Baarhuisje in Ballum
De fundering van de kerk is nog aanwezig en ligt onder het schelpenpad rondom het in 1981 gebouwde baarhuisje. De vloer van de kerk was geheel belegd met vloertegels, zogenaamde estrikken. Uit gevonden fragmenten is gebleken dat er verschillende estrikken gebruikt zijn, zo was het looppad belegd met ongeglazuurde estrikken, van roodbakkende klei met een afmeting van 20 x 20 cm en een dikte van 4,6 cm. Het overige deel van de kerkvloer was belegd met geglazuurde estrikken met een afmeting van 13,5 x 13,5 en een dikte van 2 cm, in de kleuren geel-bruin en groen.
In het koor lagen geglazuurde estrikken in de kleuren geel en groen groot 24 x 24 cm en dik 3,5 cm.
De muurdikte van de noord- en zuidgevel bedragen 54 cm, en die van de westgevel 67 cm. De aanlegbreedte van de fundering bedraagt aan de noordgevel; 66 cm, de zuidgevel: 69 cm en de westgevel; ongeveer 80 cm.
De muren zijn opgemetseld met kloostermoppen met afmetingen van 31 x 15 x 9 cm. Gebaseerd op het formaat van de baksteen kan de ouderdom van de kerk bepaald worden uit het einde van de 13de of begin 14de eeuw en is daarmee ouder dan het ‘Slot’ van de Van Cammingha’s waarvan het oudste deel is gebouwd, omstreeks 1420 dus begin 15de eeuw, van baksteen met afmetingen van 29 x 15,5 x 6,5 cm. (dikkere baksteen is ouder dan dunnere).
Nadat in 1832 in het dorp een nieuwe kerk werd gebouwd, werd de oude kerk op de begraafplaats in 1838 afgebroken. Vrij- en erfheer Wytze II van Cammingha geheel gerestaureerd, zoals hij in zijn testament van 1640 laat optekenen.