste kippen waren vertrokken kon Jacob en Catharina naastliggende grond kopen van Piet Mosterman. Daarop bouwde hij zijn pension. In de begin jaren woonde de hele familie, 14 kinderen, in de zomermaanden in het voormalige kippenhok.  Het woonhuis werd verhuurd als pension. Met een tuinslang werd er een waterverbinding gelegd naar de zomerresidentie. Zoon Tom heeft gouden herinneringen aan zijn jeugdjaren. Nog weer later kon hij de oude bioscoop kopen van Lume Tuininga. Dat was eerst een slaapdependance van het pension. Vele jaren later verrees hier pension Bakema van dochter Martijntje en Wil Bakema. Dochter Riet en haar man Herman Töben gingen met het pension verder als hotel/pension Töben.

De kippenhokken van Gerben en Cathriene Molenaar (van Nijlân)

Zoon Willem Molenaar heeft nog vage herinneringen aan de aanwezigheid van de kippen. Zo rond 1965 waren ze er nog. Uit de verhalen is overgebleven dat ze veel last hadden van bloedluis. De zitstokken zagen soms zwart van de luizen. Dochter Rita is enkele jaren ouder en die kan zich meer herinneren. Ze verteld: "We hebben inderdaad hinnehokken gehad aan de zuidkant van de boerderij. Volgens mij 2 hokken aan elkaar vast of 1 hok in 2 gedeeltes. Aan de zuidkant van de hokken zaten veel ramen en de kippenuitloop (waar de kippen doorheen naar buiten konden).

Ook veel ratten gehad. In mijn beleving heb ik als klein meisje tijdens het “ontratten” van de hokken door ons pa en een oom een rat op mijn klomp gehad. Ik weet ook nog dat we bij ons in het “kleinkoeiehuuske” zaten en dat daar een grote doos (soort taartdoos) met kleine pielkes stond en die moesten eerst onder de warme lamp. We verkochten volgens mij ook eieren aan mensen, Buremers denk ik, die bij ons aan de deur (van het spoelhok) kwamen. We hadden op een gegeven moment 4 kwaaie hanen, die ook wel buiten liepen en waar we bang voor waren. Ze kwamen op ons af en wilden ons pikken. Ook gingen we te kievitsei zoeken richting de Kooi en toen kwamen we op het lân van Hendrik van Sjouke Jaap en daar vonden we allemaal kippebrilletjes. Waarschijnlijk met het spoeirijen daar terecht gekomen." Op het laatst werd het kippenhok in tweeën gebruikt. In het westelijkste deel werden enkele varkens gehouden.

Een pluimveebril of kippenbril is een plaatje dat op de snavel van de kip wordt gemonteerd. KippenbrilletjeHet brilletje is niet bedoeld om het zicht te verbeteren, het belemmert dit juist. Kippen kunnen het slachtoffer worden van verenpikkerij, iets wat zelfs tot kannibalisme kan leiden. Het is een uitwas van de instinctmatige behoefte in een groep een rangorde vast te stellen. Door met de pluimveebril het zicht van de vogels te beperken wordt het vrijwel onmogelijk gemaakt andere vogels te beschadigen. Het plaatje is daartoe met een pen door de snavel voor de ogen van de vogel gemonteerd.

 

De kippenhokken van Marius van Tuinen. (Vanaf 1947 van H. J. van Tuinen, daarvoor van Gerrit Koster) te Ballum

In 1947 trouwde de toen 36-jarige Hendrik J. van Tuinen met de 19-jarige Anneke van Duinen uit Holwerd. Ze konden toen de boerderij van de weduwe van Gerrit Koster overnemen. Die was in dat jaar overleden.

Boerderij Hendrik van Tuinen Ballum in 1947

De boerderij van Van Tuinen in 1949

De boerderij heeft een bijzondere bouwgeschiedenis. Op oude foto's is te zien dat er drie woongedeeltes in zaten. Het voorste Hendrik van Tuinen met vrouw en kindgedeelte was van 1733. Dit is eind jaren 30 weggebroken. Het middengedeelte staat er nog. Op de muurankers van het achterste gedeelte stond op de Oostmuur 1810. Links boven de vroegere boerderij van de familie Sinnema. Rechts was het hek naar de Ballumer Mieden. 

In 1949 werd dochter Jelly geboren en in 1955 zoon Marius. Die is op de boerderij blijven wonen en is aldaar getrouwd met Hennie Rinsma. In 1952 bouwde vader Hendrik het eerste kippenhok. Dat was 5 bij 10 meter. Vrij kort daarna werd het verlengd tot 23 meter. De schuur werd gekocht  van Vroomshoop.Een behoorlijke schuur waar in totaal 2000 kippen werden gehouden. 

Jelly van Tuinen met haar tante Beth van Duinen-Noordenbos in 1956. Daarachter de boerderij van Sinnema.Marius in 1957

Links: Jelly van Tuinen met haar tante Beth van Duinen-Noordenbos in 1956. Daarachter de boerderij van Sinnema. Rechts: Marius in 1957

We hebben het geluk dat er destijds veel foto's zijn gemaakt van de opgroeiende kinderen. Zo hebben we ook een beeld van de kippenhouderij. Al in 1958 stopte Hendrik met de kippen. Hij had er geen aardigheid aan en bovendien was het veel werk, vooral in de wintermaanden, als het drinkwater bevroor. Zoon Marius heeft weinig herinneringen aan de kippen. Wel weet hij uit de verhalen dat er wel eens stekelvarkens in het kippenhok kwamen. De kippen raakten daarop in totale paniek. Nadat de kippen verdwenen waren, werden de hokken gebruikt als hooiopslag. De melkveetak groeide voorspoedig. In de bijgebouwen werd jongvee gehouden. In 1968 waren er 35 koeien, wat voor die tijd behoorlijk veel was. Omdat pa al ouder werd en moeite had met het vele werk hielp Marius al vroeg mee.

stal Hendrik van Tuinen Ballum

Toen hij op de Ulo school zat in Nes verzorgde hij voor schooltijd al vaak het vee.  Toen hij 13 was kreeg hij de keus van zijn vader om de boerderij over te nemen. Dat was natuurlijk nog veel te jong om zo'n ingrijpend besluit te nemen. De koeien werden daarop verkocht. De boerderij werd ingericht als groepsaccommodatie. Toen Marius en Hennie in 1980 in het huwelijk traden werd er een appartement achter gebouwd waar de ouders in kwamen te wonen. Nog weer later werd de rest van de boerderij omgebouwd tot appartementen. Een prachtige locatie aan de rand van het dorp. Marius had ook graag de voormalige hinnehokken omgebouwd tot twee appartementen. Echter dat wilde de gemeente niet. Nu is het in gebruik als autogarage en knutselwerkplaats. Bovendien is er plaats voor de paarden, leertuig, rijtuigen en arrensleeën.

Links: Hendrik van Tuinen. Vooraan de melkbussen met de teems, achter het "péérd mét de éétbak. Midden: Paardenkeuring te Ballum in 1967. Foto rechts: Rechtsachter Marius de ouderlijke boerderij. Links een roggeveld.

Vrouw Anneke zet de melkbussen achter in de auto. Op de achtergrond de melkwagen. de hokken van Marius van Tuinen in 2017
Links: 
Vrouw Anneke zet de melkbussen achter in de auto. Op de achtergrond de melkwagen. Foto is van Riemy Dijksterhuis - van Duinen. Foto rechts: de hokken in 2017

 

De kippenhokken van Gradus Kienstra

Gradus en Jeanet Kienstra-de Jong hadden hun boerderij aan de Willibrordusstraat te Buren. Ze hadden 4 zoons en 2 dochters. Zoon Sip ging verder met de melkkoeien. Echter zoon Gerben heeft een korte periode kippen gehad. Toen het terug liep met de verdiensten kwam de kippenschuur bij broer Sip zijn melkveebedrijf. Vandaag de dag staan op deze plaats de slaapvertrekken van een moderne groepsaccommodatie, de Kienstrahoeve.

kienstrahoeve

De schuur van Reimer de Boer

In de Veertienen, tussen Nes en Buren, midden in de landerijen staat een vrijstaande schuur. Het lijkt een voormalig kippenverblijf. Echter hier hebben nooit kippen ingezeten. Gebouwd voor opslag voor tenthuisjes en nog weer later voor winterstalling voor de huurfietsen van Reimer de Boer. 

schuur van Reimer de Boer Nes Ameland

Kippenhokken van Frans Kienstra

Aan het Bramerpad in Nes staan een gezellige dubbele zomerwoning; Johanna en Amalia. Ooit gebouwd als kippenhok voor Frans Kienstra. Frans Kienstra, gehuwd met Jacoba Metz, was een man die veel ambachten heeft uitgeoefend. Zo is hij mee geweest op  walvisvangst  met de Willem Barentz, hij heeft ooit nog eens konijnen gehouden op het eilandje bij de kleiputten op de Lije en dus ook kippen aan het Bramerpad.  Maar bovenal kennen we Frans Kienstra als herenkapper. Een gezellige man, vader van een groot gezin, altijd in voor een grap en een grol.

Kippenhokken van Frans Kienstra

De kippenhokken van Theo Metz (High Chaparral)

Opgetekend door zijn oudste zoon Joop

Mijn vader,Theo Metz, kwam destijds als dienstplichtig militair uit Indië  en wilde iets voor hem zelf beginnen. Zijn vader had nog een stukje duinland waar alleen af en toe rogge werd verbouwd maar verder niets mee gedaan werd, de kerkedûnen zogezegd. Daar kon zoon Theo dus wel met zijn kippen beginnen. 

In Hollum was Van 't Kruis, eigenaar van paviljoen Onder de Vuurtoren. Hij gebruikte het schuurtje (nu Golfzang) achter zomerwoning "Onder het Strodak" voor zijn kippen. Theo heeft de kippen en toebehoren van hem overgenomen.

Theo Metz van Ameland

Theo Metz

Hij begon in die tijd, begin jaren vijftig met ca. 400 kippen, later heeft hij nog 600 gehad. Ik ben van 1954 en kan mij nog herinneren dat we kippen hadden, dus hij heeft ze tot eind jaren vijftig gehad volgens mij. Theo heeft ook nog een broedmachine gehad die hij destijds heeft overgenomen van Frans Kienstra. Hij heeft die weinig gebruikt, de kippenhouderij liep toen al op z’n eind. 

Zoon Joop weet nog een leuke anekdote: 

"Er was toentertijd geen weg naar de kippen, je moest over een modderpad, de toenmalige Noordwal, op de brommer, een auto was er nog niet. Pa had de eieren gehaald een flinke mand vol, enkel honderden, ik achter op de brommer, de eiermand aan de arm. Het ging echter wat snel waarschijnlijk want we raakten om, pa, ik en de eieren in de modder, daar lag het zooitje, de opbrengst van die dag. Vergeet het nooit weer. Ik kan de plek nog zo aanwijzen."

Voor zover Joop weet is zijn vader gestopt met kippen, vanwege ziektes onder de kippen. Ze kregen snot, dat is een chronische ademhalingsziekte waaraan ze meestal dood gingen.

Jaap Metz broer van Theo

Jaap Metz, broer van Theo

Leuk weetje is, dat het stenen gebouw is gemetseld van straatstenen van de Oerdweg, harde kromme klinkers en de gietijzeren kozijnen van dat gebouw, kwamen uit de oude melkfabriek. Die werd toen verbouwd door Willem Molenaar.

De gebouwen hebben een aantal jaren leeg gestaan en werden in de winter gebruikt als opslag van tenthuisjes. We haalden de spullen, vooral grote kisten, met paard en wagen van de kampeerterreinen. Ik was daar altijd bij en was een jaar of 8.

kippenhokken theo metz in verval

Verval

Vanwege de leegstand en vandalisme, toen ook al, moest er iets gebeuren en zo kwamen ze op het idee om een kampeerboerderij te beginnen. Halverwege de jaren zestig zijn mijn ouders begonnen met de kampeerboerderij die mijn vader 26 jaar heeft gehad en wij intussen ook al 26 jaar. Mijn pa had intussen vast werk en zo werd High Chaparral bijzaak, hard werken, (we hebben alles met eigen handen gebouwd en een leuke zakcent. )

Geschikt voor de eerste gasten - high chaparralGeschikt voor de eerste gasten - high chaparralhigh chaparral - Buren Ameland

Links en midden: kippenhokken omgebouwd voor de eerste gasten. Rechts thans groepsaccommodatie High Chaparral

De kippenhokken van Jan Kiewiet (de kippenboer)

De laatste professionele kippenboer op Ameland was Leo Kiewiet (1952) gehuwd met Maria Metz. De vader van Leo Kiewiet was Jan. Tot 1955 boerde die samen met zijn broer Piet. In dat jaar is de boerderij verdeeld. Piet Kiewiet ging op het bestaande bedrijf verder met melkvee. Jan besloot om zijn toekomst in de kippenhouderij te zoeken. Hij bouwde bij het kleine huisje aan de Bureweg, het eerste huis van het dorp als je uit Nes komt, twee grote schuren.

kippenboer Jan Kiewiet in BurenVlnr Jan de Jong, Leo Kiewiet , Tjeerd Molenaar

Foto rechts: V.l.n.r. Jan de Jong, Leo Kiewiet , Tjeerd MolenaarKippen van Jan Kiewiet Buren Ameland

De westelijkste schuur was in tweeën verdeelt. Het voorste gedeelte werd gebruikt als depot van Aankoopvereniging  ABTB. In het achterste gedeelte werden de kuikens opgefokt. Ze zaten daartoe in ronde bakken waar ze warm bleven. Na ongeveer 18 weken raakten ze aan de leg. Ze gingen dan naar de schuur er naast. Hierin zaten de legkippen, in het begin waren het kippen van het ras Witte Leghorn. 

Aan de langste zijkanten waren dubbele rijen sinasappel kistjes op hun kant opgestapeld. Dit waren de leghokken, met houtspanen in de nesten. In het midden zaten de slaapstokken met daaronder op een halve meter hoogte was gaas gespannen. De mest viel dan door het gaas. Tussen de nestkasten en het gaas in het midden stonden de grote ronde voerbakken.  Dagelijks werden de eieren geraapt. Soms was het nodig om enkele eieren te wassen. Dat gebeurde gewoon met water. Buiten het seizoen gingen veel eieren naar de wal. In het toeristenseizoen waren er vaak geen eieren genoeg. Bouke de Jong in Hollum had ook een grote kippenhouderij. Dat was de belangrijkste concurrent.

Leo Kiewiet Buren Amelandkippenhokken Leo KiewietZo eind jaren 70 gaf Jan Kiewiet aan zijn kinderen te kennen dat hij wilde stoppen met de kippen. Of er iemand belangstelling had. Uiteindelijk zagen Leo en Maria, net getrouwd, er een kans in om op Ameland een bestaan op te bouwen. Maria kon een aanstelling aan school krijgen en Leo zou de kippen voor zijn rekening nemen. Van Leeuwen, de sociaaleconomische voorlichter van de ABTB, raadde het hem ten sterkste af. Toch hebben ze doorgezet.

Inmiddels was de kippenstal aangepast en sterk gemoderniseerd. De kippen zaten nu met 6 kippen in een hokje, voer- en watervoorzieningen geautomatiseerd en de eieren rolden schoon naar  de sorteerafdeling. Een lopende band verwijderde de mest.

Leo en Maria Kiewiet Amelandkippen van Leo Kiewiet Buren Ameland

Maria vertelde dat ze een ietwat alternatieve levensinstelling heeft. Ze had graag gezien dat kippen los liepen in een natuurlijkeEierdoosje Maria en Leo Kiewiet Ameland omgeving. Echter dat was in die tijd helemaal onmogelijk om er dan een boterham aan te verdienen. Niemand wilde dan de prijs betalen die nodig was om er nog iets aan te verdienen. Op het hoogtepunt waren er 4000 kippen. Toen waren er ook geen concurrenten meer en de afzet van de eieren op Ameland was goed. Er werden zelfs duizenden eieren per week van de wal ingekocht. Leo verteld dat ook de verdiensten goed waren. Ze hadden eierendozen met hun eigen naam erop. "Verse Amelander eieren" was de reclame slogan wat stond voor een goede afzet.

kippenboer Leo KiewietKippenboer Leo Kiewiet Ameland

De schaalvergroting in de wereld van de kippenhouderij ging echter ook door. Voor een steeds lagere kostprijs moesten eieren Trapkarren Kiewiet Buren Amelandgeproduceerd worden. Daarnaast was er een strenger mestbeleid van kracht. Ook milieuwetgeving kreeg meer impact. De pluimveehouderij in het dorp verhinderde door afstandscriteria dat huizenbouw in de nabijheid niet meer mogelijk was. Bovendien was er meer aandacht voor dierwelzijn. Zaten er eerst 6 kippen in een hok, later mochten er nog maar 5 en toen nog maar 4. In 2012 werd het huisvestingssysteem van legbatterij kippen definitief verboden. Daarmee kwam ook een einde aan ruim 60 jaar kippen houden aan de Bureweg. De oude antieke eierstempelmachine hebben Leo en Maria bewaard. Het landbouw-juttersmuseum zou er een goede bestemming voor zijn. In de leegstaande schuren staan nu trapkarren.  De toerist komt nu voor een trapkar in plaats van eieren.

Als in de ABTB schuur een individuele rat zat tussen de zakken voer dan haalde ons pa de herdershond van Willem van Klaas Oud. Die was er fel op. Bron: Richard Kiewiet

Leo Kiewiet Buren AmelandLeo KiewietMet Arjan Metz

De kippenhokken van Bouke de Jong (Brouwershaven)

Bouke de Jong, geboren in 1930 in St. Jacobiparochie huwde in 1953 met Klaasje Vis uit Beetgum. Eind jaren 50 zijn ze in Hollum komen wonen. Eerst hebben ze tijdelijk gewoond aan Tussen Dijken en daarna woonden ze aan de Zuiderlaan 15. Achter hun huis hielden ze kippen. De eieren werden verkocht aan huis maar ook werden er wel geslachte kippen verkocht. Hij had daar ook een eierstempel machine. Hij verkocht zijn huis aan de Zuiderlaan aan Monte Visser. Nu woont zijn zoon Kees daar.

Nieuwe schuur aan de Zuiderlaan 15. Op de foto is de man met de zaag Bouke de Jong. In het midden Jaap Brouwer( een klasgenoot van oud-wethouder Wim de Boer).Hij was bij de politie op Curacou en na zijn pensionering in Den Haag woonachtig. Volgens Wim de Boer staat rechts Tjeerd Veenstra, architect van de gemeente, en waarschijnlijk ook bij de bouw van het pluimveebedrijf aan de Ridderweg betrokken geweest.

Uiteindelijk begon Bouke in 1965 aan de Ridderweg met een pluimveehouderij. Twee grote kippenschuren en een woning werden zelf gebouwd. Bouke de Jong had de tijd niet mee. Pluimveehouderij was in die tijd sterk verliesgevend. Op Ameland hielden in die jaren vrijwel alle professionele pluimveehouders er mee op. Alleen Jan Kiewiet in Buren bleef over. In 1967 is het gezin De Jong vertrokken naar Zaandam. Bouke is inmiddels 87 jaar oud en woont met zijn vrouw klaasje in het verzorgingstehuis in Ferwerd. Hun dochter Boudina is gehuwd met Gribbert Bakker en woont in Hollum.

de bungalows van Bouke de Jong AmelandBungalow Bouke de Jong Ameland

Alles werd zelf door Bouke gebouwd.

Ridderweg oudste zoon bij de bouw (2)

De oudste zoon van Bouke de Jong bij de bouw

De nieuwe bungalow met kippenschuren

De nieuwe bungalow met kippenschuren

Loods met kippen. Rechts de nestkasten links de verhoging met gaas. De mest valt daar tussen door

Foto rechts: Loods met kippen. Rechts de nestkasten links de verhoging met gaas. De mest valt daar tussen door

Uit eindverslag Streekverbetering "Ameland" 1956-1960.

Toen Teake Brouwer eind jaren 60 de kippenhokken kocht aan de Ridderweg bij Hollum waren de kippen er net uit. De mest en de eieren lagen er nog in. Teake verbouwde de gebouwen tot een eigentijdse groepsaccommodatie.  Jarenlang was Brouwershaven, een gastvrije plaats voor duizenden gasten. Toen de verdiensten uit Brouwershaven terug liepen en Teake voor de keus stond om ingrijpend te vernieuwen heeft hij het overgedragen aan nieuwe eigenaren. Nu is het een complex met luxe boerderij-achtige appartementen.

De kippenhouderij van Sjoerd Lublink

Door Pieter Jan Borsch

Sjoerd Paulus Lublink 1905 Berlikum - 1982 Hollum, gehuwd 1930 met Trijntje Edes (van Tjipke & Pietje)

Zoon van Wybo Dominicus Lublink en Griet Cornelis Bakker

Sjoerd was smid, de smederij stond waar nu pand Oosterlaan 1 is. Hij had ook iets met kippen. Van mijn moeke hoorde ik dat hij een broedmachine had, de kinderen van de Suihoek vonden dat machtig interessant als de eieren uit kwamen.

In 1939 is het gezin Lublink-Edes vertrokken naar België. Het vestigde zich in de Waalse stad Verviers. Daar werd weer begonnen met een smederij en een hoenderpark. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, is Sjoerd in een ijzergieterij gaan werken, omdat er geen voer meer verkrijgbaar was voor de kippen. Later heeft hij nog een eigen bakkerij (Boulangerie-Patisserie Hollandaise) gehad. In 1969 heeft het echtpaar zich weer gevestigd in Hollum.
Sjoerd Lublink zijn eerste kippenhok stond aan het Kerkepad (Ea'tesreed) hoek Mïedediek, ten Westen van nummer 4. Hier stond ook de broedmachine. Op een bepaald moment is de zaak afgebrand, waarschijnlijk door de broedmachine.
Hij heeft daarna nieuwe kippenhokken gebouwd tegenover de Witte Reep aan de zuidkant van de Verbindingsweg. Deze heeft hij tot zijn vertrek naar België in 1939 in gebruik gehad.

Aan de Pietje Miedenweg is een ruig stuk duingrond. Oude mensen noemen het nog steeds de hinnehokken.

Aan de Pietje Miedenweg is een ruig stuk duingrond. Oude mensen noemen het nog steeds de hinnehokken.

Na WO II is er een zekere Van Dijk uit Friesland gekomen. Hij is toen verder gegaan met kippen in de hokken van Sjoerd Lublink. Deze familie woonde aan de Herenweg nr. 8.
Na deze Van Dijk heeft Henk Visser in 1948 de hokken overgenomen. Hij heeft de hokken gebruikt tot zijn vertrek in 1950.
Volgens mij was hij de laatste die op die plaats kippen gehouden heeft.
Tot dit moment noemen wij (de ouderen) deze plaats nog steeds de “hinnehokken”.
E.e.a. betekent dat er in elk geval 3 personen tegenover De Witte Reep hebben gezeten:
Sjoerd Lublink, Van Dijk en Henk Visser.  
Wijlen Jan Nagtegaal maar ook zijn broer Anton uit Ballum slopen als jongens daar wel bij die hokken om. Stiekem naar binnen, want  het was daar wel interessant, zei Jan Nagtegaal.
Toevoeging door Anne: Mijn vader Johan de Jong kocht in 1960 de grond waar die Hinnehokken op stonden, 0,54 ha groot, voor f228,60 van Meindert van Dijk, betonwerker te Marrum. Door de verkaveling werd die grond korte tijd later toebedeelt bij het land in het Zwanewater.

Kippenhouderij Henk Visser

Door Pieter Jan Borsch

Hendrik (Henk) Willem Visser 1913 Amsterdam - 1994 Schagen, gehuwd 1936 met Hermine Martijn. Zoon van Arend Visser & Janke Molenaar. Aangekomen 28-09-1948 van Nigtenvecht. Woonde en werkte in Cornelis Schellingerstraat 6 in Hollum (boerderij van Tjerk de Vries & Froukje Tromp). In de schuur had hij een maalderij voor koren. De aandrijving van de maalsteen was een tot tractor omgebouwde Amerikaanse auto met vrachtwagenwielen.  Eierboer, de kippenhokken tegenover de Witte Reep, zuidkant van de Verbindingsweg. Hij heeft de voormalige paardenstal van WO II verbouwd tot Paviljoen onder de Vuurtoren. Achter de Engelsmanduun bunkers afgebroken om de steen te gebruiken en of te verkopen.Ik neem aan dat hij de bunkerstenen ook gebruikt heeft voor het paviljoen. Vertrokken 08-12-1950 naar Apeldoorn.

Een oud verhaaltje over Douwe Appelman. De dooie kip.

Douwe Appelman was nog een jonge vent.  Hij kwam uit een huishouding waar het financieel niet ruim was. Hij woonde in die tijd, voor zijn trouwen met Martha van der Geest,in Hollum aan de Westerlaan, tegenover de Gereformeerde kerk. Hun buurman hield kippen waarvan  een kip ziek werd en dood ging. De man gooide de dooie kip over de haag waar Douwe Appelman hem vond. De dooie kip ging mee naar huis. Daar zeiden ze, "heerlijk voor in de soep van zaterdag". "Niks wachten tot zaterdag. Ik wil nou kippesoep, zaterdag kin ik wel dood weze". 

Kippenhok van Henk Visser AmelandKippenhok van Henk Visser Ameland

In de nadagen van de Hinnehokken van Henk Visser. Provisorisch is van het bouwafval nog een kippenhok gemaakt

Kippenhouderij van Jan Engels

Door Pieter Jan Borsch

Jan Engels 1886-1969 Hollum, gehuwd 1918 met Grietje Nobel (winkelier), 1960 hertrouwd met Haebeltje Heeringa. Zoon van Douwe Jans Engels & Trijntje Gribberts Dokter

Jan had achter zijn winkel in de Burenlaan 27 ( nu Solingen 2) een kas laten bouwen voor groente e.d.. Hij hield hier later een hele toom kippen voor de eieren.  Hij verkocht de eieren vooral in de winkel van zijn zoon Henk Engels op het Zwaneplein. Nadat weduwnaar Jan met zoon Bertus verhuisd is naar Tussen Dijken 2  heeft hij daar ook kippen gehad.

Enkele kippenboeren in Hollum

Jaring Duizendstra 1901 Harlingen – 1991 Hollum, 1928 gehuwd met Tini Borsch
Hij woonde Tussen Dijken 23  en had achter (westkant) het huis kippenhokken.

 Van ’t  Kruis, eigenaar Paviljoen onder de Vuurtoren. Hij was geboren in 1923.
Gebruikte schuurtje (Golfzang) achter zomerwoning “Onder ’t Strodak” voor zijn kippen. Theo Metz heeft de kippen en toebehoren van hem overgenomen en is bij Buren begonnen.

Douwe H. Visser 1900 – 1966 Hollum, gehuwd 1919 Ameland met Sietske D. Neij 1901-1930 Hollum,
2e 1946 Ameland met Kitty Faber 1907 Den Ham-Aduard - 1961 Nes (gewoond Waldaweg).
Zoon van Harmen Dirks Visser & Grietje Douwes de Boer.
Kippenhouderrij was achter Zuiderlaan 16, ten zuiden van de begraafplaats (woning van zijn schoonouders).
Het bedrijf heeft niet zolang bestaan, want er was tegenslag.
Hij kon de eieren slecht kwijt (bijna iedereen had kippen) en toen kregen de kippen ook nog snot. Al die frustratie heeft enkele kippen het leven gekost, Douwe moest zich toch afreageren.
Hij zat toch al niet lekker in zijn vel omdat zijn vrouw zo jong overleden was en hij achterbleef met 4 kinderen. Zo ongeveer 1931-1932.            

Met dank aan Meinte Bonthuis, Pieter Jan en Tineke Borsch, Theo Beekema, Cor Gransbergen, Johan de Jong, Rita en Willem Molenaar, Leo en Maria Kiewiet, Johan Oud, Joop Metz,Tom Wouters, Marius van Tuinen, Boudina Bakker-de Jong.

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>