Watergeuzen op en rond Ameland (1568-1572)

Het jaar 1568 staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als het begin van de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje, in het Engels vaak genoemd “War of Dutch Independence”. De Lage Landen vielen in 1568 onder gezag van de Spaanse koning, die een krachtig centraal gezag wilde instellen, waardoor vele edelen en steden zich bedreigd voelden. In de tweede helft van 1567 begon de Spaanse landvoogd Alva met het onteigenen, verbannen en terechtstellen van vele – al dan niet vermeende – “ongehoorzame” edelen en andere burgers. De bekendste “opstandige” edelman was, uiteraard, Willem van Oranje, ook bekend als Willem de Zwijger. Vele vervolgde of verarmde burgers gingen verder als vrijbuiters, bijvoorbeeld als Watergeuzen. De Watergeuzen vielen handelsschepen aan, en de kusten van de provincies van de Lage Landen, om levensmiddelen en andere voorraden te verkrijgen, en voor het “rantsoeneren” (of gijzelen) van burgers voor losgeld. Sommige Watergeuzen erkenden Willem de Zwijger als een soort opperbevelhebber, en beroofden of rantsoeneerden alleen Spanjaarden en hun bondgenoten, maar andere Geuzen lieten zich niet commanderen en werden vaak echte zeerovers. Aangezien de Watergeuzen geen “thuis” hadden, gebruikten ze steunpunten in het buitenland, vooral in Frankrijk, Engeland en Oost-Friesland. Alva beschouwde alle Watergeuzen als piraten, ook als ze een “vergunning om te vechten” of “kaperbrief”, ondertekend door Willem de Zwijger, konden laten zien; vrijwel alle gevangengenomen Watergeuzen werden dan ook terechtgesteld. (Willem’s kaperbrieven gaven sommige vrijbuiters wel een soort vrijgeleide om te kunnen handelen in het buitenland, zonder al te veel tegenwerking van de lokale autoriteiten.) In de strijd tussen de Watergeuzen en hun vijanden begingen beide partijen vele gruweldaden, die we tegenwoordig “oorlogsmisdaden” noemen. Vanaf 1572 boekten de Watergeuzen zo veel successen, dat ze een grote rol gingen spelen in de afscheiding van Holland en Zeeland van de Spaanse overheersing; maar dat valt buiten het onderwerp van dit artikel, waarin we stil staan bij de activiteiten van de vrijbuiters in en rond Ameland.

 

Oude kaart van Ameland
 
 

(Secundaire) bronnen over Watergeuzen op en rond Ameland

 

Eén van de beste boeken over de Watergeuzen is het proefschrift van historicus J.C.A. de Meij, getiteld De Watergeuzen en de Nederlanden, 1568-1572 (1972). In dit boek, als mede in enkele andere secundaire bronnen, wordt Ameland enkele malen genoemd, als doelwit van de Watergeuzen. Ook blijken enkele Amelanders zelf Watergeuzen te zijn geweest, of in ieder geval met hen te hebben samengewerkt. In een eerder artikel in Pollepraat (nr. 24 van maart 1988) werd ook al een artikel over Watergeuzen op Ameland afgedrukt; dat artikel was oorspronkelijk geschreven door Johan Winkler Prins in 1872-1873, en ging vooral over de Amelandse Geuzenkapitein Jelmer Jelmers (of Jelmerszoon). In de volgende paragrafen volg ik vooral de chronologie van het boek van De Meij, als mede de klassieke geschiedenisboeken van Hans Bakker over Ameland (Ameland van Hollum tot de Hon (1982) en Ameland van Oost to West (2006)); als ik een andere bron heb gebruikt, staat dat expliciet vermeld.

 

 

September 1569: Ameland bezet door Watergeuzen

 

In de zomer van 1569 bedacht Geuzenadmiraal Dolhain – benoemd door Willem de Zwijger – een ambitieus plan; hij wilde in de Hertog van Alva Amelanddaaropvolgende herfst de jaarlijkse graanschepen uit het Oostzeegebied onderscheppen, en hun ladingen en bemanningen rantsoeneren. (“Dolhain” staat voor Adriaen de Bergues, heer van Dolhain, een edelman die door Alva was verdreven en onteigend.) Het graan was bestemd voor steden in Holland, Overijssel en andere provincies. Dolhain gaf, in of omstreeks augustus 1569, bevel aan een aantal van zijn kapiteins om, in het Waddengebied, de graanschepen op te wachten. In medio september werden Vlieland en Ameland dan ook geplunderd en bezet door Geuzen, die vermoedelijk rechtstreeks onder Dolhain vielen, en/of onder de bekende Geuzencommandant Entens. (“Entens” staat voor Barold Entens, heer van Mentheda uit de provincie Groningen. Hij is in de vaderlandse geschiedenis vooral bekend geworden als de rechterhand van Geuzen-admiraal Lumey in 1571-72, maar was al eerder berucht bij Alva en de zijnen.) Op Ameland werd het kasteel van de Cammingha’s geplunderd en was er – volgens Hans Bakker - een beeldenstorm in de grote kerk van Hollum, die toen nog katholiek was. Wellicht betrof het meer dan alleen een beeldenstorm, maar ook beschadiging van het kerkgebouw zelf, want dat zou pas in 1678 (!) weer volledig in gebruik zijn genomen. In het boek van De Meij lezen we, dat de Hollandse stadhouder Bossu al in medio september 1569 brieven schreef aan zijn superieur Alva, waarin Bossu waarschuwde dat hij te weinig schepen had om de eilanden te verdedigen, en dat handelsschepen binnenkort een weerloze prooi zouden worden voor de Watergeuzen. In de daaropvolgende weken maakten de Watergeuzen inderdaad tientallen graanschepen buit, en rantsoeneerden hun ladingen en schepelingen.

 

De toenmalige machthebber van Ameland was Pieter II Cammingha, die heerste van 1556 tot 1575; hij moest de macht over het eiland delen met het klooster van Foswerd (zie foto rechts), dat zijn opvolger in 1580 in zou pikken. Pieter II zou zich, volgens het artikel van Winkler Prins, aanvankelijk Tekening van vermoedelijk klooster Foswerd hebben aangesloten bij een soort “anti-Alva” verbond met andere edelen, maar later weer vriendschap met Alva hebben gezocht; dat de Watergeuzen enkele malen zijn eiland hebben overvallen, zou Pieter II dan ook aan zichzelf te danken hebben gehad. We lezen iets anders in een artikel in Vaderlandsche Letteroefeningen, jaargang 1855,  namelijk: “Pieter van Camminga, Heer van Ameland, een der Verbondenen, doch wiens slot desniettemin aan der Watergeuzen vernielzucht niet ontging”; met andere woorden, de Watergeuzen zouden zich tegen een soort bondgenoot hebben gekeerd.  Het artikel uit 1855 gaat over een helden-gedicht over de Friese edelman en balling Pibo Harda, die als Watergeus op Ameland actief zou zijn geweest; maar het lijkt niet mogelijk te zijn om onderscheid te maken over waarheid en fictie over deze man – die in sommige websites opduikt als Friese “vrijheidsstrijder”. In het boek van De Meij worden Pieter II Cammingha en Pibo Harda niet genoemd, maar wordt wel gesproken over andere edelen uit de noordelijke provincies, die zich gezamenlijk tegen Alva keerden, en soms Willem de Zwijger als hun superieur erkenden.

 

Volgens het artikel van Winkler Prins bleven de Watergeuzen de hele winter van 1569/70 op Ameland, totdat ze in het voorjaar van 1570 werden verjaagd door eenheden van Caspar di Robles, de plaatsvervangende stadhouder van Groningen, Friesland en Drenthe. 

 

 

September 1570: Ameland opnieuw aangevallen door Watergeuzen

 

Ameland werd opnieuw overvallen op 6 september 1570, waarbij enkele vermogende personen gerantsoeneerd werden. Bij deze gelegenheid zouden enkele Watergeuzen tegen eilanders hebben gezegd ze van plan waren te plunderen in Holland en in Den Haag “de heeren vanden bedde te halen”. Volgens het artikel van Winkler Prins hielden de vrijbuiters ook deze keer stand op het eiland, totdat ze in eind januari 1571 door Caspar di Robles werden verdreven; maar het is mogelijk dat Winkler Prins zich heeft vergist, en dat het “eind februari” in plaats van “eind januari” moet zijn, want toen leed een groep Watergeuzen een grote nederlaag op Ameland (zie de volgende paragraaf).

 

 

Eind februari 1571: Watergeuzen lijden een grote nederlaag op Ameland

 

Op 22 februari 1571 werden een aantal dronken en zorgeloze Watergeuzen op Ameland verrast en gearresteerd of gedood door een aanval door de eerder genoemde Caspar di Robles, een grote vijand van de vrijbuiters in het Waddengebied. Onder de vrijbuiters, die destijds op het eiland waren, zou zich ook de beruchte commandant Entens hebben bevonden, en in de daarop volgende weken deden geruchten de ronde dat hij was verdronken bij zijn ontsnappingspoging; in werkelijkheid hebben we geen betrouwbare bronnen over Entens’ toenmalige verblijfsplaats, maar we weten wel dat hij pas in 1580 is overleden.

 

Eind juni 1571: Amelander Geuzenkapitein Jelmer Jelmers in actie op zijn geboortegrond

 

Op de avond van 27 juni 1571 landde een groep Watergeuzen op Ameland, aangevoerd door de Amelandse Geuzenkapitein Jelmer Jelmers. Jelmers was enkele dagen eerder, nabij Emden, ontsnapt aan één van de grootste nederlagen van de Watergeuzen; de Hollandse vice-admiraal Van Bosschuyzen had een succesvolle aanval verricht, en had tientallen gevangen Geuzen aan ra’s laten ophangen, terwijl vele van hun kameraden weinig anders konden doen dan toekijken vanaf de stadsmuren van Emden.

Er bestaan weinig primaire bronnen over Jelmers, en we weten bijvoorbeeld niet wanneer hij is geboren en gestorven. Volgens het Nieuw Inname van Den Briel in op 1 april 1572 waar Alva zijn bril verloorNederlands Biografisch Woordenboek, deel 6 (1924), zou hij in 1568 of 1569 zijn aangeklaagd door de rentmeester van de heer van Cammingha en vervolgens de benen hebben genomen. In dat Woordenboek wordt Jelmers aanval op 27 juni 1571 genoemd, en hij zou met rijke buit zijn vertrokken; volgens zowel De Meij als Winkler Prins zou Jelmers ook die rentmeester - Jan van Gelder, wonende te Ballum - gerantsoeneerd hebben. Volgens het bovengenoemde Biografisch Woordenboek zou Jelmers ook later nog actief zijn geweest als Geuzenkapitein: in december 1571 zou hij geplunderd hebben in het Westerackumer Diep, en in het voorjaar van 1572 op de Eems. Volgens De Meij was Jelmers ook één van de Geuzenkapiteins, die, onder admiraal Lumey, betrokken was bij de roemruchte inname van Den Briel op 1 april 1572.

Eén van Jelmers’ onderdanen zou de Amelander Hendrik Joens zijn geweest. Volgens Admiraal Lumey bij de val van Den Briel in 1572het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 9 (1933), zou hij “in het begin der troebelen” – bedoeld wordt waarschijnlijk 1568 of 1569 – naar Oost-Friesland zijn gevlucht en zich bij Watergeuzen hebben aangesloten. We citeren het Biografisch Woordenboek: “Op verzoek van Styne, de vrouw van kapitein Jelmer Jelmers ook afkomstig van Ameland, stemde hij toe om in voorjaar 1571 een brief naar de vloot der zeeroovers te brengen. Hij bleef aan boord van het schip van Jelmer Jelmers en toen admiraal Bosschuyzen op 23 juni 1571 de Geuzenvloot voor Emden versloeg, ontkwam Hendrik Joens met een paar anderen in een boot naar Vlieland, waar zij aan land gingen.” (Als dit klopt, was Joens blijkbaar niet meer aan boord bij Jelmers, want die voer naar Ameland om de rentmeester te rantsoeneren – A.R.) “Een paar dagen later gingen zij weer in zee en verschillende schepen werden geplunderd of gerantsoeneerd. Bij Ameland werden de Watergeuzen door de Spanjaarden verdreven; zij wilden naar Juist varen; H.J. viel in de haast overboord en werd gevangen genomen. Op 16 augustus 1571 werd hij in Groningen verhoord en kort daarna gehangen.”  Ook in het boek van De Meij wordt Hendrik Joens genoemd, maar volgens De Meij vonden Joens’ verhoor en executie een maand later plaats. In het boek van De Meij lezen we ook, dat Joens, kort voor zijn executie, een verklaring had afgelegd over de verdeling van de buit: kapitein Jelmer Jelmers kreeg de helft, de stuurman drie “mansdelen”, terwijl de provoost, de busschieter, de bottelier en de hoogbootsman elk twee mansdelen kregen.

 

Zomer 1571 en winter 1571/2: nog twee bezoeken van Watergeuzen aan Ameland

 

Op 21 augustus 1571 bezocht de Amsterdamse Watergeus Ruychaver met drie schepen Ameland waar proviand werd gehaald; het is niet duidelijk of het om een overval of een “eerlijke” inkoop ging. In de winter van 1571-2 dwong de eerder genoemde Watergeus Entens op Ameland een schipper hem vier last Hamburgse rogge te verkopen; geen echte “roof” dus, maar “slechts” een gedwongen verkoop, waarschijnlijk omdat Entens en zijn mannen te weinig voedsel hadden.

 

De ongelukkige Amelandse Watergeus Falckaert Arents

 

In het boek van De Meij komen we, behalve Jelmer Jelmers en Hendrik Joens, nog een derde Amelandse Watergeus tegen, een zekere Falckaert Arents. We hebben geen biografische gegevens over deze man, en we weten ook niet waarom hij zich bij Watergeuzen heeft aangesloten. We weten alleen van overgeleverde rechtbankverslagen uit Oostende, in Vlaanderen, dat Falckaerts bemanningslid is geweest van Geuzenkapitein Jan van Ransdorp, geboren in Darmstad. In augustus 1571 werd het schip van Van Ransdorp nabij Oostende overmeesterd door enkele vissers en Spaanse soldaten, waarbij de hele bemanning, inclusief Ransdorp en Arents, werd gevangen. Enkele dagen later bungelden al hun dertien lichamen aan galgen in de duinen nabij Oostende. 

 

ConclusiesPieter II van Cammingha (1531-1575)

 

De buitengewoon gewelddadige periode van 1568 tot en met 1572 heeft ook Ameland niet ongemoeid gelaten; waarschijnlijk is het eiland in de winters van 1569-1570 en 1570-1571 door Watergeuzen bezet  geweest. De stellingname van de toenmalige machthebber van Ameland, Pieter II Cammingha (op foto rechts te zien), is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt er op, dat hij geen echte keuze - voor of tegen – heeft willen maken. Het zou mooi zijn als we meer wisten over de persoonlijkheden van de Amelandse Geuzenkapitein Jelmer Jelmers, en de lager geplaatste Amelandse Geuzen Hendrik Joens en Falckaert Arents. Het lijkt er op dat Jelmers en Joens in 1568 of 1569 iets “verkeerds” hebben gedaan in de ogen van Pieter II - of diens rentmeester Jan van Gelder – maar we weten niet wie de “verkeerde” dan precies geweest is.

 

Geraadpleegde bronnen

 

-      Hans Bakker, Ameland van Hollum tot de Hon (1982)

-      Hans Bakker, Ameland van Oost tot West (2005)

-      J.C.A. de Meij, De Watergeuzen en de Nederlanden, 1568-1572 (1972)

-      Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 9 (1924), p. 859

-      Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 9 (1933), pp. 460-461

-      Pollepraat (nr. 24 van maart 1988)

-      Vaderlandsche letteroefeningen, Jaargang 1855, “Pibo Harda”, door Johannes Hendrik Jonckers

 

Door Alex Ritsema, (geb. 1963) eilandliefhebber, schrijver van enkele boeken over eilanden en maritieme geschiedenis, website www.aworldofislands.c om, sprak recent over “Ameland als onafhankelijk ministaatje”

VRIENDEN WORDEN

Word vriend van Amelander Historie! U ontvangt iedere maand onze historiekrant en krijgt een gratis e-book cadeau! 
 
 
 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>