Hoe een Hollands meisje in de oorlog op Ameland terecht kwam

Het verhaal van het 11-jarig meisje Dini Jensen-de Vries uit Bussum.

In het laatste oorlogsjaar besloten de ouders van Dini Jensen-de Vries op het aanbod van een Amelander jongen in te gaan. Deze jongen mocht bij hen in Bussum overnachten en had daarna aangeboden een van hun kinderen naar Ameland mee te nemen. Het kon daar aansterken bij zijn familie. In het westen van Nederland was namelijk een groot voedseltekort. Na lang wikken en wegen, besloten ze dat van hun drie kinderen het middelste kind Dini naar Ameland zou gaan. Daar werd zij opgevangen bij de ouders van Piet Smedes. Hoe kwam familie De Vries in aanraking met de 21-jarige Piet Smedes van Ameland? En hoe was het voor een jong meisje om in de oorlog naar Ameland te reizen en bij vreemde mensen te verblijven?

Door Jacob Roep

In 2005 publiceerde Dini haar memoires die uit twee delen bestaan. In het eerste deel ‘Windmills and War’ beschrijft zij in de laatste hoofdstukken haar periode op Ameland. Op basis van dit hoofdstuk is dit artikel geschreven.

Het was begin 1945 erg koud. Het gezin De Vries bestaat dan uit vader Jan, moeder Sjaan en de vier kinderen: Bart (1933), Dini (1933), Gerda (1937) en Jeanne (1943). Op een avond ging Sjaan naar buiten en bij de boeren langs om eten voor haar gezin te krijgen. Op een verlaten weg zag ze een man bij een van de bomen staan. Hij wilde zich verschuilen maar Sjaan vraagt wat hij aan het doen is en wat hij van plan is. De jongen zag dat Sjaan een armband droeg van de eerste hulp. Blijkbaar schiep dat vertrouwen want hij vertelde naar Amsterdam te gaan. Sjaan zei daarop dat hij dan een lange reis voor de boeg had en dat het niet veilig was om te reizen. In dat geval was de jongen van plan om tot de ochtend zich in de bosjes te verschuilen. Sjaan vond dit een slecht idee en stelde voor dat hij met haar mee ging. Het was immers winter en erg koud. Ondertussen had de jongen zichzelf voorgesteld. Hij heette Piet.

V.l.n.r. Bart, moeder Sjaan, vader Jan met hun pasgeboren dochter Jeantje, Dini en Gerda

V.l.n.r. Bart, moeder Sjaan, vader Jan met hun pasgeboren dochter Jeantje, Dini en Gerda

Nadat Sjaan haar papieren waren gecontroleerd, ging ze terug om Piet te halen. Toen Sjaan met Piet thuiskwam, waren de oudste kinderen Bart en Dini nog op. Van hun ouders hoefden ze niet zo vroeg naar bed. Piet werd hartelijk ontvangen. Hij warmde zichzelf op en nam een kop thee in zijn hand. Hij vertelde dat hij Piet Smedes heette en van Ameland kwam. Hij was 21 jaar en moest voor zaken naar Amsterdam. Hij was al een tijdje onderweg. Hij vertelde over zijn familie op Ameland en dat dit eiland ook door de Duitsers was bezet. Toch hadden ze daar niets te klagen. Zo was er voldoende eten. Piet vond het erg dat Sjaan bij de boeren langs moest om aan voedsel te komen. Hij had een brief van de commandant van Ameland bij zich waarmee hij naar Amsterdam kon om onderdelen voor de elektriciteitscentrale van zijn vader te halen. Met andere woorden hij kon zich overdag vrij verplaatsen. Toch was Jan daar niet zeker van want waarom zou hij zich dan ´s avonds schuilhouden?

Piet Smedes van Ameland

Piet Smedes

Piet vertelde allerlei verhalen over Ameland waar Bart en Dini aandachtig naar luisterden. Ze hadden niet door dat Piet uitgeput was. Bart had voor de nacht zijn bed aan hem afgestaan. Piet maakte daar dankbaar gebruik van. De volgende ochtend wilde Piet naar Amsterdam vertrekken. Jan en Sjaan wensten hem een behouden reis. Hij had overdag meer kans de Duitsers te kunnen vermijden en zich te verschuilen. Ze boden hem ook aan dat hij op de terugreis weer bij hen kon overnachten. Daarop namen ze afscheid.

Drie of vier nachten later hoorde het gezin De Vries zachtjes geklop op de voordeur. Sjaan deed de deur open en daar stond de zwaar uitgeputte Piet. Hij stond helemaal te schudden van de kou en vertelde dat hij met wat andere mensen was meegereisd richting Bussum. Op de heenreis zag hij dat hij tegen de stroom mensen reisde. Sommige mensen zeiden tegen hem dat hij de verkeerde kant op ging en in Amsterdam niets viel te halen. En daar kwam Piet ook achter. Hij vond niet wat hij zocht. Hij verbleef twee nachten bij familie De Vries. Toen vertrok Piet weer naar Ameland. Hij bedankte de familie voor de goede zorgen. Hij beloofde op Ameland te kijken hoe ze hen konden ondersteunen.

Later kwam Dini erachter dat het werkelijke doel van Piets reis naar Amsterdam anders was. De laatste jaren van de oorlog leerde hij namelijk in het geheim Engels. In Amsterdam hoopte hij met de ondergrondse in contact te komen. Hij hoopte dat hij van Nederland naar Engeland gesmokkeld kon worden zodat hij zich bij de geallieerden kon voegen. Maar die vlieger ging niet op. Alle contacten die hij in Amsterdam had, waren er niet meer begin 1945.

Dini op negenjarige leeftijd

Dini op negenjarige leeftijd

Twee weken later nam Piet weer contact met familie De Vries op. Zijn ouders wilden graag een van de dochters van Jan en Sjaan bij hen laten verblijven. Jan en Sjaan moesten daar goed over nadenken want in oorlogstijd laat je niet graag je kind bij een ander achter. Na een aantal dagen besloten ze dat Dini het beste naar Ameland kon gaan. Haar zusje Gerda zou op dezelfde reis in Kampen bij een tante van haar vader worden ondergebracht. Binnen een paar dagen hadden ze de reis geregeld. Dini was heel enthousiast om te gaan, zonder dat ze wist wat haar te wachten stond. Het leek voor haar een nieuw avontuur. Voor Sjaan was dat een ander verhaal. Dini merkte dat haar moeder minder sprak dan gewoonlijk. En haar vader Jan was opgewekt maar ze had door dat hij zich ook zorgen maakte.

Op een nacht in februari werden Gerda en Dini maar Muiden gesmokkeld. Daar was het redelijk rustig. De meiden De Vries waren warm aangekleed en hadden enkel een koffer bij zich. Er waren meer kinderen die door hun familie naar het noorden werden gestuurd. Dit in de hoop dat ze daar meer voedsel hadden en konden aansterken. Gerda en Dini kwamen in Muiden aan met hun ouders. Daar waren in totaal twintig kinderen samengebracht. Een vrouw met blond haar en een sjaal voor haar gezicht had de leiding. Op het eerste gezicht leek zij een aardige vrouw dacht Dini. Jan vroeg aan Dini, die hem stevig aankroop, goed op haar zusje te letten gedurende de reis en haar hand vast te houden. Opeens had Dini geen zin meer om weg te gaan. Haar vader sprak haar moed in en zei dat ze op God moest vertrouwen. De schipper van een vissersboot had een lantaarn in zijn hand nam alle kinderen mee aan boord. De kleinste kinderen lagen onder dekens en kussens. Maar er waren te weinig voor alle kinderen. Onder geen beding mochten de kinderen lawaai maken. Ook niet als ze voetstappen of geweerschoten hoorden. In de verte zag Dini het licht van de kade kleiner worden en het werd erg donker. Sommige van de kleine kinderen begonnen te huilen. Dini hield haar zusje Gerda stevig vast. Zij was in januari net zeven jaar oud geworden. De jongste kinderen waren pas vijf en de oudste een jaar of veertien. Er waren zowel jongens als meisjes. Na verloop van tijd raakte Dini aan de duisternis gewend. De motor ging aan en overstemde het gehuil van de jongste kinderen. Dini was erg bang maar hield zich sterk. Een aantal kinderen werd zeeziek en moest overgeven. Daardoor stonk het vreselijk aan boord. Gelukkig verliep de reis verder zonder problemen. Ze vonden geen patrouilleboten op hun weg en ook vanuit de lucht hadden ze niets te vrezen.

Dini als meisje op school

Dini als meisje op school

Vroeg in de ochtend kwamen ze aan wal. Het was nog steeds donker. Gerda en Dini werden door hun oom en tante uit Kampen opgehaald. Ze hadden deze oom en tante nooit eerder gezien en het waren dus vreemden voor hen. Toch waren ze heel vriendelijk. De meiden werden naar bed gebracht en na wat uurtjes slapen, gingen ze ontbijten. Daarna moest Dini afscheid van Gerda nemen. Haar oom nam Dini bij de hand en ze liepen naar het busstation. Van haar tante had Dini wat boterhammen meegekregen. Ze had nog een hele reis voor de boeg.

De bus kwam en de motor draaide. Dini werd door haar oom in de bus gebracht en zei tegen de chauffeur dat Dini naar Leeuwarden moest. Daar zou ze door iemand worden opgehaald, zei haar oom. De chauffeur beloofde op haar te zullen letten. Haar oom garandeerde Dini dat in Leeuwarden Piet haar zou opwachtten. Dini zocht een plek in de bus met haar koffertje. Er waren niet veel passagiers. Ze zag ook twee Duitse officieren naast elkaar zitten. Dini twijfelde even of ze hen kon passeren. Toch deed ze dat en even later zat ze op haar eigen plek. Ze hield de officieren continu in de gaten maar zij hadden geen belangstelling voor haar. Dini raakte een beetje in paniek want ze wist niet waar de reis naar toe ging. Wat als de chauffeur haar zou vergeten en niet vertelde waar Leeuwarden was? Wat als Piet daar niet was? Ze werd door angst bezeten en die angst voor het onbekende zou ze in haar leven vaker ervaren. Dini hoorde de andere passagiers een taal spreken die ze niet verstond. Ze viel geregeld in slaap en schrok op als de bus stopte. Uiteindelijk kwam de bus in Leeuwarden aan. De chauffeur pakte het koffertje van Dini over en zij liep met haar boterhammen in de hand achter hem aan. In de verte zag ze Piet bij een fiets staan. Piet bedankte de chauffeur en zei tegen Dini dat ze nog een lange reis voor de boeg hadden. Ze kon beter nu haar boterhammen op eten want achterop de fiets is dat best lastig. Dini was erg blij om Piet te zien na de lange reis. Ze vroeg hem naar de vreemde taal die ze steeds hoorde. Piet zei dat ze die taal snel genoeg zou verstaan.

Ondertussen was Dini erg moe van de reis geworden. Ze ging achterop de fiets zitten en leunde tegen Piet aan van de moeheid. Tussen hen in stond de koffer. Na verloop van tijd kwamen ze op de pier bij Holwerd aan. Dini was bang dat ze zeeziek zou worden maar de reis viel haar reuze mee. In de verte zag ze Ameland liggen. Ze vroeg zich af hoe de ouders, broers en zussen van Piet zouden zijn. Ze was nu zo ver van huis. Ze arriveerden in de namiddag op Ameland. Piet zijn zus Lutske stond hen met paard en wagen op te wachten. Piet deed de fiets en de koffer op de wagen en hielp Dini. Ze was een beetje verlegen toen ze Lutske begroette. Lutske probeerde haar op haar gemak te stellen en vroeg hoe de reis was verlopen. Dini was alleen zo moe dat ze niet echt spraakzaam was. Dini was benieuwd waar ze naar toe gingen. Ze zag een recht doorgaande weg die naar een dorp leidde. Zou dit Hollum zijn? Ze kwamen bij een huis aan. Piet hielp Dini van de wagen. Ze was zo verlegen dat ze hem vast greep. Piet stelde haar gerust, ze hoefde niet bang te zijn. Eenmaal in huis introduceerde Piet, Dini aan zijn ouders en broer. Dini voelde zich op haar gemak maar ze had nog vele vragen. Zou deze familie haar wel mogen? Zou ze hun dialect leren spreken? En moest ze hier ook naar school? Dini ontmoette al snel de hele familie en vond vooral mem Smedes, Piets moeder, erg aardig. Ze gaf Dini een knuffel en zei dat ze erg moe uitzag. Ze nam de jas van Dini mee en liet haar opwarmen bij de kachel. Het gezin stond op het punt aan het avondeten te beginnen. Daarna ging Dini naar bed om te slapen. Ze was moe van de reis en alle nieuwe indrukken.

Met paard en wagen reed Dini met Lutske en Piet Smedes via de Reeweg naar Hollum

Met paard en wagen reed Dini met Lutske en Piet Smedes via de Reeweg naar Hollum

Ameland

De volgende dag sliep Dini lang uit. Mem Smedes kwam bij haar en keek om het hoekje. Ze vroeg of Dini wilde ontbijten. Dini ging later naar school met Lubbert. Hij was net wat ouder dan haar. Op school werd Nederlands gesproken maar buiten school sprak ze Amelands. Samen met Lubbert en een vriendin had ze veel plezier in de weilanden. Ze verzamelden kievitseieren en moesten wel eens duiken voor de vogels die hen achterna zaten. Dini leerde sloten over te steken met een polsstok. De familie Smedes ging iedere zondag twee keer naar de kerk. Dit was voor haar vertrouwd omdat ze in Bussum ook naar de kerk gingen en dezelfde liederen zongen. Mem Smedes breide voor Dini een trui omdat ze vond dat haar kleren te dun waren. Ze leerde later Dini ook spinnen waarna zij ook wat kledingstukken heeft gebreid.

Familie Smedes Hollum Ameland

Familie Smedes, rechtsachter staat Piet

Dini zou later de vele graven van de militairen herinneren die boven zee waren neergeschoten en aanspoelden. De Amelanders gaven deze militairen altijd een waardig afscheid. Indien de identiteit van een militair bekend was, namen ze contact met de autoriteiten op zodat de nabestaanden op de hoogte werden gebracht. Ook militairen die aan de invasie van Normandië hadden meegedaan, spoelden aan op het strand. Piet had gelijk wat betreft de Duitse militairen. Die lieten de eilanders namelijk met rust. Ook was er op het eiland meer eten en vrijheid dan in Bussum. Ze zag soms over Ameland de vliegtuigen overvliegen. Dan bad Dini dat ze veilig zouden aankomen. Piet had een kaart van Ameland waarop de bunkers met luchtafweergeschut waren getekend. Deze kaart heeft hij naar de geallieerden gesmokkeld. Vanuit Harlingen werden deze bunkers later met granaten beschoten. Wat diepe indruk op Dini maakte, was de tewaterlating van de reddingboot.

Op een dag in mei hoorden ze op Ameland dat de geallieerden steeds dichterbij kwamen. Ze hadden vanuit vliegtuigen voedselpakketten vastgemaakt aan parachutes en die in het westen van Nederland gedropt. Dit om het voedseltekort tegen te gaan. Later zouden Dini’s ouders, Jan en Sjaan, vertellen hoe de geallieerden in de steden enthousiast werden ontvangen. Op Ameland was er nog geen bevrijding aangebroken. Hoewel de oorlog officieel afgelopen was, liepen de Duitse soldaten nog steeds te schieten. Ook vanaf Terschelling werd naar Ameland geschoten. De Canadezen hadden Friesland bevrijd en in hun kielzog volgde het verzet. Het zou nog zes weken duren voordat Ameland werd bevrijd.

Het oude huis van de familie Smedes. Tegenwoordig is dit groepsaccommodatie huize Anja

Het oude huis van de familie Smedes. Tegenwoordig is dit groepsaccommodatie huize Anja

Met de op handen zijnde bevrijding gingen Dini haar gedachten naar het thuisfront uit. Dat is logisch ook al heeft ze nooit echt last van heimwee gehad. Op Ameland werd ze goed verzorgd, ze had plezier en ging naar school. Ook was ze gezond.

Ondertussen vertrokken Jan en Sjaan op hun fietsen vanuit Bussum via de Afsluitdijk richting Friesland. Als bestemming hadden ze Holwerd. ´s Avonds verschenen ze plotseling bij de familie Smedes in Hollum. Ze hadden van tevoren niet gemeld dat ze naar Ameland gingen. Dini was dan ook aangenaam verrast haar ouders te zien. Dini wilde ze van alles vertellen over wat ze had beleefd. Alleen verstonden Jan en Sjaan hun dochter niet. Ze sprak namelijk Amelands. Dus moest ze weer aan het Nederlands wennen. Jan en Sjaan konden goed met het echtpaar Smedes opschieten. Ze waren hen zeer dankbaar voor de goede zorgen voor Dini. Ze konden die nacht bij de familie blijven. De volgende dag bracht Piet ze bij de veerboot en namen ze afscheid. Dini hoopte nog eens het eiland te bezoeken maar dat is er nooit meer van gekomen.

Gerda met de Nederlandse vlag

Gerda met de Nederlandse vlag

Op 17-jarige leeftijd is Dini met haar ouders, broer en zusje naar Australië geëmigreerd. Daar werd in 1952 nog een dochter Hillegonda (‘Connie’) geboren. Later zou Dini met David trouwen. Ze kregen drie kinderen. Op verzoek van haar moeder schreef ze later haar memoires. In die periode nam ze met gemeente Ameland contact op om gegevens over Ameland en de familie Smedes op te vragen. Zo kwam ze met Lutske Smedes en Klaas Nobel in contact. Haar memoires heeft ze later ook opgestuurd. Helaas, heeft Dini niet de publicatie van dit artikel mogen meemaken. Ze overleed op 85-jarige leeftijd op 30 juli 2019 na een huwelijk van 64 jaar.

Dini Jensen-de Vries in 2009. Op 30 juli 2019 overleed ze op 85-jarige leeftijd

Dini Jensen-de Vries in 2009. Op 30 juli 2019 overleed ze op 85-jarige leeftijd

Na de oorlog is Piet Smedes nooit meer in Bussum geweest. Hij trouwde met Ren, schooljuf van de christelijke lagere school, en ze emigreerden naar de Verenigde Staten. Piet overleed op 60-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval.

Met dank aan Klaas Nobel

 

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>