De beginjaren van de boerderij van mijn vader

Boerderij van J.W. de Jong (1934-2018)

Tijdens het opruimen van oude papieren kwam ik een stapel boekhoudrapporten van mijn vader tegen. Die waren van zijn eerste jaren als zelfstandig boer. Thans 60 jaar geleden. Daaruit komt een beeld naar voren dat misschien voor andere boerengezinnen herkenbaar is. Voor de huidige generatie is het misschien aardig om te lezen hoe die geschiedenis gelopen is. De boekhouder was Simon Elgersma wie vorig jaar op hoge leeftijd overleed.

Door Anne de Jong

Boekhoudrapporten J.W. de Jong Ameland

Dienstplicht J.W. de JongDienstplicht J.W. de Jong 

De oproep tot dienstplicht was van begin augustus 1955. Meldden bij het regiment geneeskundige troepen in Amersfoort. Johan was ruim 16 maanden, gelegerd in Amersfoort, Assen en Zuidlaren.  Voor een verzoek tot landbouwverlof werd zelfs burgemeester Huber nog ingeschakeld. Die verklaarde in april 1956 dat er bijzonderheden waren die het verlof rechtvaardigden.  De landbouwwerkzaamheden op het ouderlijk bedrijf waren vanwege de weersomstandigheden achteropgeraakt. Het zaaien van 2 hectare bieten, kunstmeststrooien, weideslepen en hekken repareren, dienden zo spoedig mogelijk te geschieden, aldus burgemeester Huber.

Johan Wybrandus de Jong, geboren in 1934, als jongste zoon van Jacob en Gerbentje de Jong-Kooiker. De ouders waren bakker en boer aan wat nu de Burgemeester Waldaweg in Nes is. Na de lagere school en 1 jaar MULO kwam Johan in dienst bij zijn vader. Hij deed vooral het boerenwerk maar tijdens de diensttijd van zijn oudere broer Jacob in Nederlands-Indië hielp hij ook dagelijks mee met het bakproces. In 1956 na 16 maanden militaire dienst kwam hij volledig thuis. In april 1960 trad hij in het huwelijk met Catharina de Jong uit Buren. Uit de boekhoudrapporten van Simon Elgersma is vrij eenvoudig de ontwikkeling van de boerderij te zien.

In 1958 werd er een landbouwcursus gevolgd in Ballum bij meester Burema.

In 1958 werd er een landbouwcursus gevolgd in Ballum bij meester Burema

Johan had in 1959 een 10 tal schapen. Maar schapen was zijn liefhebberij niet en die gingen in 1960 al weg. Zijn vader had hem toen al 8 koeien en 5 hokkelingen geschonken. Dat was een deel van de veestapel die vader Jacob (‘Japik’ in de volksmond) zelf had.
In 1961 verbouwde hij aardappelen en wat groente voor eigen gebruik en voor het vee wat rogge.
In 1962 kocht hij een tractor met een aandeel van fl. 3320,-. In datzelfde jaar werden er twee volbeesten geweid in de Dorpsweide van Nes. De kosten daarvan waren fl. 75,-. De kosten voor dierenarts Kommerij waren in 1962 ruim 48 gulden per kwartaal.
In 1963 werd het vee gezamenlijk geweid en in de schuur gestald. Het melken en voederen doen ze samen. Er was plaats voor 28 melkkoeien en 15 pinken.
In 1964 was er voor fl. 100,- kuikens gekocht. Die als legkippen in 1965 fl. 150,- waard waren. Tevens werden er kalverhokken in de Vleijen voor fl. 3250,- gekocht van Jan Bloem die er kippen hield.
In 1964 had de zuivelfabriek een nabetaling van 9% wat fl. 635,- opleverde. Dat waren mooie meevallers. Ledenkapitaal in de coöperatie was er nog niet opgebouwd. Er waren toen nog ruim 175 melkveehouders op Ameland lid van de zuivelcoöperatie.
In 1964 werden in het woonhuis, kamers verhuurd aan toeristen. Het bracht fl. 790,- op. Maar de ervaring van vreemde gasten in huis was eens maar nooit weer.

Jaar        koeien pinken  kalv.   Stier          melkgeld          winst           opmerkingen

1960      8             10           9                                                         fl. 2818,-    excl. fl. 3500,- als loon bij vader

1961      10           13           7                             fl.7651,-            fl.7298,-

1962     11           11           12                           fl. 8197,-             fl.6489,-              

1963      21          25           17                          fl. 10.209,-         fl. 6267,-

1964      26           16           20                           fl.11.661,-           fl.5885,-    incl. kamerverhuur fl. 790,-

1965      23           23           20                           fl.13.884              fl. 8583,-     geen kamerverhuur meer.

1966      25           25           22                           fl. 16.894,-          fl. 12.307,-    Trabant fl. 2520,-  

1967      29           23           23                           fl.21.029,-           fl.16.641,-  nieuwe trekker fl. 5800,-

1968      28           31           30           3             fl. 19.620,-          fl.11.530,-  bouw schuur Zwanewater fl. 28.507,-

In 1965 was er wat grond handel. Van zijn vader leende hij 20.000,- gulden. Hij kocht een stuk weiland onder Ballum. Hetzelfde jaar werd dat met winst weer verkocht om er dichter bij huis grond voor terug te kunnen kopen.
Van vader werd in datzelfde jaar de schuur met veestalling in Nes gekocht. De stal kreeg een opknap beurt van ruim fl. 5.000,-.
In 1968 werd er een jongveestal gebouwd voor fl. 25.000,- aan de weg naar Ballum. Het huidige Zwanewater. Er lag hier toen nog 40 hectare woeste grond. Duintjes met daartussen natte gedeeltes.
In 1969 kreeg Aannemingsbedrijf J. de Bie de opdracht om voor fl. 1000,- , 5 hectare af te graven en het zand in zandwallen te zetten. Het zand zou in eigendom van J. de Bie komen die verplicht was het afgegraven gebied naar genoegen van De Jong op te leveren. In de loop der jaren werd dit zand door De Bie overal voor gebruikt. Meestal ter versterking van de kustverdediging.
In 1974 schoof Wijnands Werkendam nog eens 3 hectare in schuifwallen. En in 1977 werd een perceel (groot 0,29 ha) duingrond aan het Bramerduinerpad voor fl. 5.000,- aan Petrus Boelens verkocht met erfpacht tot 1992.  Hierop stonden ook kippenhokken.

Eind jaren 70 gebeurde het regelmatig dat de verkopen van goed gebruiksvee meer opleverde dan de melkgeld inkomsten.  Vaak is verteld dat er 4 prachtige drachtige dieren werden verkocht voor 10.000 gulden. Dat is daarna nooit meer voorgekomen. Als er geldbehoefte was, kon vader voor enkele duizenden guldens vaak bij de familie aankloppen voor een familielening. Dat kwam ten einde toen er in 1980 een nieuwe ligboxenstal gebouwd moest worden. Er was 350.000 gulden nodig. Vanaf toen is "de Boerenleenbank" een vaste partner geworden. De ondernemende grootvader kocht pas land als hij het benodigde geld bij elkaar gespaard had. Zijn kleinzoon kocht pas land of onroerend goed als de bank genegen was het te financieren.

rekening aan de Coöperatieve Zuivelfabriek Ameland rekening aan de Coöperatieve Zuivelfabriek Ameland rekening aan de Coöperatieve Zuivelfabriek Ameland

In 1960 begon de melklevering voor eigen rekening aan de Coöperatieve Zuivelfabriek Ameland te Hollum. Op het afschrift van de melkrekening staat nog de aankoop van 4 extra melkbussen. De kwaliteit van de geleverde melk was nog niet best. Vanwege reinheid van de melk kwam het in de derde klasse. Dus een flinke korting op het melkgeld.

Boerderij van Johan de Jong

Boerderij in Nes. In het achterste gedeelte stonden de koeien en pinken aangebonden. Vooraan was het hooivak met enkele kalverboxen. In de paardenstallen stond vanaf 1978 een koeltank. Alles was in gebruik tot 1980.

De kalverhokken in de Vleijen.

De kalverhokken in de Vleijen. Eerst waren dit kippenhokken van Jan Bloem, daarna kalverhokken van Johan fan Japik en daarna de schapen van Piet (Fluit) Boelens en zijn zoon Gerlof Brouwer. Hanneke Brouwer had hier later nog diepvrieskisten staan met voorraden voor Hotel Pension Molenzicht. Uiteindelijk werd dit perceel gesaneerd als onderdeel van recreatiepark De Vleijen.

De geboorte van een kalf bij Het Zwanewater.De Ford Dexta, de eerste trekker van Johan de Jong

Links: De geboorte van een kalf bij Het Zwanewater. Rechts: De Ford Dexta, de eerste trekker. Hier werd al gemolken in een doorloopwagen. Een hele verbetering. Daarvoor stonden de koeien rondom een melkwagen. Met een hoornkettinkje zette je ze vast aan de wagen. In de wagen stond een Wolsleymotor op gas die de vacuümpomp van de melkmachine aandreef. De Ford Dexta, de eerste trekker. Hier werd al gemolken in een doorloopwagen. Een hele verbetering. Daarvoor stonden de koeien rondom een melkwagen. Met een hoornkettinkje zette je ze vast aan de wagen. In de wagen stond een Wolsleymotor op gas die de vacuümpomp van de melkmachine aandreef.

In 1958 kwam Sicco Mansholt in Europa aan de macht. Hij werkte aan de modernisering van de Europese landbouw. Kleine familiebedrijven moesten plaats maken voor grootschalige en rationeel gerunde bedrijven. Nooit meer voedseltekorten was zijn devies.  Subsidiëring vormde voor Mansholt de oplossing tot modernisering. De subsidies zouden van boeren, arbeiders maken, meende Mansholt. De jaren 1970 van de vorige eeuw stonden in het teken van schaalvergroting en daarmee het verdwijnen van vele kleinschalige bedrijven. Eind jaren 1970 en begin jaren 1980 werden de eerste ligboxstallen gebouwd. Er ontstonden melkoverschotten en boterbergen. Europa kocht het overschot op. Tot 1983, toen het melkquotum systeem werd ingevoerd. Europa bepaalde in vergaande mate hoeveel ondernemingsruimte de boer nog had. Hij was geen arbeider geworden, maar slaaf. In de macht van de banken en de inkooporganisaties van de supermarkten.

Veeverkoop veefonds Ameland

1967. De veekooplui waren L. v/d Kooi, Nutma, Kingma, Kuperus, S. de Jong, Drost, Oterdoom (slager), J. de Jong, Veefonds, Vellinga. Op maandagochtend kwamen er zo’n 5 kooplui van de wal met de eerste boot om vee te kopen. Dood vee kon je melden bij het Veefonds die er een vergoeding voor betaalde.

aanslagbiljet dorpsweide Nes Ameland van Johan de JongDe rekening van dierenarts Kommerij.

Links: In de Dorpsweide van Nes konden de Ingezetenen Veehouders van dat dorp enkele stuks vee weiden. Het laatste restant van de oude Markegronden die destijds rondom elke dorp lag. Rechts: De rekening van dierenarts Kommerij. 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle. Bekijk de voordelen:

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>