Gedenksteen te Holwerd

In het centrum van het dorp Holwerd staat een gedenksteen met een stenen zitbank die door de bevolking van Diemen opgericht is. Dit was opgericht als dankbaarheid voor de inzet en gastvrijheid van het dorp Holwerd toen het in de winter van 1944-1945 veel mensen, met name kinderen, uit Diemen onderdak bood. Door de strenge winter en het uitblijven van voedseltransporten naar het westen van Nederland hadden veel mensen nauwelijks te eten. Onder de bevolking van Diemen waren enkele personen die de koppen bij elkaar staken om hier wat aan te gaan doen. Dit resulteerde in een voedseltransport per vrachtauto van Holwerd naar Diemen en visa versa waarbij op de heenreis kinderen uit Diemen naar Holwerd werden meegenomen en bij gezinnen werden ondergebracht om aan te sterken. Op de terugreis werd de vrachtwagen weer met voedsel uit Holwerd en omstreken volgeladen voor de gaarkeuken in Diemen. Veel mensen weten niet dat bij deze actie een Amelander was betrokken namelijk schoolhoofd Arjen de Vries (1893-1975) wiens naam ook op de steen staat.

De gedenksteen in Holwerd dat door de bevolking uit Diemen geschonken is.

 

Arjen de Vries werd op 7 augustus 1893 in Hollum als zoon van Eeuwe Jacobs de Vries en Trijntje Cornelis Nobel geboren. Toen hij ouder werd, besloot hij om onderwijzer op de lagere school te worden. Als onderwijzer heeft hij in diverse plaatsen gewerkt namelijk in Nes, Driesum, Holwerd, Murmerwoude (nu Damwoude) en Diemen. Arjen de Vries trouwde op 15 december 1921 op Ameland met Gelske Brouwer (1896-1989), dochter van Johannes Brouwer en Welmoed van der Meij (Lees het verhaal over 't Dassenhuus deel 1 & deel 2). Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Arjen met zijn gezin in Diemen en werkte hij daar als onderwijzer. Toevallig kwam de voormalige gereformeerde dominee van Holwerd dhr. W. Diepersloot ook in Diemen aan het werk. Arjen kende hem uit de tijd dat hij in Holwerd onderwijzer was geweest. 

 

Het dorp Diemen met zo’n 6000 inwoners had het zwaar te verduren. Het beetje eten dat ze voor de voedselbonnen kregen was dun en had weinig voedingswaarde. Door het kleine rantsoen aten mensen als aanvulling suikerbieten en tulpenbollen. Onder deze erbarmelijke omstandigheden kon een kind zich moeilijk ontwikkelen of opgroeien. Ze hadden nauwelijks vlees om de botten en er was dringend behoefte aan meer en gezond eten. Enkele heren waaronder het voorgenoemde schoolhoofd Arjen de Vries en dominee Diepersloot kwamen met het idee kinderen uit Diemen te evacueren en in Holwerd onder te brengen. Aanvankelijk werden er plannen gesmeed om per schip vanuit Friesland aardappelen naar Diemen te brengen. Jammer genoeg kreeg de schipper geen vaarvergunning waardoor dit mislukte. Er werd besloten om het vervoer per vrachtwagen te laten verlopen. De wagens gingen leeg heen dus zouden er kinderen mee kunnen die tijdelijk bij gastgezinnen in Friesland konden worden ondergebracht. Vanaf november 1944 kwam er elke woensdag in Holwerd een vrachtauto met kinderen en hun begeleiders uit Diemen aan. De volgende dag zou de vrachtauto weer vertrekken vol met etenswaren als aardappelen, wol, bonen, schapenvlees enz. De zwager van Arjen de Vries, Johannes Brouwer (1898-1956), was commies in Ternaard en besloot zijn steentje bij te dragen door bij de boeren langs te gaan om naar eten te vragen zodat dat op de vrachtauto mee naar Diemen kon. Op deze manier hebben meer mensen hun kleding, eten o.i.d. afgestaan om de bevolking in Diemen te helpen. Op een gegeven moment waren er op de 1900 inwoners in Holwerd ruim 400 evacués waarvan 125 kinderen uit Diemen kwamen. 

Arjen de Vries als schoolmeester achter zijn lessenaar

 

In het boek ‘Blija en Holwerd tijdens de Tweede Wereldoorlog’ van Harm Tjeerd Andringa (2005, Stiens) staat een ogentuigenverslag van een kind genaamd Henk. De passage geeft ons een goed beeld van hoe de tocht vanuit Diemen naar Holwerd door een kind beleefd werd.

‘Om 19.00 was het verzamelen bij de voormalige Garage Seen aan de Muiderstraatweg. Twee oude vrachtauto’s, die door de firma Berkelaar en Visser voor het transport ter beschikking waren gesteld, stonden daar al te wachten. Henk had geluk, hij kwam terecht in de gesloten vrachtauto van de heer Visser. De andere auto, van Berkelaar, was een auto met zeildoek erover. Het was in die auto aanmerkelijk kouder dan in de gesloten wagen. Op de vloer lag stro waarop de kinderen konden zitten. De leeftijd van de jongens en meisjes varieerde van 5 t/m 14 jaar. Henk behoorde tot de oudere inzittenden. […] Het was erg donker. De auto’s konden slechts langzaam rijden, hooguit 40 km per uur. Niet alleen vanwege de slechte brandstof die zij gebruikten (houtgas), maar ook omdat de lichten beperkt konden schijnen. Slechts een spleetje van een centimeter hoog, liet het licht van de koplampen door. Grote verlichting voeren was door de Duitsers verboden en tevens gevaarlijk wegen eventuele beschietingen door geallieerde vliegtuigen. De piloten van deze vliegtuigen wisten niet dat het om een kindertransport ging. Zij beschoten iedere auto die zij zagen, omdat zij altijd het vermoeden hadden dat het een Duits voertuig kon zijn. Al spoedig begonnen enkele kleine kinderen te huilen en om hun moeder te vragen. Verschillende kinderen moesten plassen, maar stoppen kon niet. De begeleidster zei keer op keer dat ze hun plas moesten ophouden, wat natuurlijk een groot probleem was. Bij Den Oever kon gelukkig worden gestopt. Daar was een Duitse controlepost. Met zaklantaarns werd de ruimte in de auto zorgvuldig door de Duitse wachten beschenen en gecontroleerd. Een van de Duitsers gooide enkele kuchen (hard soldatenbrood) naar binnen. […] Omstreeks half vier in de nacht kwam het transport in Holwerd aan.’ 

De veehandelaar Willem Koopmans had ook een vrachtwagen en nam op de heenreis kinderen uit Diemen mee. Hij ging dan ook bij de pier in Holwerd langs om kaarten en pakjes van Amelanders mee te nemen. Dit was vooral voor de Amelander familieleden die in Amsterdam-Noord en Oost woonden, bestemd. Zij konden dit in Diemen ophalen. Tot slot is bekend dat er bussen van Oostenrijk uit Diemen voor de evacués gebruikt werden. In de garage van Oostenrijk stond ook de gaarkeuken waar het eten uit Holwerd gebracht werd.

 

Hopelijk zal dit artikel ertoe bijdragen dat het verhaal achter de gedenksteen in Holwerd blijft voortleven.

 

Bron:

  • Andringa, H. T., Blija en Holwerd tijdens de Tweede Wereldoorlog (2005 Seist).

Door Jacob Roep

VRIENDEN WORDEN

Word vriend van Amelander Historie! U ontvangt iedere maand onze historiekrant en krijgt een gratis e-book cadeau! 
 
 
 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle en mis niets meer van de Amelander cultuur!

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>