Het naoorlogse woningtekort op Ameland

Na de Tweede Wereldoorlog was er een groot woningtekort in Nederland. De vraag naar woningen was zo groot dat door de Rijksoverheid maatregelen werden genomen om de schaarse bouwmaterialen over het land te verdelen. Er werden contigenten woningen toegekend aan verschillende regio’s. Met name in het westen van het land waren de problemen groot en dit was in de jaren 1960 van de vorige eeuw nog niet opgelost.

Ook op Ameland werd dringend de behoefte tot woonruimte gevoeld. Daarom werd door het gemeentebestuur van Ameland besloten in Hollum een viertal woningwetwoningen en één middenstandswoning te bouwen.

Woningnood na de Tweede Wereldoorlog

In de periode 1945 tot 1965 was het dramatisch gesteld met de beschikbaarheid van woningen. Ook het Rijk onderkende deze problemen en nam vergaande maatregelen, zoals de bouw van woningwetwoningen en met name het verbod tot het uitvoeren van bouwwerken. Bij de bouw van woningwetwoningen was eenvoud en doelmatigheid van groot belang. Overigens had dit tot gevolg dat men in Nederland dezelfde type woningen zag verrijzen. Op 22 dec. 1960 werd door de Tweede Kamer een motie van ARP aangenomen om 5.000 woningen extra te bouwen boven het bestaande programma van 80.000 woningen in 1961. Dit betekende een crisis in het kabinet De Quay (19 mei 1959 tot 24 juli 1963). Men was bang dat er te weinig bouwmaterialen en bouwvakkers beschikbaar waren en voor eventuele looneisen.  Op 23 december 1960 diende het kabinet het ontslag aan, doch dit werd op 2 jan 1961 ingetrokken.

De woningnood was in 1960 nog zo hoog dat jonge gezinnen bij hun ouders moesten inwonen. In de woningbouw draaide het om het eerlijk verdelen van schaarste. De regering maakte een centraal geleide planning en verdeelde de te bouwen woningen – zogenoemde contingenten – en bouwvakkers over Nederland. Aan de noordkant van Tuindorp Oostzaan was een groot aantal houten ‘huisjes’ gebouwd. Nu zou men dit een ‘krottenwijk’ noemen. Daar woonde ook een Amelander echtpaar namelijk Piet Visser en Hieke Stender.  Later verrees hier een woonwijk waar ook een Amelander gezin woonde namelijk Jaap van Klaas en Rinske.  Deze woningen waren voor 1960 gebouwd. Op 14 jan 1960 werden ook deze woningen door de ‘Watersnood van Tuindorp Oostzaan’  getroffen. Er woonden in die tijd op Tuindorp zo’n negentien gezinnen van Amelander afkomst.

bekendmaking wederopbouw

Men mocht al vanaf 1945 zonder toestemming van het Rijk geen bouwactiviteiten uitvoeren wegens gebrek aan bouwmaterialen en bouwvakkers. Er werd een door de Rijksoverheid opgestelde algemene bekendmaking gepubliceerd. In bijgaand voorbeeld van de stad Amsterdam lezen we wat er allemaal werd geëist ten aanzien van de bouwactiviteiten. Deze bekendmaking was ondertekend door de waarnemend burgemeester van Amsterdam De Boer. Dit was Feike de Boer, geboren op 17 augustus 1892 in Goingarijp en overleden op 15 augustus 1976. Hij was de eerste naoorlogse burgemeester van 7 mei 1945 tot 1 maart 1946. Daarna was hij directeur van de NDSM (Nederlandse Dok en Scheepsbouw maatschappij) alwaar hij aan mij nog het diploma scheepsbeschieter heeft uitgereikt. Hij zag mijn Amelander afkomst en vertelde:”Kom je van Ameland dat hoort niet bij Nederland want in de Engelse oorlog waren jullie neutraal.” Ik was zeventien jaar en dit was nieuw voor mij. Feike de Boer had in de oorlog in het verzet gezeten evenals zijn collega Walda van Ameland.

De eerste naoorlogse burgemeester van Ameland was Roel Walda, geboren in 1897 te Ureterp in Friesland en overleden in 1983 te Heerenveen. Het verbod tot bouwactiviteiten in die periode was ook van toepassing voor Ameland. Maar ook op Ameland had men behoefte aan woningen, burgemeester Walda heeft persoonlijk, waarschijnlijk buiten de geldende regels om, enkele woningen laten bouwen. Bouwmaterialen waren schaars of niet verkrijgbaar men moest dus creatief zijn. Timmerlieden zullen er wel geweest zijn en de beschikbaarheid van hout zal ook geen grote problemen hebben opgeleverd, maar metselsteen was lastiger.   

Uit overlevering is het volgende verhaal bekend. De behoefte aan enkele woningen in Hollum was groot en burgemeester R. Walda stelde aan de gemeenteraad voor om toch enkele woningen te bouwen ondanks de problemen met eventuele toestemming van hogere instanties en de problemen om aan bouwmaterialen te komen. Op het Oerd lag nog een weg die door de Duitse bezetter in de oorlog was aangelegd en hij stelde voor deze op te breken en te gebruiken als metselsteen. Zo zou er een dubbele woning gerealiseerd kunnen worden, en met een beetje geluk wellicht twee dubbele woningen. Deze woningen zouden dan aan de Badweg in Hollum gebouwd worden. Daar was wellicht een stukje grond te koop.

Voor het verdere verloop van deze woningen is beroep op het gemeentearchief in Ballum gedaan. Daar heeft streekarchivaris Tjeerd Jongsma diverse gegevens gevonden. Dit wijkt wel iets af van hetgeen tot nu toe werd aangenomen, of toch niet?

Door de gemeenteraad werd op 8 oktober 1951 een principebesluit genomen om vier woningwetwoningen te bouwen en 1 middenstandswoning. Waar deze middenstandswoning is gebouwd is mij tot op heden onbekend. De bouwgrond, groot 14 are, werd gekocht van Antje Willems de Boer, wed. van Gijsbert Corn. de Jong voor een prijs van fl. 700,-  d.i. fl. 0,50 per m2. Welke prijs door het College van Burgemeester en Wethouders billijk werd geacht. Op 19 december 1951 werd dan ook door de gemeenteraad het besluit genomen om tot aankoop van het bouwterrein over te gaan met als doel hier vier woningen te bouwen. Dit raadsbesluit werd, na positief advies van de Provinciale Planologische Dienst, door Gedeputeerde Staten van Friesland op 18 februari 1952 (besluit nr. 17) goedgekeurd.  Het besluit van de gemeenteraad om over te gaan tot de bouw van 5 woningen werd ter goedkeuring gezonden naar de Hoofdingenieur-directeur voor de Wederopbouw en Volkshuisvesting te Leeuwarden.

Door architect bna E. Rozema te Appingedam werden bestek, bestektekening en wellicht ook een begroting gemaakt. Na de publieke aanbesteding, ook wel openbare aanbesteding, van de vijf woningen was aannemer M. Faber en zn. de laagste inschrijver voor een totaalbedrag van fl. 55.635,-. Maar er moest bezuinigd worden.

Bouwtekening woningen Badweg Hollum

Op 3 april 1952 werd een bespreking belegd in tegenwoordigheid van burgemeester R. Walda, de gemeentesecretaris D.J.J. Visscher, architect E. Rozema uit Appingedam en aannemersbedrijf M. Faber en zoon uit Hollum.  Er was al overeengekomen een bedrag van fl. 5.000,- te bezuinigen. Daarvoor zou de gemeente oude steen voor funderingen en trasramen leveren, maar dat was nog niet voldoende. De aannemer had voor de enkele woning een bedrag berekend van fl.13.520,- en voor de twee dubbele woningen fl. 37.115,- Dit bedrag was incl. ontwerpkosten. Tijdens dit overleg werd overeengekomen nog een bedrag van fl. 2.874,- te bezuinigen op de materiaalkosten. De gemeente zou namelijk alle metselsteen voor de binnenmuren inclusief het binnenspouwblad Franco op het werk leveren! Deze klinkers zijn afkomstig van de eerdergenoemde weg die door de Duitsers op het Oerd was aangelegd. Gerlof Molenaar vertelde mij dat deze klinkers nog te vinden zijn in de oude weg naar Ostrea. Maar ook de Oranjeweg in Hollum was aangelegd met deze roodbakkende steen, het voetpad in het Marinebosje, bij het voormalige voetbalveld, is ook nog een zichtbaar overblijfsel van deze steen, met een afmeting van 20,5-21 cm x 9,8 cm.

De bouwkosten van de vier woningen bedroegen fl. 32.445,- daarbij kwam nog een bedrag van fl. 1.796,- voor ontwerpkosten incl. toezicht. Totaal dus fl. 34.241,- de kosten van de enkele woning bedroeg fl. 15.976,-. Incl. schilderwerk, loodgieter- en elektrawerk en deel arch. honorarium. Hierop werd fl 1.000,-  in mindering gebracht eveneens voor gebruik van oude steen die door de gemeente beschikbaar werd gesteld. Tevens ontving de gemeente een premie van fl. 4.800,- zodat de totale kosten fl. 10.176,- bedroegen.

Woningen Badweg Hollum AmelandWoningen Badweg Hollum Ameland

In 1952 werd een aanvang gemaakt met de bouw van de vijf woningen, niet lang daarna ontstonden enkele strubbelingen. Door de aannemer waren waterbakken gemaakt doch die bleken te lekken en waren te klein. Door de hoge grondwaterstand kon de aannemer de bakken niet waterdicht krijgen. Op 18 juni 1953 vond hierover overleg plaats tussen de architect, Jaap Klaassen directeur gemeentewerken en later wethouder van de gemeente Ameland, en de aannemer. Architect Rozema schreef 4 juli 1953 een brief naar het gemeentebestuur waaruit blijkt dat men geen vertrouwen heeft in deze reparatie en de bakken tevens te klein werden bevonden. Aan het college van Burgemeester en Wethouders werd voorgesteld om de Oranje stenen weg aangelegd door de Duitsers in de oorlog in het Hollumer boswaterbakken door de gemeente aan te schaffen en deze te plaatsen voor rekening van de aannemer. Uiteraard was de aannemer daar niet blij mee en deelde mee dat hij overleg met de burgemeester wilde. De bakken zouden namelijk zeker fl. 800,- gaan kosten. Bovendien zou hij zeker in staat zijn waterdichte bakken van 3000 liter te plaatsen. Het voorstel van de architect was om de aannemer als proef de bak waar hij mee bezig was, af te laten maken, uiteraard met de vereiste inhoud van 3000 liter. En als na een proeftijd van een week bleek dat de bak naar wens zou functioneren, ook de andere bakken te laten plaatsen. Voor de duidelijkheid het gaat hier om bakken voor regenwater. De waterleiding werd pas in 1963 aangelegd. Na nog wat heen en weer geschrijf over de eindafrekening waarin aannemer Faber nog klaagde dat hij te lang moet wachten op zijn geld moest er nog een afrekening plaatsvinden met architect Rozema en zo kwam een moeilijk traject toch aan een goed einde en staan de woningen nog aan de Badweg. Nog wel; de woningen, zijn niet ruim maar ideaal voor starters en zijn van een goed bij het dorp passend ontwerp gebouwd.

Maar na de afbraak van vier bejaardenwoningen aan De Hagen heeft men het voornemen om ook deze woningen aan de Badweg af te breken, alsmede 16 aanleunwoningen, totaal dus 24 wooneenheden. Deze aanleunwoningen zijn 25 jaar geleden gebouwd gelijktijdig met de verbouw van het zorgcentrum ‘De Stelp’, dat nu ook moet worden afgebroken. Het zou niet meer aan de eisen voldoen. Maar dat zal vaker voorkomen met gebouwen van 25 jaar oud. Maar als alle zorgcentra en gebouwen in het algemeen na 25 jaar moeten worden afgebroken dan wordt het een kostbaar verhaal, zeker voor de ouderenzorg.

Door Douwe Hz de Boer

VRIENDEN WORDEN

Word vriend van Amelander Historie! U ontvangt iedere maand onze historiekrant en krijgt een gratis e-book cadeau! 
 
 
 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>